Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
/plaatsen/Naarden#.VCFj2_1_th4
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 februari 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, een partner bij KPMG, en Google Inc. Eiser vorderde dat Google bepaalde zoekresultaten zou verwijderen die verband hielden met een geschil met zijn aannemer, dat in de media breed was uitgemeten. Eiser baseerde zijn vordering op de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en het Costeja-arrest van het Hof van Justitie van de EU. De voorzieningenrechter oordeelde dat de zoekresultaten niet ontoereikend, irrelevant of bovenmatig waren en dat het belang van eiser bij verwijdering niet opwoog tegen het recht op informatievrijheid van Google. De voorzieningenrechter benadrukte dat het 'verwijderingsrecht' niet bedoeld is om onwelgevallige maar niet onrechtmatige artikelen aan het zicht van het publiek te onttrekken. Eiser werd in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van Google Inc. werden begroot op € 1.429,00.