ECLI:NL:RBAMS:2015:6797
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- M.G. Tarlavski-Reurslag
- P.B. Martens
- A.W.C.M. van Emmerik
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 juni 2015 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker, die betrokken was bij een civiele procedure tegen ABN AMRO Bank N.V. Het wrakingsverzoek was ingediend tegen mr. P.B. Martens, die als rechter in de wrakingskamer fungeerde. De verzoeker stelde dat de rechter vooringenomen was, onder andere omdat de bevestiging van de ontvangst van het wrakingsverzoek niet tijdig was gegeven en omdat de zittingsdatum voor de behandeling van het verzoek niet voldoende tijdig was vastgesteld. Daarnaast werd aangevoerd dat de rechter niet onafhankelijk was van ABN AMRO, omdat hij in het verleden voor Kluwer had gewerkt, een kantoor dat ook advocaten levert voor ABN AMRO.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheid dat de bevestiging van de ontvangst van het wrakingsverzoek enige tijd op zich liet wachten, geen grond voor toewijzing van het verzoek kon opleveren. Ook de verbanden die de verzoeker legde tussen de rechter, zijn werkverband bij Kluwer en de tegenpartij in de grondprocedure werden als te ver verwijderd beschouwd om te concluderen dat de rechter vooringenomen was. De rechtbank benadrukte dat een rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing vormen voor partijdigheid.
De rechtbank besloot dat het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond was en wees het af. Tevens werd bepaald dat de wrakingsprocedure, geregistreerd onder rekestnummer HA RK 144.2015, voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van indiening van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 12 juni 2015.