4.4Het oordeel van de rechtbank
Naar inmiddels bestendige jurisprudentie kan, in een geval zoals dat zich hier voordoet, witwassen bewezen worden geacht indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Het ligt op de weg van het openbaar ministerie om zicht te bieden op het bewijs waaruit zodanige feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid.
De toetsing door de zittingsrechter dient daarbij de volgende stappen te bevatten.
Allereerst zal moeten worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen.
Indien zo’n geval zich voordoet mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld of de goederen. Zo een verklaring dient te voldoen aan de vereisten dat zij concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. Bij de beoordeling van deze verklaring spelen de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen mede een rol. Zo kan het van belang zijn of de verdachte van meet af aan een tegenwicht tegen de verdenking heeft geboden of dat hij eerst in een laat stadium van het onderzoek is gaan verklaren op een wijze die aan de hiervoor genoemde vereisten voldoet.
Zodra het door de verdachte geboden tegenwicht daartoe aanleiding geeft, ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het geld en de goederen. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal dienen te blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de geldbedragen en de goederen waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst hebben en dat derhalve een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Tegen de achtergrond van dit kader wordt het volgende overwogen en opgemerkt.
De rechtbank stelt vast dat in de woning van verdachte naast een grote hoeveelheid dure kleding en aankoopbonnen van dure goederen, een contant geldbedrag is aangetroffen van € 3.600,- in een doosje in de slaapkamerkast.
Verdachte heeft verklaard dat hij € 1.500,- aan spaargeld had liggen van de tijd voordat hij gedetineerd is geraakt en dat hij daarvan leeft. Hij is, zo verklaart verdachte bij de politie op 18 januari 2014, sinds september (de rechtbank begrijpt: september 2013) vrij. Tevens heeft hij verklaard dat hij nog geen werk heeft en een Wajong-uitkering heeft aangevraagd, die nog niet is opgestart. Uit onderzoek door de politie is gebleken dat verdachte geen legaal inkomen heeft.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van deze feiten en omstandigheden een vermoeden van witwassen jegens verdachte gerechtvaardigd is.
Van verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete min of meer verifieerbare verklaring geeft voor het geld die op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk is.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij ongeveer € 400,- had liggen van vroeger en dat hij nog € 1.500,- had liggen aan spaargeld.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij € 1.500,- van een oom heeft gekregen, van wie hij de naam niet wil noemen. Dit was om een auto te kopen. Zelf had hij er € 1.500,- bijgelegd.
Nu verdachte over de herkomst van het geld wisselend verklaart en daarbij geen enkele informatie geeft waarmee zijn verklaring kan worden geverifieerd, acht de rechtbank deze verklaring van verdachte over de herkomst onaannemelijk en gaat daaraan dan ook voorbij.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat verdachte geen concrete min of meer verifieerbare verklaring heeft gegeven voor het geld dat hij voorhanden had die niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijk kan worden bestempeld. De rechtbank acht dan ook bewezen dat het geld dat op 17 januari 2014 bij verdachte thuis is aangetroffen – middellijk of onmiddellijk – afkomstig was uit enig misdrijf en dat verdachte hiervan wetenschap heeft gehad en hij aldus dat geld heeft witgewassen.