Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 februari 2014 met producties,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties,
- het tussenvonnis van 4 juni 2014 waarin een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 29 oktober 2014 en de daarin genoemde stukken, de akte van Lokhorst van 28 januari 2015, met producties,
- de akte uitlating na comparitie tevens vermeerdering van eis in reconventie van Liberty van 25 maart 2015, tevens houdende akte wijziging van eis, met producties,
- de antwoordakte van Lokhorst van 20 mei 2015, met producties,
- de akte uitlating producties van Liberty van 1 juli 2015.
2.De feiten
Uiterste Opleverdatum Winkelruimten: (…) zoals aangegeven in de bouwplanning
(…)
2. De door Opdrachtgever aan Aannemer te betalen Aanneemsom bedraagt
In de algemene voorwaarden is opgenomen:
I.2.2 (…) Indien (…) onderling strijdende bepalingen voorkomen, is de volgorde van geldende kracht in afdalende zin als volgt:
5. Deze werkomschrijving.
6. De bestektekeningen (…)
§ 9. Opneming en goedkeuring
a.in geval van bestekswijzigingen (…)
- complementeren van wandbeplating (…)
- monteren van aluminium cq stalen kozijnen (…)
- Vloercoating (…)
- Bordes begane grond (…)
3.Het geschil
in conventie
€ 1.465.850,42.
4.De beoordeling
Lokhorst had zich dus als actieve en ontwerpende aannemer moeten opstellen, en waar nodig ook tekeningen en ontwerpen moeten aanpassen, aldus – steeds – Liberty. Lokhorst heeft dit betwist.
Voorstel voor alternatief parkeerdak van Tettopark ipv Zoontjes is door de bouwdirectie akkoord bevonden”.Uit dit verslag blijkt niet van enige door Liberty gestelde voorwaarde. Dat betekent dat de – blote – stelling van Liberty dat slechts akkoord is gegeven op de andere tegels onder de voorwaarde dat Lokhorst zou aantonen dat deze tegels dezelfde eigenschappen zouden hebben als de overeengekomen tegels, als onvoldoende moet worden aangemerkt.
€ 3.058,82 aan meerwerk zal van dit bedrag worden uitgegaan.
Voldoende staat vast dat ten aanzien van bouwdeel B op enig moment op basis van de tekeningen van de architect een brandwerendheid eis gold van 0 minuten (zie productie 133 van Lokhorst) en dat dit later is aangepast naar 60 minuten. Lokhorst heeft voorts gemotiveerd toegelicht dat zij op basis van de rangregeling zoals die is opgenomen in artikel 10 van de aanneemovereenkomst, van deze tekeningen (en niet van de omgevingsvergunning) moest uitgaan. De in het verband met deze wijzigingen door Lokhorst uitgevoerde extra werkzaamheden betreffen meerwerk, welke kosten verrekend moeten worden (zie paragraaf 35 en 36 UAV) Bij de vaststelling van deze kosten zal worden uitgegaan van de kosten zoals door Lokhorst, op basis van nacalculatie, opgevoerd. Er kan immers – nu de brandwerendheidseis is aangepast – niet meer worden uitgegaan van de prijs zoals tussen partijen eerder was overeengekomen. Anders gezegd, de rechtbank volgt Lokhorst op dit punt en zal dus uitgaan van een meerwerkpost van € 10.872,09.
€ 7.641,48 is geaccordeerd. Het verweer van Liberty dat geen sprake is van meerwerk wordt dan ook gepasseerd.
4.64. Vaststaat dat trap T03 in opdracht van Liberty minder hoog is geworden dan in het bestek was opgenomen. Liberty heeft in dit verband aangevoerd dat de kosten die gepaard gaan met het maken van een trap evenredig verminderen met de hoogte van de trap. Deze stelling is echter niet onderbouwd, terwijl Lokhorst dit wel heeft betwist. Liberty wordt niet gevolgd in haar stelling dat de kosten evenredig zouden verminderen naarmate de hoogte van de trap afneemt. Bepaalde basiskosten zullen immers ongeacht de hoogte van de trap moeten worden gemaakt. Dat er minderwerk is geweest ten aanzien van de trap T03, is dan ook niet vast komen te staan. Voor verrekening van dit minderwerk met het meerwerk voor de trappen T08 en T09, zoals door Liberty voorgestaan, is daarmee geen grond. Nu de post meerwerk voor de trappen T08 en T09 voor het overige niet is betwist, zal de rechtbank uitgaan van een meerwerkpost ad € 12.906,61.
€ 10.000,- is ontstaan is door Lokhorst echter onvoldoende betwist, zodat de rechtbank deze post over zal nemen.
€ 276.988,28 heeft Liberty – mede in het licht van de betwisting door Lokhorst, te weten dat dit in het kader van de optimalisaties al tot een prijsverlaging van € 300.000,- heeft geleid en dat zowel de door Liberty toegepaste hoeveelheden als de toegepaste prijs onjuist zijn – echter onvoldoende toegelicht en onderbouwd. Het is de rechtbank onvoldoende duidelijk hoe Liberty tot dit bedrag is gekomen, zodat de uiteengezette berekeningen niet zonder meer kunnen worden gevolgd. Dat maakt dat op dit punt niet kan worden vastgesteld voor welk bedrag er sprake is van minderwerk.
90.032 B € 3.402,25
90.033 nihil nihil
90.035 € 33.871,09
90.036 € 83.460,48
90.046 € 46.185,53
90.051 € 5.808,00
90.056 € 3.626,70
90.059 € 10.872,09
90.061 € 7.641,48
90.064 € 194.544,90
90.065 € 36.533,44
90.070 € 12.906,61
90.071 € 8.785,70
90.074 nihil nihil
90.075 € 1.538,90
90.076 € 8.951,25
90.081 € 10.000,-
90.082 € 4.725,60
90.083 € 12.342,00
90.084 € 13.200,00
90.088 € 25.000,00
90.090 nihil nihil
90.091 nihil nihil
90.094 € 26.551,78
90.097 € 30.288,01
90.099 nihil nihil
90.101 nihil nihil
90.102 nihil nihil
90.103 nihil nihil
90.104 € 16.500,00
90.105 € 5.155,00
90.106 nihil nihil
90.107 € 4.000,00
90.109 € 8.613,00
90.110 € 15.100,-
90.111 € 4.180,-
90.112 € 56.530,07
€ 15.762,59.
rente voorfinanciering € 23.552,08 (niet, althans onvoldoende, betwist)
rente voorfinanciering € 10.351,36 (niet, althans onvoldoende, betwist)
€ -31.919,73
€ -7.445.280,93Totaal € 1.033.812,78
beslagkosten € 5.853,17