Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
in vereniging. Van alle drie de gedetineerden, waaronder verdachte, zijn geweldshandelingen jegens de medewerkers uitgegaan. Bovendien hebben zij door hun gedragingen bijgedragen aan de sfeer van ontremming waarin de anderen tot gewelddadige handelingen zijn overgegaan en een gecoördineerde tegenactie van de medewerkers werd bemoeilijkt. De rechtbank merkt in dit verband op dat gedetineerden zich bijvoorbeeld niet distantieerden van de situatie door naar hun cel te gaan, maar op tafels sprongen en elkaar bij hun verzet tegen de medewerkers te hulp schoten. Hierdoor is de openlijke geweldpleging bevorderd. Ook hadden zij tijdens de gewelddadigheden oogcontact en reageerden zij op elkaar. Verdachte heeft een voldoende significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan deze geweldpleging. Door zijn aanwezigheid heeft hij niet alleen de groep getalsmatig versterkt, maar hij is welbewust een bijna zekere confrontatie aangegaan door mee te gaan in de aanvalsgolf tegen de medewerkers.
gewapendeoverval die zich in de woning van [persoon 1] had voorgedaan. Daardoor is bij haar kennelijk de vrees opgewekt dat ook bij haar een gewapende woningoverval zou gaan plaatsvinden en dat zij daarbij het leven zou kunnen verliezen. Dat verdachte niet op de hoogte was van de gewapende woningoverval een week voor de bedreiging maar alleen van een woninginbraak een maand voor de bedreiging, zoals de raadsvrouw heeft bepleit, acht de rechtbank ongeloofwaardig gelet op de bewoordingen die verdachte heeft gebruikt.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
12 (twaalf) maanden.
mr. J. Knol, voorzitter,
mrs. P.J. van Eekeren en M.R.J. van Wel, rechters,