Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 augustus 2015 in de zaak tussen
[eiser] handelend onder de naam [bedrijf], te Amsterdam, eiser,
Procesverloop
Overwegingen
A 2013. De rechtbank begrijpt deze beroepsgrond aldus dat eiser betoogt dat de segmentindeling voor hem onevenredige gevolgen heeft. De rechtbank stelt immers vast dat deze gronden zich niet zozeer richten tegen de in artikel 1.1, aanhef en onder k, van de RPA 2013 opgenomen indeling in segmenten als zodanig, maar dat eiser vooral bezwaar heeft tegen de gevolgen van de segmentindeling. Het belangrijkste gevolg waarmee eiser zich niet kan verenigen is dat een vaartuig op grond van artikel 3.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de RPA 2013 slechts mag worden vervangen door een vaartuig dat tot hetzelfde segment behoort en even groot is als het oorspronkelijke vaartuig of kleiner is dan dat vaartuig.
De voorgaande bepalingen tasten echter op geen enkele wijze het recht aan, dat een Staat heeft om die wetten toe te passen, die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2015.