Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Van de zitting waarop de beslissing tot omzetting is genomen, is de opgeëiste persoon nooit op de hoogte gesteld. Ook voor deze procedure geldt de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW. Ik kan op basis van de stukken uit het EAB niet vaststellen dat hij daarvoor ooit is opgeroepen. Er is geen toezegging dat de omzetting opnieuw wordt behandeld in aanwezigheid van de opgeëiste persoon. De overlevering moet worden geweigerd. Subsidiair dienen vragen in het kader van artikel 12 OLW te worden gesteld aan de uitvaardigende autoriteit.
Uit de aanvullende informatie blijkt dat de opgeëiste persoon aanwezig is geweest ter terechtzitting op vijf behandelingen van zijn strafzaak. Hij is dan ook in de gelegenheid geweest zijn verdediging te voeren en zich tegen de beschuldiging te verweren. Dat hij niet aanwezig is geweest bij alle zittingen waaronder de zitting waarop de uitspraak bekend werd gemaakt, is hem zelf toe te rekenen. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW is niet aan de orde.
4.Strafbaarheid
medeplegen van mishandelingals
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personenop
.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan the Circuit Court of Toruń, Polen, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.