ECLI:NL:RBAMS:2015:3653
Rechtbank Amsterdam
- Rekestprocedure
- A.C. Enkelaar
- S. van Eunen
- H.E. Spruit
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid officier van justitie in Europees aanhoudingsbevel; intrekking EAB
Op 9 juni 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Circuit Court in Olsztyn, Polen. De officier van justitie had een vordering ingediend op basis van artikel 23 van de Overleveringswet, met als doel de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen wordt verdacht van strafbare feiten. Tijdens de zitting werd echter duidelijk dat het EAB was ingetrokken door de uitvaardigende justitiële autoriteit. Dit gebeurde omdat de opgeëiste persoon had kunnen regelen dat hij zich, tegen betaling van een borgsom, op eigen gelegenheid naar de zitting in Polen zou begeven.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De officier van justitie, mr. K. van der Schaft, heeft ter zitting verklaard dat hij niet ontvankelijk verklaard dient te worden, nu het EAB was ingetrokken. De raadsman van de opgeëiste persoon, mr. F.A. de Leeuw, steunde deze conclusie. Gezien de intrekking van het EAB heeft de rechtbank geoordeeld dat de officier van justitie niet ontvankelijk is in zijn vordering.
De rechtbank heeft vervolgens de geschorste overleveringsdetentie opgeheven en de beslissing is uitgesproken in aanwezigheid van de rechters en de griffier. De uitspraak is definitief, aangezien er geen gewoon rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing volgens artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.