ECLI:NL:RBAMS:2015:3498

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 mei 2015
Publicatiedatum
9 juni 2015
Zaaknummer
13-529085-07
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overschrijding van de redelijke termijn in een strafzaak

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte aangeklaagd voor meerdere ernstige misdrijven, waaronder diefstal en het veroorzaken van explosies. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, met een behandelduur van meer dan acht jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vertraging in de behandeling van de zaak voornamelijk te wijten is aan het Openbaar Ministerie. De officier van justitie heeft gevorderd dat het OM niet-ontvankelijk wordt verklaard, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak ruimschoots is overschreden. De verdediging steunt deze vordering en wijst op de negatieve gevolgen van de vertraging voor de verdachte, die nog getuigen moet horen. De rechtbank heeft de tijdlijn van de zaak geanalyseerd en vastgesteld dat er tussen 2008 en 2015 aanzienlijke periodes van inactiviteit zijn geweest, zonder dat de verdediging hier enige blaam treft. De rechtbank concludeert dat de beginselen van een behoorlijke procesorde zijn geschonden door het lange tijdsverloop, wat de waarheidsvinding in gevaar heeft gebracht. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van de verdachte, waarmee de zaak wordt afgesloten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/529085-07 (Promis)
Datum uitspraak: 27 mei 2015
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Italië) op [geboortedag] 1961,
[adres, te plaats] (Italië).

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 mei 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.R.A. van IJzendoorn en van wat verdachte en zijn raadsman mr. K. Canatan naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
(B2)
hij op of omstreeks 14 april 2005, in elk geval in de periode van 14 april
2005 tot en met 24 april 2005, te Amsterdam ([straat]), althans in
Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een Fiat
Type Uno (gekentekend [kenteken 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door het stuurslot, althans een of meer sloten van bovengenoemde auto te
forceren en/of door te verbinden, althans door middel van braak, verbreking
en/of door middel van een valse sleutel;
Subsidiair:
hij op of omstreeks 14 april 2005, in elk geval in de periode van 14 april
2005 tot en met 24 april 2005 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een Fiat, type Uno
(gekentekend [kenteken 1]) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl
hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen wist(en) althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het (een) door
diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
(B2)
hij op of omstreeks 24 april 2005 te Amsterdam ([adres 1]) te omstreeks
3
uur, althans gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in/uit een geldautomaat (van de Rabobank) heeft
weggenomen (ongeveer) 90.850,- euro, in elk geval een groot geldbedrag, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Rabobank, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door met behulp van een of meer gasmengsels en/of
een of meer ontstekers een of meer explosies te veroorzaken in/aan
bovengenoemde geldautomaat en/of (vervolgens) door met een auto drie maal,
althans een of meermalen, tegen de pui van bovengenoemd bankfiliaal ( waarvan
bovengenoemde geldautomaat deel uitmaakte) te rijden tengevolge waarvan
bovengenoemde geldautomaat werd ontzet en/of geforceerd, althans door middel
van braak en/of verbreking;
3.
(B2)
hij op of omstreeks 24 april 2005 te Amsterdam, ([adres 1]), tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een
ontploffing teweeg heeft gebracht in een geldautomaat (van een filiaal van de
Rabobank), immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn
mededader(s) toen aldaar opzettelijk een of meer ontploffingen teweeg
gebracht, terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel
voor een of meer anderen die woonden, althans verbleven in of in de
onmiddellijke nabijheid van bovengenoemd pand, en/of gemeen gevaar voor
goederen te duchten was;
4.
(B2)
hij op of omstreeks 24 april 2005 te Amsterdam ([adres 1]), tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gebouw of een
getimmerte, te weten een afzonderlijke ruimte van de geldautomaat van een
bankfiliaal van de Rabobank en/of het bankfiliaal van de Rabobank (waartoe de
ruimte van de geldautomaat behoorde) opzettelijk heeft vernield of beschadigd,
immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s)
opzettelijk in de (ruimte van) de geldautomaat een of meer explosies laten
plaatsvinden en/of is/zijn hij, verdachte, en/of zijn mededaders driemaal,
althans een of meermalen, met een auto tegen de pui van het bankfiliaal
gereden terwijl daarvoor gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor
een of meer mensen die woonden of verbleven in of in de onmiddellijke
nabijheid van het pand, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen,
te duchten was;
5.
(B5)
hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2005 tot en met 4 oktober 2005 te
Haarlem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met
het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening vanaf een auto heeft weggenomen 2
kentekenplaten (met nummer [kenteken 2]) , in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [persoon 2], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s);
6.
(B5)
hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2005 tot en met 4 oktober 2005 te
Haarlem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een Fiat Uno
(gekentekend [kenteken 3]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [persoon 3], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot bovengenoemde auto heeft/hebben verschaft en/
of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door een portierslot en/of het contactslot van bovengenoemde auto te
verbreken, althans door middel van braak en/of verbreking;
7.
(B5)
hij op of omstreeks 4 oktober 2005 te Haarlem ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in/uit een geld/pinautomaat (van de Rabobank, gevestigd aan de [adres 2] te
Haarlem) weg te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende
aan bovengenoemde Rabobank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die
geld/pinautomaat te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld onder zijn/hun
bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, met een of meer van
zijn mededader(s), althans alleen, met behulp van een of meer gasmengsels
en/of een of meer ontstekers, een of meer explosies in/aan bovengenoemde
geld/pinautomaat heeft/hebben veroorzaakt en/of (vervolgens)
met een personenauto (merk Fiat, type Uno) een of meermalen (met hoge
snelheid) tegen de gevel en/of de geldautomaat en/of de toegangsdeur van die
geldautomaat van bovengenoemde bank heeft/hebben gereden;
8.
(B5)
hij op of omstreeks 4 oktober 2005 te Haarlem, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, een gebouw of een getimmerte, te weten
de veiligheidsdeur, die toegang biedt tot de ruimte achter de geld/pinautomaat
en/of de geld/pinautomaat van de Rabobank ([adres 2]) , opzettelijk heeft
vernield of beschadigd, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van
zijn mededader(s) opzettelijk (in de ruimte van) de geld/pinautomaat een of
meer explosies laten plaatsvinden en/of is/zijn hij, verdachte en/of zijn
mededaders, een of meermalen met een auto tegen de pui en/of de
geld/pinautomaat en/of de veiligheidsdeur, die toegang biedt tot de ruimte
achter de geld/pinautomaat van het bankfiliaal gereden terwijl daarvan gemeen
gevaar voor goederen te duchten was;
9.
(B6)
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2005 tot en met 5 oktober 2005 te
Muiden en/of te Weesp, althans in Nederland, ter voorbereiding van het met
anderen of een ander te plegen misdrijf te weten een diefstal door middel van
braak en/of verbreking, tezamen en in vereniging met anderen of een ander,
gedurende voor de nachtrust bestemde tijd en/of het opzettelijk teweegbrengen
van een ontploffing terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten
was, een personenauto,(merk Audi stationwagen) en/of drie paar, althans een of
meer, handschoenen en/of een haarband en/of twee, althans een of meer,
zonnepetjes en/of twee, althans een of meer, bivakmutsen en/of vijf, althans
een of meer, schroevendraaiers en/of drie, althans een of meer, breekijzers
en/of een houtbeitel en/of een zaklampje en/of tape en/of
ontstekingsapparatuur en/of een snijbrander en/of een stroomstootwapen en/of
twee gasflessen met drukregelaars en gasslang en een stuk wit
elektriciteitssnoer met zogenaamde krokodillenbekje(s) opzettelijk kennelijk
bestemd tot het in vereniging begaan van dat bovengenoemde misdrijf, heeft
verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd
en/of voorhanden heeft gehad

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Het is voor een ieder duidelijk dat deze zaak veel te lang is blijven stilliggen, hetgeen voor 99,9 % te wijten is aan het Openbaar Ministerie (OM).
In haar arrest uit 2008 heeft de Hoge Raad bepaald dat overschrijding van een redelijke termijn, zoals hier het geval is, nimmer kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM.
Daarom vordert de officier van justitie dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zal worden verklaard op grond van het ontbreken van maatschappelijk belang bij voortzetting ervan.
De oorspronkelijke tenlastelegging was aanmerkelijk ruimer dan wat er na de vorige zitting van is overgebleven. Enkel de feiten uit zaak B2 blijven over.
De belangen van de slachtoffers zijn hierdoor ook in omvang afgenomen.
Door het tijdverloop zou er van de op te leggen straf waarschijnlijk niet veel overblijven.
Het maatschappelijk belang om hiervoor nog getuigen uit Italië en Spanje te laten overkomen weegt niet op tegen de werkdruk die dit voor rechters, OM en advocaten zou kosten.
Alles afwegend ziet de officier van justitie geen belang de behandeling van de zaak voort te zetten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat het OM niet-ontvankelijk verklaard dient te worden vanwege de exorbitante overschrijding van de redelijke termijn, nu deze negatieve gevolgen kan hebben voor de verdachte, aangezien nog getuigen moeten worden gehoord.
Het betreft een vertraging in de behandeling van de zaak waarvan de verdediging op geen enkele wijze enig verwijt is te maken. De vertraging komt volledig voor rekening vanhet OM . Voorts is thans nog geen enkel zicht op een inhoudelijke behandeling zodat elke dag een voortzetting van de schending van de redelijke termijn betekent.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat uit van het volgende tijdverloop:
Uitvaardiging Europees Aanhoudingsbevel (EAB) : 28 maart 2007
Aanhouding verdachte in Bologna : 10 april 2007
Afwijzing overleveringsverzoek : 5 juni 2007
Toewijzing overleveringsverzoek : 30 november 2007
Verwerping cassatieberoep : 14 januari 2008
Overbrenging naar Nederland en
inverzekeringstelling : 26 maart 2008
Bevel tot bewaring : 28 maart 2008
Bevel gevangenhouding : 11 april 2008
Verlenging gevangenhouding. : 10 juni 2008
Zitting 4 juli 2008
Pro formazitting: wachten nog op resultaat gezichtsvergelijkend onderzoek uit Duitsland.
Rechtbank heft op het bevel tot voorlopige hechtenis, aangezien voor de ten laste gelegde feiten geen, althans onvoldoende ernstige bezwaren bestaan. De behandeling van de zaak wordt aangehouden tot 17 juli 2008.
4 juli 2008: verhoor getuige [getuige 1] door rechter-commissaris
Zitting 17 juli 2008.
Ambtshalve beslist de rechtbank dat de getuige [getuige 1] nader ter terechtzitting dient te worden gehoord.
De zaak wordt voor onbepaalde tijd aangehouden.
Zitting 16 januari 2013 niet doorgegaan
Zitting 29 augustus 2013 niet doorgegaan
Zitting 10 juli 2014
Oproeping nietig, nu verdachte niet op het bij justitie bekende adres in Italië is opgeroepen.
Zitting 27 mei 2015 (regiezitting).
De rechtbank gaat uit van de aanvang van de redelijke termijn op 10 april 2007, de dag dat verdachte in Bologna is aangehouden naar aanleiding van een Europees Aanhoudingsbevel. Nadat op 4 juli 2008 getuigen bij de Rechter-Commissaris zijn gehoord, heeft de rechtbank ter terechtzitting op 17 juli 2008 onder meer beslist dat nog twee getuigen, [getuige 1] en [getuige 2], gehoord dienen te worden. Vervolgens is verdachte opgeroepen voor zittingen in januari en augustus 2013, maar beide zittingen zijn op verzoek van het OM niet doorgegaan. Verdachte wordt dan voor de zitting van 10 juli 2014 opgeroepen, echter de rechtbank oordeelt dat de verdachte daarvoor niet juist is opgeroepen zodat de oproeping nietig is verklaard. De oproep voor de zitting van 27 mei 2015 betreft een zogenoemde regiezitting. Als einddatum voor de in artikel 6 EVRM verwoorde redelijke termijn geldt laatstgenoemde datum. Totaal een behandelduur van 8 jaar en 6 weken.
Dat betekent dat de zaak tussen 17 juli 2008 en 10 juli 2014 bijna 6 jaar heeft stil gelegen en dat na de nietige oproeping voor de zitting van 10 juli 2014 tot de laatste zittingsdag, 27 mei 2015, wederom een periode van tien maanden inactiviteit zit.
De rechtbank constateert dat de verdediging ter zake bovengenoemd tijdverloop geen blaam treft.
Volgens opdracht van de rechtbank van 17 juli 2008 dient dus nog de getuige [getuige 1], wonende in Spanje, te worden opgeroepen teneinde ter terechtzitting te worden gehoord, inmiddels tien jaar na de ten laste gelegde feiten. Dit tijdsverloop heeft gevolgen in negatieve zin voor de deugdelijkheid en de grondigheid van de ondervraging van de getuige. Ook heeft het tijdsverloop gevolgen in negatieve zin voor de mogelijkheid dat verhoor naar behoren te waarderen. Verdediging, OM en rechtbank worden zodanig belemmerd in hun zoektocht naar de feiten en de mogelijkheid die op deugdelijke wijze te waarderen dat de beginselen van een behoorlijke procesorde door het tijdverloop wezenlijk en irreparabel geschonden zijn. [1]
Dit alles leidt tot de conclusie dat deze zaak anders is dan andere zaken waarin gerechtelijke molens traag malen en het niet slechts gaat om een overschrijding van de redelijke termijn die zich door strafvermindering kan laten compenseren. De overschrijding van de redelijk termijn is zodanig dat de beginselen van een behoorlijke procesorde wezenlijk zijn geschonden doordat de waarheidsvinding, de basis van ieder strafvorderlijk optreden, in het gedrang is gekomen.
De rechtbank neemt bij deze beslissing mede in overweging dat de officier van justitie zelf tot niet-ontvankelijkheid heeft gerekwireerd, zij het op andere gronden.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond hiervan tot de volgende beslissing.
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. A.B.M. Wijnveldt en A.M. Kengen, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J. Witteman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 mei 2015.

Voetnoten

1.Gerechtshof ’s-Gravenhage 2 februari 2015, NBSTRAF 2015, 110