Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 mei 2015 in de zaken tussen
de Stichting Islamitisch Onderwijs Amsterdam, te Amsterdam, verzoekster
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Procesverloop
Overwegingen
6 december 2013 en 31 juli 2014 (primaire besluiten), waarbij de huisvestingsaanvragen over 2014 respectievelijk 2015 door verweerder zijn afgewezen, te nemen met inachtneming van deze uitspraak, onder verbeurte van een dwangsom van € 200,-- per dag dat verweerder in gebreke blijft, met een maximum van € 30.000,--.
14 januari 2014 bezwaar gemaakt. Daarop is bij besluit van 13 maart 2015 beslist door verweerder. De voorzieningenrechter is van oordeel dat, hoewel de termijn voor het nemen van een beslissing op bezwaar is verstreken, uit het dossier of anderszins niet is gebleken dat verzoekster verweerder schriftelijk in gebreke heeft gesteld. Ten aanzien van het niet tijdig nemen van de beslissing op dit bezwaar is dan ook, gelet op artikel 4:16, derde lid, van de Awb, geen dwangsom verschuldigd. De voorzieningenrechter zal het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar tegen de afwijzing van de huisvestingsaanvraag over 2014 dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit, voor zover zich dat richt tegen het buiten behandeling stellen van de huisvestingsaanvragen voor 2014 en 2015, gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor daarbij de aanvragen voor huisvesting over de jaren 2014 en 2015 buiten behandeling zijn gesteld; draagt verweerder op binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de bezwaren tegen de besluiten van 6 december 2013 en
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar tegen de afwijzing van de huisvestingsaanvraag voor 2014 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar tegen de afwijzing van de huisvestingsaanvraag voor 2015 gegrond;
- stelt vast dat verweerder als gevolg van het niet tijdig beslissen op het bezwaar tegen de afwijzing van de huisvestingsaanvraag over 2015 een dwangsom heeft verbeurd van in totaal € 1.260,- (zegge: duizend tweehonderd en zestig euro);
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 331,- (driehonderdeenendertig euro) aan verzoekster te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van
Rechtsmiddel
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.