Uitspraak
[adres, te plaats].
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
- tegen zijn vader gezegd dat hij, verdachte voornoemde [persoon 1] zou vermoorden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of waarna de vader van verdachte met [persoon 2] heeft gebeld en/of voornoemde woorden heeft doorgegeven en/of gezegd aan/tegen voornoemde [persoon 2] waarna voornoemde [persoon 2] voornoemde [persoon 1] heeft gebeld en/of (vervolgens) voornoemde woorden heeft doorgegeven en/of gezegd aan/tegen voornoemde [persoon 1] en/of
- tegen [persoon 2] gezegd dat hij, verdachte voornoemde [persoon 1] zou vermoorden en/of doodschieten en/of dat er twee kogels bestemd waren voor voornoemde [persoon 1], althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of waarna voornoemde [persoon 2] voornoemde [persoon 1] heeft gebeld en/of (vervolgens) voornoemde woorden heeft doorgegeven en/of gezegd aan/tegen voornoemde [persoon 1];
- tegen [persoon 1] gezegd: “Ben jij [persoon 1]? Ik kom je opzoeken. Ik heb drie kogels: een voor jou, een voor mijn zus en een voor mijzelf”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
- tegen zijn vader gezegd dat hij, verdachte voornoemde [persoon 2] zou vermoorden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of waarna de vader van verdachte met voornoemde [persoon 2] heeft gebeld en/of (vervolgens) voornoemde woorden heeft doorgegeven en/of gezegd aan/tegen voornoemde [persoon 2] en/of
- tegen voornoemde [persoon 2] gezegd dat hij, verdachte voornoemde [persoon 2] zou vermoorden en/of doodschieten en/of dat er twee kogels bestemd waren voor voornoemde [persoon 2], althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
De raadsman heeft als standpunt naar voren gebracht, onder verwijzing naar zijn pleitaantekeningen, dat verdachte van de voorbereiding aan moord dient te worden vrijgesproken.
- tegen zijn vader gezegd dat hij, verdachte voornoemde [persoon 1] zou vermoorden, waarna de vader van verdachte met [persoon 2] heeft gebeld en voornoemde woorden heeft doorgegeven aan voornoemde [persoon 2] waarna voornoemde [persoon 2] voornoemde [persoon 1] heeft gebeld en voornoemde woorden heeft doorgegeven aan voornoemde [persoon 1] en
- tegen [persoon 2] gezegd dat hij, verdachte voornoemde [persoon 1] zou vermoorden en dat er twee kogels bestemd waren voor voornoemde [persoon 1], waarna voornoemde [persoon 2] voornoemde [persoon 1] heeft gebeld en voornoemde woorden heeft doorgegeven.
- tegen zijn vader gezegd dat hij, verdachte, voornoemde [persoon 2] zou vermoorden, waarna de vader van verdachte met voornoemde [persoon 2] heeft gebeld en voornoemde woorden heeft doorgegeven aan voornoemde [persoon 2] en
- tegen voornoemde [persoon 2] gezegd dat hij, verdachte voornoemde [persoon 2] zou vermoorden en dat er twee kogels bestemd waren voor voornoemde [persoon 2].
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf8.1. Het standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem onder 1, 2 en 3 bewezen geachte feiten dient te worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 43 dagen met aftrek van voorarrest, alsmede een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen, waarvan een gedeelte, groot 100 uren, subsidiair 50 dagen, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Verdachte dient zich gedurende de proeftijd te houden aan de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, te weten een meldplicht en een behandelverplichting als de reclassering dat nodig acht.
- Pro Justitia rapport van 29 april 2014 van psycholoog mr. drs. R.A. Sterk;
- Reclasseringsadvies van 18 april 2014 van Reclassering Nederland.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
60 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
30 dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van
2 urenper dag.