Uitspraak
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde wordt verdachte verweten dat hij zich op 13 januari 2015 te Amstelveen heeft schuldig gemaakt aan schennis van de eerbaarheid door in de metro in de nabijheid van [persoon 2] te masturberen. In het dossier bevindt zich de verklaring van [persoon 2]. Hoewel zij verdachte nadien op foto’s van het metrostation Kronenburg te Amstelveen heeft herkend, wordt haar verklaring niet voldoende ondersteund door enig ander bewijsmiddel. Dat verdachte op 31 januari 2015 door een andere aangeefster in dezelfde metrolijn is gezien, terwijl hij zich op dezelfde wijze gedroeg, kan naar het oordeel van de rechtbank niet bijdragen aan het bewijs dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan. Volgens vaste jurisprudentie mag immers pas gebruik worden gemaakt van zogenaamd schakelbewijs, als uit het geheel van het bewijsmateriaal ter zake van een reeks van delicten een herkenbaar en gelijksoortig gedragspatroon kan worden vastgesteld. Van een voldoende onderscheidend gedragspatroon gedurende een reeks van delicten is evenwel geen sprake. Nu niet is voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, dat inhoudt dat een verklaring van één getuige niet voldoende is om bewezen te achten dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, dient verdachte van dit feit te worden vrijgesproken.
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf8.1. Het standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem onder 1, 2 en 3 bewezen geachte feiten dient te worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden met aftrek van voorarrest. De vordering na voorwaardelijke veroordeling dient te worden afgewezen, nu deze vordering (onherroepelijk) is toegewezen bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam op 5 januari 2015.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
4 maanden.