Op 1 mei 2015 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van moord en wapenbezit. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 29 december 2012 in de Staatsliedenbuurt te Amsterdam, waar twee jonge mensen om het leven zijn gebracht en er op politieagenten is geschoten. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op verschillende data in januari en maart 2015, waarbij de officieren van justitie, mrs. M. van Kampen en H. Oppe, de vordering hebben ingediend. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. F. van Baarlen.
De tenlastelegging omvatte onder andere de beschuldigingen van moord, poging tot moord en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De verdediging voerde aan dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege vermeende vormverzuimen tijdens de opsporing. De rechtbank oordeelde echter dat de inzet van undercoveragenten gerechtvaardigd was en dat er geen sprake was van onherstelbare vormverzuimen.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de moord en poging tot moord, maar dat hij wel schuldig was aan het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen, een AK-47. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 100 dagen op, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering werd gebracht. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat niet was aangetoond dat het bewezen geachte feit hen schade had toegebracht.