Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
terugte halen. Voorafgaand aan de woningoverval zou hij hebben geprobeerd de woning binnen te komen door in te breken, maar omdat dit mislukte wegens de goede beveiliging van de woning, was een overval de volgende stap. Na de overval zou verdachte een opslagruimte bij Shurgard hebben gehuurd om de buit op te slaan. De buit is later door [medeverdachte 1] en verdachte verplaatst naar de zus van [medeverdachte 1].
heetboven zijn zus zou zijn. Verdachte had dus de beschikking over de buit. In diverse ovc-gesprekken heeft verdachte gesproken over mislukte pogingen de buit te verkopen en over nieuwe mogelijkheden de buit te kunnen verkopen.
.Immers, uit het feitencomplex volgt dat de misdadige herkomst van het aangebodene niet is verhuld. Bovendien kan geen bewezenverklaring volgen omdat de tenlastegelegde gedraging niet leidt tot een begin van uitvoering als bedoeld in artikel 45, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering. Begin van uitvoering van de vereiste verhullingshandelingen kan immers uit de verwerving van de goederen niet worden afgeleid.
Op een gegeven moment dacht ik: Oh shit ik heb te veel gezegd”).Bovendien was [medeverdachte 1] op 18 juni 2014 niet bekend met de inhoud van het dossier zodat uitgesloten is dat hij zijn verklaring op andere bewijsmiddelen heeft afgestemd.
terughalenvan de spullen van [medeverdachte 2] bij het [slachtoffer 1 en 2], stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] met de derde persoon [medeverdachte 2] heeft bedoeld. [medeverdachte 2] is getrouwd geweest met [dochter van slachtoffer 1 en 2], de dochter van het [slachtoffer 1 en 2], die enige tijd geleden is overleden. Eén en ander wordt ondersteund door het feit dat verdachte [medeverdachte 2] meermalen in de penitentiaire inrichting heeft bezocht en hij ook telefonisch contact met hem heeft gehad, zowel voor als na de overval. Ook wordt het voorgaande ondersteund door enkele ovc-gesprekken en tapgesprekken waarin verdachte spreekt over ene [medeverdachte 2], welke naam de voornaam van [medeverdachte 2] is.
die apenverhaal bij hem komen halen maar dat hij de tipgever niet is, dat hij namens de tipgever praat. Er is alleen gezegd “er ligt zoveel in de kluis” en nou willen ze dat geld bij hem komen halen, aldus verdachte in dit gesprek.
snel snel.. was iets met brief ofzo op televisie. Blijkens het daarop volgende ovc-gesprek heeft verdachte vervolgens een ontmoeting met [medeverdachte 3] in zijn auto. Verdachte vertelt hem dat [medeverdachte 3] op Opsporing Verzocht is geweest. Uit dat gesprek blijkt bovendien dat verdachte [medeverdachte 3] uitvoerig vertelt hoe hij moet handelen in het geval hij zou worden opgepakt. Van belang is dat hij zich dan op zijn zwijgrecht beroept, dat hij zegt dat drie negers, [medeverdachte 1], [medeverdachte 4] en die andere, hem vijfhonderd euro hebben geboden om het tasje op te hangen en dat hij vooral zijn, verdachtes, naam niet moet noemen, aldus verdachte. Ook zegt hij:
waar ik stond was geen camera’s maar we zijn wel met deze auto geweest jonge. (…) Deze kenteken nachecken is ook een link naar mij toe. De twee hebben het vervolgens nog over een mogelijk op te leggen gevangenisstraf voor een overval met vastbinden en verdachte zegt tegen [medeverdachte 3] dat hij die gozer
die vandaag bij ons in de auto zatzal zeggen dat ze de komende vier maanden geen contact met hem, verdachte, mogen leggen.
apen en negersen dat hij hoopt de buit te verkopen zodat hij zelf rijk is en hij hun hun geld kan geven. Vervolgens zegt hij dat hij die apen met de buit naar een plek wil laten komen. [medeverdachte 1] moet dan die andere twee jongens meenemen en hij, verdachte, laat ze dan met de buit inrekenen terwijl verdachte zelf de beloning opstrijkt die de verzekering heeft uitgeloofd.
zeOpsporing Verzocht moeten kijken en dat
zedan gelijk kunnen zien
hoe wij hebben lopen rennen om die kanker onzin te verkopen vriend, want dat was gewoon onverkoopbaar.
alles was niet nodig geweest als er minimaal dertig pop in de kluis had gezeten en zevenentachtig ruggen aan sieraad, zoals [medeverdachte 2] had gezegd.Verdachte heeft het erover dat [medeverdachte 2] had gezegd dat ze de buit wel zouden terug kopen en dat er iemand uit Italië komt om de spullen te kopen. De buit is bijna een miljoen waard, dus de verzekering wil er wel een ton voor betalen. [medeverdachte 1] zegt over
de twee jongensdat ze het nog geen eens tegen hun eigen schaduw hebben verteld.
[medeverdachte 3]is aangehouden en dat
die apennog steeds buiten zijn want die waren er ook. Op de vraag
wie waren er?antwoordt verdachte:
in principe moet je het zo zien, we waren…we zijn met vier man. Twee apen, die andere aap die zogenaamde vriend van mij en deze Nederlandse jongen. Dus vijf totaal.
5.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen en op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, bewezen dat verdachte:
- een aantal foto's en
- een familieboek en
- mobiele telefoons (merk: Nokia en Samsung Galaxy Note II en
- een bankpas van ING en
- een geldbedrag van 6500 euro, en
- een kentekenbewijs deel II behorende bij een Suzuki Splash en
- paspoorten op naam gesteld van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en
- een hoeveelheid sieraden en
- een schoudertas en
- geldkistjes met daarin gulden munten en
- een Koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau op naam van [slachtoffer 2] en
- een consoleklok in boulle-stijl en
- een schilderij van Matthijs Schoevaerdts (Spaans landschap met kerk) en
- schilderijen van Frans van Severdonck (Dieren in landschappen) en
- een schilderij van Arnold Marc Gorter (Bebost landschap) en
- een schilderij van Isaac Israels (Bois de Boulogne) en
- een schilderij van L. Barberini (Zuid-Europese marktscene) en
- een schilderij van J. Bosboom (Kerkinterieur met figuren) en
- een beeld van gekleurd glas (gemaakt door [dochter van slachtoffer 1 en 2]) en
- een collectie judaïca zilver (ter waarde van 150.000 euro) en
- een cameoglazen vaasje van Emile Galle en
- een Hollandse geelkoperen Chanoeka lamp en
- een schildpad parelmoer en een zilveren besnijdenisdoos en
- een zilveren filigrein bruidskistje en
- een rococo bronzen Menora en
- een stel zilveren tafelkandelaars en
- zilveren bekertjes en schaaltjes en
- een collectie van 11 grote stuks zilveren speelgoed en
- een collectie van 26 stuks zilveren speelgoed en
- grote zilveren sauskommen (met elk twee oren) en
- antieke zilveren breipenhouders en
- een zilveren lepeldoos (met oud-Hollands reliëfdecor) en
- een zilveren antiek gegraveerde Chanoeka reiskandelaar en
- een 3-delig achtkantig peper- en zout-mosterdstelletje met blauwglazen binnenbakjes en
- een zilveren Hollands pepermuntdoosje en
- een Hollands Empire kristallen mosterdpot en
- zilveren speelgoed (te weten een kruiwagentje van [naam 1] te Antwerpen) en
- zilveren vaasvormige tafelstrooiers en
- een zilveren baluster tafelstrooier (met greep) en
- een zilveren gecontourneerd ovalen bonbonschaaltje en
- een zilveren achtkantige trommel (neo barokstijl met reliëfdecor van figuren) en
- een zilveren schuitvormig dienblad (Louis XVI stijl) en
- een zilveren bonbonmandje (Louis XVI stijl) en
- een of meer zilveren tafelkandelaars en
- een of meer zilveren gecontourneerde baluster tafelkandelaars en
- 7 zilveren en pleet bekers (enkele met Hebreeuwse teksten) en
- zilveren tafelkandelaars (laag model) en
- een 5-delig Rouaan aardewerk polychroom kaststel en
- een personenauto (Suzuki Splash [kenteken 1]) met overschrijvingsbewijs,
- van achteren bij haar nek hebben beet gepakt en
- een arm om haar nek hebben gelegd en
- een hand op haar mond hebben gedrukt en
- haar woning in hebben gesleurd en
- de trap op hebben gesleurd en
- hebben gezegd dat ze op haar knieën moest gaan zitten en "werk nou maar mee, anders doen we je man wat aan" en
- haar polsen en enkels en bovenlichaam met tape hebben vast gebonden en
- hebben gevraagd of ze een kluis had en
- op haar knieën naar de kluis hebben getrokken en
- hebben gezegd dat als het niet lukte met de code ze haar man verrot zouden slaan en
- die [slachtoffer 2] hebben vastgepakt en
- zijn polsen en enkels met tape hebben vastgebonden en
- een sprei over zijn hoofd hebben gedaan en
- hebben gezegd: "doe jij nou maar rustig anders doen wij jouw vrouw wat aan"
- mobiele telefoons (merk: Nokia en Samsung Galaxy Note II en
- een bankpas van ING en
- een kentekenbewijs deel II behorende bij een Suzuki Splash en
- paspoorten op naam gesteld van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en
- een hoeveelheid sieraden en
- een schoudertas en
- geldkistjes met daarin gulden munten en
- een Orde van Oranje Nassau op naam van [slachtoffer 2] en
- een consoleklok in boulle-stijl en
- een schilderij van Matthijs Schoevaerdts (Spaans landschap met kerk) en
- schilderijen van Frans van Severdonck (Dieren in landschappen) en
- een schilderij van Arnold Marc Gorter (Bebost landschap) en
- een schilderij van Isaac Israels (Bois de Boulogne) en
- een schilderij van L. Barberini (Zuid-Europese marktscene) en
- een schilderij van J. Bosboom (Kerkinterieur met figuren) en
- een beeld van gekleurd glas (gemaakt door [dochter van slachtoffer 1 en 2]) en
- een collectie judaïca zilver (ter waarde van 150.000 euro) en
- een cameoglazen vaasje van Emile Galle en
- een Hollandse geelkoperen Chanoeka lamp en
- een schildpad parelmoer en een zilveren besnijdenisdoos en
- een zilveren filigrein bruidskistje en
- een rococo bronzen Menora en
- een stel zilveren tafelkandelaars (middelhoog model) en
- zilveren bekertjes en schaaltjes en
- een collectie van 11 grote stuks zilveren speelgoed en
- een collectie van 26 kleine stuks zilveren speelgoed en
- grote zilveren sauskommen (met elk twee oren) en
- antieke zilveren breipenhouders en
- een zilveren lepeldoos (met oud-Hollands reliëfdecor) en
- een zilveren antiek gegraveerde Chanoeka reiskandelaar en
- een 3-delig achtkantig peper- en zout-mosterdstelletje met blauwglazen binnenbakjes en
- een zilveren Hollands pepermuntdoosje en
- een Hollands Empire kristallen mosterdpot en
- zilveren speelgoed (te weten een kruiwagentje van [naam 1] te Antwerpen) en
- zilveren vaasvormige tafelstrooiers en
- een zilveren baluster tafelstrooier (met greep) en
- een zilveren gecontourneerd ovalen bonbonschaaltje en
- een zilveren achtkantige trommel (neo barokstijl met reliëfdecor van figuren)
- een zilveren schuitvormig dienblad (Louis XVI stijl) en
- een zilveren bonbonmandje (Louis XVI stijl) en
- zilveren tafelkandelaars en
- zilveren gecontourneerde balustertafelkandelaars en
- 7 zilveren en pleet bekers (enkele met Hebreeuwse teksten) en
- zilveren tafelkandelaars (laag model) en
- een 5-delig Rouaan aardewerk polychroom kaststel
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Beslag
10.Benadeelde partijen
[slachtoffer 1], niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 primair bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade, gelet op de bedragen aan immateriële schadevergoeding die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, op € 6.000,- (zesduizend euro). De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
[slachtoffer 2],die inmiddels is overleden, niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 primair bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade, gelet op de bedragen aan immateriële schadevergoeding die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, op € 6.000,- (zesduizend euro). De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen en is op de voet van artikel 6:106 tweede lid, tweede volzin, van het Burgerlijk Wetboek, vatbaar voor overgang onder algemene titel op diens erfgenaam.
11.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Beslissing
(en/of heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) op andere wijze) getracht (een deel) van bovengenoemde goederen te verkopen(in regel 3 en 4 van onderen) betreft.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
7 (zeven) jaar.