Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 oktober 2013 van de curator, met producties,
- de conclusie van antwoord van Rabobank, met producties,
- het tussenvonnis van 29 januari 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 15 maart 2014, met de daarin genoemde processtukken en proceshandelingen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Lening I
het verbinden van de vennootschap en het bezwaren van activa van de vennootschap ten behoeve van ondernemingen en vennootschappen waarmee de vennootschap in een groep is verbonden en ten behoeve van derden (…) alles in de ruimste zin van het woord”.Gezien deze (ruime) omschrijving concludeert de rechtbank dat de lening past binnen het doel van de vennootschap en dat er geen sprake is van doeloverschrijding.
rechtbank: als het onderhavige], waarin natuurlijke personen handelen in de hoedanigheid van bestuurder, tevens (indirect) aandeelhouder, van meerdere vennootschappen die een groep vormen zal niet spoedig van tegenstrijdig belang in de zin van artikel 2:256 BW sprake zijn; (ii) waar voldoende duidelijk is dat ook zonder een daarop gerichte afwijkende statutaire regeling de afweging van belangen van de vennootschap(pen) en de daaraan verbonden onderneming in groepsverband aan de betrokken bestuurder tevens aandeelhouder is toevertrouwd teneinde de desbetreffende rechtshandeling(en) aan te gaan, zal artikel 2:256 BW niet zonder meer toepassing mogen vinden op grond van het enkele feit dat de bestuurder de belangen van twee onderscheiden vennootschappen heeft behartigd; (iii) bij het ontbreken van een inhoudelijke afwijkende regeling in de statuten zal een beroep op artikel 2:256 BW ter aantasting van een namens de vennootschap(pen) verrichte rechtshandeling slechts kunnen slagen als een persoonlijk belang van de bestuurder in de hiervoor bedoelde zin tegenstrijdig was met het belang van de vennootschap(pen) en de daaraan verbonden onderneming op grond van daartoe naar voren gebrachte, voldoende geadstrueerde, omstandigheden die zodanig van invloed kunnen zijn geweest op de besluitvorming van de betrokken bestuurder dat hij zich op grond van deze bepaling niet in staat had mogen achten het belang van de vennootschap(pen) en de daaraan verbonden onderneming met de vereiste integriteit en objectiviteit te behartigen en zich van de desbetreffende rechtshandeling had moeten onthouden.
1.158,00(2 punten × tarief € 579,00)