ECLI:NL:RBAMS:2015:1651

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 maart 2015
Publicatiedatum
24 maart 2015
Zaaknummer
C/13/581059 / KG ZA 15-152
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van het gehuurde door T-Mobile in verband met sloop van het Floraparkbad

In deze zaak vordert de Gemeente Amsterdam ontruiming van het gehuurde door T-Mobile, dat een telefoonmast en apparatuur heeft geplaatst op het Floraparkbad. De Gemeente heeft de huurovereenkomst met T-Mobile opgezegd vanwege de sloop van het zwembad in het kader van de herinrichting van het Noorderpark. T-Mobile beroept zich op ontruimingsbescherming volgens artikel 7:230a BW, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat T-Mobile zich niet kan beroepen op deze bescherming, omdat de huur geen betrekking heeft op een gedeelte van een gebouwde onroerende zaak. De voorzieningenrechter wijst de vordering van de Gemeente toe en veroordeelt T-Mobile tot ontruiming van het gehuurde. De Gemeente heeft een spoedeisend belang bij de ontruiming, aangezien de sloop van het oude zwembad noodzakelijk is voor de opening van het nieuwe Noorderparkbad op 1 april 2015. T-Mobile wordt ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/581059 / KG ZA 15-152 SP/LO
Vonnis in kort geding van 17 maart 2015
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE AMSTERDAM (bestuurscommissie Noord),
zetelende te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 16 februari 2015,
advocaat mr. A.L. Bervoets te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
T-MOBILE NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
gemachtigde mr.[gemachtigde].
Partijen zullen hierna de Gemeente en T-Mobile worden genoemd.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 3 maart 2015 heeft de Gemeente gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. T-Mobile heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van de Gemeente: [bouwmanager] (hierna: [bouwmanager]), bouwmanager, met mr. Bervoets en haar kantoorgenote mr. K. Imaalitane;
aan de zijde van T-Mobile: [site manager] (hierna: [site manager]), site manager property & acquisition met mr. [gemachtigde], senior legal advisor deployment.

2.De feiten

2.1.
De Gemeente is eigenaar van zwembad het Floraparkbad gelegen aan de Sneeuwbalweg 5 te Amsterdam.
2.2.
In 1998 heeft de Gemeente een overeenkomst (hierna: de huurovereenkomst) gesloten met de rechtsvoorgangster van T-Mobile. In de huurovereenkomst staat onder meer het volgende.
(…) OVEREENKOMST VOOR DE INSTALLATIE EN EXPLOITATIE VAN TELECOMMUNICATIE APPARATUUR (…)
A. Verhuurder is gerechtigd tot de onroerende zaak plaatselijk bekend: Floraparkbad [met de hand bijgeschreven ‘Sneeuwbalweg’, vzr], kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie K nummer 7121, hierna te noemen “
de Onroerende Zaak”. Verhuurder verleent Huurder het recht, welk recht Huurder aanvaardt, om voor eigen rekening en risico in, aan, op of boven de Onroerende Zaak telecommunicatie apparatuur te (laten) installeren en te (laten) exploiteren en in, aan, op of boven de Onroerende Zaak kabels aan te (laten) leggen en te (laten) onderhouden ten behoeve van nutsvoorzieningen voor de telecommunicatie apparatuur, e.e.a. zoals aangegeven in de bij deze overeenkomst gevoegde situatietekening(en). (…)
C. De door Huurder in verband met het sub A omschreven recht verschuldigde vergoeding bedraagt fl. 5.000,- (zegge: vijfduizend gulden). exclusief BTW per jaar (…)
D. Deze overeenkomst is aangegaan voor een termijn van 15 jaar, ingaande bij aanvang van de werkzaamheden met de mogelijkheid tot verlenging zoals nader vastgesteld in artikel 2.1 van de Algemene Bepalingen. In aanvulling op dit artikel wordt de volgende bepaling opgenomen: Verhuurder kan de overeenkomst tussentijds opzeggen, met een opzegtermijn van 12 maanden, wanneer voortzetting van de overeenkomst wegens zwaarwichtige redenen redelijkerwijs niet van hem kan worden verwacht. Onder zwaarwichtige redenen worden verstaan sloop, nieuwbouw en tenietgaan. (…)
2.3.
In de Algemene Bepalingen, die op de huurovereenkomst van toepassing zijn verklaard, staat onder meer het volgende.
(…)
2. Looptijd en beëindiging
2.1
Na verstrijken van de contractstermijn wordt deze overeenkomst stilzwijgend verlengd voor een aaneengesloten periode van telkens 5 jaar, onder dezelfde voorwaarden, behoudens opzegging door een der partijen middels aangetekende brief en met inachtneming van een opzegtermijn van 12 maanden. Verhuurder zal niet opzeggen, anders dan om zwaarwichtige redenen. (…)
2.4.
De Gemeente heeft besloten tot herinrichting van het Noorderpark. Het Noorderpark is een stadspark in het hart van Amsterdam-Noord en bestaat uit het voormalige Florapark en het Volewijkspark. De Gemeente heeft in het Noorderpark een nieuw zwembad gebouwd: het Noorderparkbad, met daarbij ook een buitenbad, een ligweide en een terras met horecagelegenheid. Het naastgelegen Floraparkbad wordt in twee fasen gesloopt. De aannemer is eind 2014 begonnen met fase 1 van het sloopplan, bestaande uit het slopen van de laagbouw van het oude bad tijdens de bouw van het nieuwe bad. Fase 2 betreft het slopen van de overige bebouwing van het oude bad en dient volgens de planning uiterlijk op 1 april 2015 aan te vangen.
2.5.
Bij aangetekende brief van 27 augustus 2013 heeft de Gemeente de huurovereenkomst opgezegd. In de brief staat onder meer het volgende.
(…) Hierbij deel ik u mee dat wij de overeenkomst met betrekking tot de antennelocatie op de Sneeuwbalweg 5 te Amsterdam per 1 september 2014 met u opzeggen. De reden hiervoor is dat de locatie gesloopt wordt in verband met de realisatie van een nieuw zwembad. Ik acht dit, in het verlengde van de overeenkomst, voldoende zwaarwichtige reden om de overeenkomst tussentijds te beëindigen. (…)
2.6.
In een e-mail van de Gemeente van 2 december 2013 aan T-Mobile staat onder meer het volgende.
(…) Enkele weken geleden hebben wij elkaar gesproken over de opzegging die wij gedaan hebben voor het huurcontract van het zwembad. (…) Het contract is op 27 augustus 2013 jl, aangetekend, per 1 september 2014 opgezegd. (…) Dat betekent dat jullie installatie (…) over ca 8 á 9 maanden weer weggehaald moet zijn. (…)
2.7.
In een e-mail van de Gemeente aan T-Mobile van 12 oktober 2014 staat onder meer het volgende.
(…) De sloop van Het Floraparkbad is aanstaande. Wij hebben het contract ruim op tijd opgezegd en naderhand met u gesproken over de sloop. Wanneer hebben jullie jullie installaties verwijderd? Graag
uiterlijkjanuari in verband met mogelijke fasering van sloopwerk. (…)
2.8.
In reactie daarop heeft T-Mobile per e-mail van 14 oktober 2014 aan de Gemeente onder meer het volgende bericht.
(…) T-Mobile houdt net als u eind januari 2015 aan om weg te zijn van bovenstaande locatie. Er is nog geen planning voor het bouwen van de nieuwe locatie, maar aansluitend wordt de huidige locatie afgebroken. (…)
2.9.
In een e-mail van 7 januari 2015 heeft de Gemeente nogmaals aan T-Mobile laten weten dat zij erop rekent dat T-Mobile de installatie die maand zal ontmantelen en verwijderen en vraagt zij T-Mobile om een bevestiging daarvan.
2.10.
In een brief van 14 januari 2015 van de gemachtigde van T-Mobile aan de Gemeente staat onder meer het volgende.
(…) De gemeente heeft deze huurovereenkomst per brief van 27 augustus 2013 met
bovenstaand kenmerk opgezegd per 1 september 2014 vanwege de sloop van het Floraparkbad, en de realisatie van een nieuw zwembad. Per brief van 11 september 2013 heeft T-Mobile de ontvangst van de brief bevestigd, en - zonder toe te stemmen in de beëindiging- aangegeven dat zij in gesprek wilde over terugplaatsing van de
telecommunicatie-apparatuur op de nieuwbouw.
Vanuit de gemeente is aangegeven dat het niet mogelijk was om terug te keren op de nieuwbouw. T-Mobile is vervolgens gaan zoeken naar een vervangende locatie voor haar apparatuur in de omgeving. Een nieuwe locatie voor de apparatuur moet aan veel technische randvoorwaarden voldoen. Omdat er inmiddels al een fijnmazig netwerk van duizenden antenne-opstelpunten in Nederland is, dient bij een noodzakelijke verhuizing van apparatuur een nieuw opstelpunt gevonden te worden in de directe omgeving van het bestaande opstelpunt, zodat het aansluit bij de rest van het netwerk. Antenne-opstellingen mogen niet te dichtbij elkaar staan, maar ook niet te ver uit elkaar. Een nieuwe locatie moet voldoende hoogte hebben, en voldoende ver boven de omgeving uitsteken, zodat het mobiele telefoon-signaal doorgegeven kan worden aan alle mobiele apparaten in het te bedienen gebied, alsmede dient het signaal zonder onderbreking bewegende mobiele telefoons te kunnen blijven volgen om daaraan diensten te kunnen blijven sturen. Ook dient de nieuwe locatie als het een gebouw betreft geschikt te zijn om een opstelling op te plaatsen, dat wil zeggen een plat dak te hebben, en constructief stevig genoeg zijn om de apparatuur te kunnen dragen. Voorts dient de eigenaar of eigenaren van het alternatieve gebouw bereid te zijn medewerking te verlenen aan het plaatsen van apparatuur op hun gebouw. (…)
Op 10 juni 2014 heeft T-Mobile overleg gehad met de gemeente om aan te geven dat andere bebouwing niet beschikbaar was in de wijk, en om alsnog medewerking aan terugplaatsing op het gebouw van het nieuwe Noorderparkbad te bespreken. Tijdens dit gesprek bleek dat de gemeente ook in deze omstandigheden niet mee wilde werken aan plaatsing op het Noorderparkbad. Om laatstgenoemde reden heeft T-Mobile vervolgens de gemeente verzocht medewerking te verlenen aan een nieuw te plaatsen vrijstaande mast in het park, om aldus toch voldoende hoogte te creëren voor haar apparatuur. Sinds augustus jl. is hier overleg over met verschillende medewerkers van de gemeente (…)
Op 12 januari jl. heeft een bespreking plaatsgevonden tussen T-Mobile en de gemeente. Dit gesprek is op verzoek van de heer Heijen elektronisch opgenomen ten behoeve van een verslag. Tijdens deze bespreking gaf de heer Witte aan dat de gemeente niet mee wilde werken aan een mast in het park, en dat T-Mobile maar op bestaande bebouwing in de wijk een plek moest zoeken. T-Mobile heeft daarop gereageerd dat er geen geschikte bestaande bebouwing beschikbaar is. (…)
T-Mobile heeft in laatstgenoemd gesprek naar voren gebracht dat zij begrijpt dat de not-in-my-backyard problematiek uiteraard speelt bij het plaatsen van een mast, maar dat van de gemeente een bredere afweging van belangen mag worden verwacht. Het noodnummer 112 wordt in de meeste gevallen gebeld met een mobiele telefoon, (…) Daarnaast wordt het mobiele netwerk inmiddels gebruikt door allerlei organisaties op het gebied van de maatschappelijke dienstverlening, bijv. in de gezondheidszorg, de
opsporing, openbare orde en veiligheid (…)
Vanwege het vorenstaande is het maatschappelijk ongewenst, en volgens T-Mobile onverantwoord, om een gat in de dekking te laten vallen in dit deel van Amsterdam Stadsdeel Noord door uitschakeling c.q. verwijdering van de installatie op het gebouw Floraparkbad voordat een vervangende installatie operationeel is. (…)
Hoewel een officiële en ondubbelzinnige aanzegging ontruiming naar de mening van T-Mobile nog niet heeft plaats gevonden kan T-Mobile zich niet aan de indruk onttrekken dat verschillende betrokken medewerkers van de gemeente, waaronder de heer [bouwmanager], de bouwmanager verantwoordelijk voor de sloop van het Floraparkbad, van mening zijn dat de gemeente na de eerdergenoemde opzegging van de huurovereenkomst en de aankondiging van de sloop vanaf eind januari a.s. over kan gaan tot de verdere sloop van het oude bad, ongeachte de consequenties voor de (werking van de) installatie van T-Mobile op het dak van het gebouw.
Beroep op ontruimingsbescherming
Om misverstanden - en schade aan de zijde van T-Mobile - te voorkomen geeft T-Mobile hierbij uitdrukkelijk aan dat zij van mening is dat een ontruiming van het dak per eind januari a.s. in de gegeven omstandigheden en gelet op de betrokken belangen niet van T-Mobile kan worden gevergd. Het is om deze reden dat T-Mobile bij deze alvast een
- voorwaardelijk - beroep doet op de wettelijke ontruimingsbescherming ex artikel 7:230a Burgerlijk Wetboek. Een en ander betekent dat uw cliënte de apparatuur en toebehoren van T-Mobile op grond van de wet ongemoeid dient te laten tot in ieder geval 2 maanden na 31 januari as. Binnen deze twee maanden zal T-Mobile zonodig een verzoekschrift indienen bij de rechtbank Amsterdam met het verzoek om de ontruimingsbescherming te verlengen tot een jaar conform artikel 7:230a lid 5 BW, althans totdat een vervangende installatie operationeel is in de nabije omgeving.
Aansprakelijkstelling voor zover vereist
Uitsluitend voor het geval de gemeente toch over wil (laten) gaan tot verwijdering of uitschakeling - direct of indirect (door onvoldoende toezicht op derden c.q. het sloopbedrijf) - van onze apparatuur per februari a.s. althans voordat wij de vervangende locatie operationeel hebben, en omdat de gevolgen van voortijdige uitschakeling van onze installatie niet vooraf te overzien zijn, en van velerlei aard kunnen zijn, moet ik u hierbij om formele redenen aansprakelijk stellen -voor zover vereist- voor de schade bij T-Mobile die daarvan het gevolg is. (…)
T-Mobile geeft er echter de voorkeur aan deze kwestie in onderling overleg met de gemeente op te lossen. Daarbij zou T-Mobile graag op korte termijn opnieuw in gesprek gaan over een locatie voor een mast in het Noorderpark.
Daarbij kunnen verschillende modellen masten aan de orde komen. Ook is de optie van een tijdelijke mast voor een overbruggingsperiode bespreekbaar. (…)
2.11.
De Gemeente heeft op de onder 2.10 genoemde brief gereageerd bij brief van 21 januari 2015, waarin onder meer het volgende staat.
(…) Los van de vraag of artikel 7:230a BW überhaupt wel van toepassing is bij het plaatsen van een antenne aan de schoorsteen boven het dak, een paar kastjes op de grond onder een luifel van een gebouw en de bekabeling langs de gevel en over het dak, meent de gemeente dat T-mobile op grond van dit wetsartikel geen ontruimingsbescherming toekomt.
T-mobile weet al bijna anderhalf jaar dat het zwembad wordt gesloopt. De gemeente heeft
meerdere malen zowel mondeling als in correspondentie aangegeven dat de installatie
daarom dient te worden verwijderd en daarmee de ontruiming aangezegd. Schriftelijk heeft de gemeente deze mededeling in elk geval gedaan in voornoemde mail van 2 december 2013 (ontruiming tegen 1 september 2014). De termijn van twee maanden uit
artikel 7:230a BW is daarmee ruim verstreken.
Daarbij zijn partijen gedurende het afgelopen anderhalf jaar steeds in gesprek geweest, waarbij T-mobile de gemeente vroeg om mee te denken over een andere locatie, maar ervan uitging voor de sloop te zullen vertrekken. T-mobile heeft desgevraagd schriftelijk bevestigd aan de gemeente eind januari 2015 te zullen vertrekken. De gemeente mocht er dus gerechtvaardigd vanuit gaan dan T-mobile daadwerkelijk zou vertrekken uiterlijk 31
januari 2015. Onder deze omstandigheden heeft T-mobile ingestemd met de beëindiging, althans het recht om zich op ontruimingsbescherming te beroepen verwerkt.
Voor het geval een voorzieningenrechter in een procedure tot ontruiming onverhoopt een
ander oordeel zou zijn toegedaan, zegt de gemeente hierbij voor de volledigheid nogmaals de ontruiming aan tegen 22 januari 2015. (…)
Het vinden van een andere locatie valt onder de verantwoordelijkheid van T-mobile. T-
mobile heeft de oude locatie langer dan de overeengekomen looptijd (15 jaar) kunnen
gebruiken. De gemeente heeft al aangegeven een antenne-installatie in het park niet passend te vinden omdat het niet strookt met de uitstraling ervan. Gezien de grote belangen bij een snelle oplossing biedt de gemeente in dit geval toch een locatie in het park (zie
afbeelding) aan onder bepaalde voorwaarden, waarbij T-mobile op andere wijze weer
tegemoet komt aan de uitstraling van het park (…)
2.12.
De Gemeente is voornemens om het nieuwe zwembad op 4 april 2015 feestelijk te openen. Vanaf begin april 2015 wil zij beginnen met de sloop van het oude bad, op welke plaats de hoofdentree tot het Florapark moet komen. Op 1 mei 2015 zullen ook het buitenbad en het buitenterras open gaan.
2.13.
Partijen zijn het in beginsel eens over een tijdelijke locatie aan de Sneeuwbalweg die door de Gemeente wordt aangeboden voor het plaatsen van een antennemast, zij het dat nog geen overeenstemming bestaat over de vergoeding die daarvoor betaald moet worden en dat T-Mobile eerst over een onherroepelijke omgevingsvergunning wenst te beschikken alvorens zij de mast op het Floraparkbad zal verwijderen. De benodigde omgevingsvergunning is door T-Mobile op 6 februari 2015 aangevraagd maar nog niet verleend.

3.Het geschil

3.1.
De Gemeente vordert samengevat - ontruiming van het gehuurde aan de Sneeuwbalweg 5 te Amsterdam, met machtiging van de Gemeente om die ontruiming zo nodig zelf te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm op kosten van T-Mobile, en met veroordeling van T-Mobile in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
T-Mobile voert verweer. Kort gezegd stelt zij dat haar een beroep op de wettelijke ontruimingsbescherming toekomt als bedoeld in artikel 7:230a van het Burgerlijk Wetboek (BW).
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het erover eens dat tussen hen een huurovereenkomst bestaat die door de Gemeente is opgezegd tegen 1 september 2014. Als opzeggingsgrond is gegeven de sloop van het Floraparkbad. Nu deze grond in artikel D van de huurovereenkomst expliciet wordt genoemd als een van de zwaarwichtige redenen voor opzegging en de opzegtermijn daarbij in acht is genomen is de huurovereenkomst rechtsgeldig beëindigd, hetgeen door T-Mobile ook niet althans onvoldoende wordt betwist.
4.2.
In geschil is of T-Mobile een beroep op ontruimingsbescherming als bedoeld in artikel 7:230a BW toekomt. T-Mobile heeft voor het eerst bij brief van 14 januari 2015 (zie 2.10) aangekondigd dat zij van mening is dat dit het geval is en alvast (voorwaardelijk) een beroep op ontruimingsbescherming gedaan. De Gemeente heeft daartegenover allereerst gesteld dat T-Mobile geen beroep op ontruimingsbescherming toekomt omdat geen sprake is huur van een (gedeelte van een) gebouwde onroerende zaak in de zin van artikel 7:230a BW. Verder betwist de Gemeente dat T-Mobile zich op ontruimingsbescherming kan beroepen om verschillende redenen die worden genoemd in de brief van 21 januari 2015 (zie 2.11).
4.3.
Het eerste lid van artikel 7:230a BW luidt als volgt.
Heeft de huur betrekking op een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan en is die zaak of dat gedeelte noch woonruimte, noch bedrijfsruimte in de zin van deze titel, dan kan de huurder na het einde van de huurovereenkomst de rechter verzoeken de termijn waarbinnen ontruiming moet plaats vinden, te verlengen. Het verzoek moet worden ingediend binnen twee maanden na het tijdstip waartegen schriftelijk ontruiming is aangezegd.
4.4.
Volgens de huurovereenkomst verleent de Gemeente T-Mobile – kort gezegd – het recht om
in, aan, op of bovende Onroerende Zaak (zoals gedefinieerd in de huurovereenkomst) apparatuur te installeren en te exploiteren. In de huurovereenkomst is daartoe niet een concreet deel van de onroerende zaak aangewezen. Feitelijk komt het erop neer dat T-Mobile een deel van het dak van het zwembad gebruikt ten behoeve van een mast en schotels, en enkele kastjes met apparatuur op de begane grond onder een luifel naast het zwembad. Daarnaast lopen vanaf de kastjes kabels buiten langs de gevel van het gebouw naar de antenne op het dak aan de schoorsteen. Onweersproken staat vast dat T-Mobile haar installatie geheel van de buitenkant kan bereiken en geen toegang tot het gebouw behoeft te krijgen voor onderhoud aan haar installatie. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan onder deze omstandigheden voorshands niet worden geoordeeld dat T-Mobile een gedeelte van een gebouwde onroerende zaak huurt als bedoeld in artikel 7:230a BW. Daartoe wordt als volgt overwogen.
4.5.
Uit de wetgeschiedenis blijkt dat artikel 7:230a BW moet worden beschouwd als een opvolger van de (inmiddels vervallen) artikelen 28c-28h Huurwet. Voor de definitie van het begrip ‘gebouwde onroerende zaak’ kan aansluiting worden gezocht bij de definitie die de Huurwet kende. De ontruimingsbescherming van 7:230a BW wijkt immers materieel niet af van de regeling in de artikelen 28c-h Huurwet; begripsmatig gaat het om een voortzetting van die regeling. Art 1 lid 3 sub c Huurwet kende als definitie van ‘gebouwde onroerende zaak’:
‘een gebouw of een gedeelte daarvan, indien dit gedeelte een zelfstandige bedrijfsruimte vormt, een en ander met zijn normale onroerende aanhorigheden’. Blijkens deze definitie is de gedachte geweest om bescherming te bieden aan de huurder van een zelfstandige bedrijfsruimte en dat is niet wat T-Mobile van de Gemeente huurt. Voor zover al gezegd kan worden dat T-Mobile een deel van het gebouw huurt (ze heeft het recht om daarop aan de buitenkant de door haar gewenste voorzieningen aan te brengen) geldt dat gebruik van het gebouw (als gebouw) volledig irrelevant is voor T-Mobile: zij heeft alleen een hoog punt nodig om haar voorzieningen op aan te brengen, maar zou die hoogte ook kunnen bereiken door een langere mast op de grond te plaatsen. Verder hoeft zij voor het plegen van onderhoud het gebouw niet te betreden. Zij kan de kastjes en de antenne vanaf de buitenkant van het gebouw bereiken. Duidelijk is verder dat de mast met toebehoren zelf geen gebouwde onroerende zaak is in de zin die daaraan door de Hoge Raad (HR 11 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:899) wordt toegekend.
4.6.
Gelet op het voorgaande heeft de huur geen betrekking op (een gedeelte van een) gebouwde onroerende zaak als bedoeld in artikel 7:230a BW zodat het beroep van T-Mobile op ontruimingsbescherming op grond van dat artikel niet opgaat. De overige door de Gemeente daartegen aangevoerde argumenten behoeven daarom geen verdere bespreking.
4.7.
Nu T-Mobile zich niet kan beroepen op ontruimingsbescherming geldt dat zij thans zonder recht of titel gebruik maakt van het gehuurde. De overeenkomst is rechtsgeldig opgezegd tegen 1 september 2014 en de ontruiming is in de onder 2.11 genoemde brief aangezegd tegen 22 januari 2015. De Gemeente heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening. Het (nog resterende deel van het) Floraparkbad zal moeten worden gesloopt. Op die plaats zal immers de hoofdentree van het nieuwe Noorderparkbad komen. Bovendien heeft de Gemeente er belang bij dat de sloop zoals gepland doorgang kan vinden, nu daarover al afspraken met de aannemer zijn gemaakt en de aannemer kosten in rekening zal brengen als hij niet verder kan met de sloop en aanleg van het park. Daarbij komt dat de Gemeente op 1 mei 2015 het nieuwe buitenbad in gebruik wil nemen, met daarbij het buitenterras met horecagelegenheid, hetgeen niet mogelijk is indien daar vlakbij sloopwerkzaamheden plaatsvinden, waarbij overigens ook asbest verwijderd zal moeten worden. T-Mobile zal het gehuurde daarom moeten ontruimen. T-Mobile heeft weliswaar aannemelijk gemaakt dat zij een groot belang heeft bij de aanwezigheid van de bestaande of een andere mast in de directe omgeving, maar dat leidt niet tot een ander oordeel. Hoewel de Gemeente met T-Mobile heeft gesproken over een andere locatie en inmiddels een tijdelijke locatie heeft aangeboden voor het plaatsen van een antennemast is de Gemeente contractueel niet gehouden T-Mobile een nieuwe locatie aan te bieden, zodat daarin geen reden kan worden gezien de ontruiming uit te stellen totdat sprake is van een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de tijdelijke locatie. Ook wordt geen aanleiding gezien de ontruiming uit te stellen om de onderhandelingspositie van T-Mobile over de tijdelijke locatie te verbeteren.
De gevorderde ontruiming zal dan ook worden toegewezen.
4.8.
De vordering om T-Mobile te veroordelen in de eventuele kosten van de ontruiming is eveneens voor toewijzing vatbaar. T-Mobile zal worden veroordeeld om, indien zij niet vrijwillig aan de veroordeling tot ontruiming voldoet en de Gemeente de ontruiming met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder zelf bewerkstelligt, de kosten van de ontruiming aan de Gemeente te betalen, op vertoning van en conform het proces-verbaal van ontruiming van de deurwaarder, waaraan de eventuele nota’s van bij de ontruiming ingeschakelde derden zullen zijn gehecht (een en ander conform artikel 9 lid 3 van het Besluit Tarieven Ambtshandelingen Gerechtsdeurwaarders).
4.9.
T-Mobile zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
- dagvaarding € 94,19
- griffierecht 613,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.523,19
4.10.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt T-Mobile om binnen een week na betekening van dit vonnis het gehuurde aan de Sneeuwbalweg 5 te Amsterdam te ontruimen met al de haren en het hare, en volledig ontruimd en bezemschoon aan de Gemeente op te leveren en ter beschikking te stellen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde,
5.2.
veroordeelt T-Mobile, indien zij niet vrijwillig aan de hiervoor gegeven veroordeling tot ontruiming voldoet en de Gemeente de ontruiming met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder zelf bewerkstelligt, aan de Gemeente de kosten van de ontruiming te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van ontruiming,
5.3.
veroordeelt T-Mobile in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 1.523,19,
5.4.
veroordeelt T-Mobile in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 131,00 voor salaris advocaat te vermeerderen met € 68,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.P. Pompe, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2015. [1]

Voetnoten

1.type: LO