Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- een proces-verbaal van de openbare terechtzitting van de politierechter van 20 februari 2014 in de zaak met parketnummer 13/215101-13,
- het dossier in de strafzaak tegen verzoeker met parketnummer
- de spreekaantekeningen van de officier van justitie (mr. S. Tammes) ten behoeve van de wrakingszitting van 14 maart 2014.
1.De feiten
Verdachte is al 26 jaar in Nederland en heeft bij zijn verhoor bij de politie aangegeven dat hij geen bijstand van een advocaat behoefde. Ook heeft hij niet gezegd dat hij een tolk nodig had. (…) Verder zegt de politierechter dat zij de indruk heeft dat verdachte haar goed begrijpt.
Hierop interrumpeert de advocaat en zegt: ik ga u wraken.De politierechter vraagt daarop aan hem waarom hij vindt dat zij bevooroordeeld zou zijn door de zaak niet aan te houden.De advocaat zegt hierop: in uw overweging om het verzoek af te wijzen stelt u enkel dat u hem wel begrijpt maar u gaat volledig voorbij aan het punt dat hij u niet begrijpt. En verder zeg ik, dat bijstand van een tolk dusdanig van belang is voor effectuering voor een eerlijk proces dat uw afwijzing als zo onbegrijpelijk moet worden beschouwd dat daaruit uw vooringenomenheid blijkt.
2.Het verzoek en de gronden daarvan
3.De reactie van de officier van justitie
4.De reactie van de politierechter
5.De beoordeling van het verzoek
(1) De eerste beslissing van de politierechter om de zaak niet aan te houden ten behoeve van het inschakelen van een tolk wekt de schijn van vooringenomenheid.
(2) De tweede beslissing van de politierechter om na het dicteren en voorlezen van het proces-verbaal van wraking haar eerdere beslissing niet willen heroverwegen – terwijl volgens verzoeker op dat moment te meer bleek van de noodzaak van een tolk – wekt eveneens de schijn van vooringenomenheid.
5.8 In deze zaak is in het geding het recht van een verdachte op een tolk tijdens de behandeling van zijn zaak. Dit recht is neergelegd in artikel 275 van het Wetboek van Strafvordering, luidend:
1. Indien een verdachte de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst, wordt het onderzoek niet voortgezet zonder de bijstand van een tolk.