Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
III K 584/05van the District Court of Rybnik van 28 februari 2006 betrof een voorwaardelijke vrijheidsstraf voor de duur van twee jaar met een proeftijd van vier jaren. Op 19 oktober 2009 heeft hetzelfde gerecht de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijke straf bevolen.
K 366/08van the District Court of Rybnik van 9 december 2008 betrof eveneens een voorwaardelijke vrijheidsstraf, dit keer voor de duur van negen maanden met een proeftijd van vijf jaren. Op 9 mei 2011 heeft hetzelfde gerecht de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijke straf bevolen.
4.Strafbaarheid
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan the Circuit Court in Gliwice, 5th Penal Division in Rybnik, Polen, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraffen, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.