Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.De weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, eerste lid aanhef en onder e OLW
[naam 2](Case C-261/09) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie het begrip ‘dezelfde feiten’ overeenkomstig de uitleg van dat begrip in het kader van artikel 54 Schengen Uitvoeringsovereenkomst (SUO) uitgelegd. Dat betekent dat het Hof van Justitie van de Europese Unie van oordeel is dat het begrip ‘hetzelfde feit’ in artikel 3 punt 2 van het Kaderbesluit, alleen betrekking heeft op de feiten zelf en een geheel van onlosmakelijk met elkaar verbonden concrete omstandigheden omvat, ongeacht de juridische kwalificatie van deze feiten of het beschermde rechtsbelang.
[naam 2], omdat Noorwegen gebonden is aan artikel 54 SUO.
‘handel in gestolen voertuigen’volgt de rechtbank het standpunt van de officier van justitie. Uit het EAB blijkt dat deze handel betrekking heeft op drie in Noorwegen gestolen auto’s, te weten een Mercedes ML met kenteken [kenteken 1], een BMW 520 met kenteken [kenteken 2] en een BMW X5 met kenteken [kenteken 3]. Voor betrokkenheid bij deze drie diefstallen is de opgeëiste persoon door de Noorse rechter niet veroordeeld, zo blijkt uit het in het Nederlands vertaalde deel van het Noorse vonnis dat door de raadsman aan de rechtbank is over gelegd. De weigeringsgrond staat dan ook niet in de weg aan overlevering met betrekking tot het lijstfeit ‘handel in gestolen voertuigen’.
‘deelneming aan een criminele organisatie’overweegt de rechtbank als volgt. In de omschrijving in het EAB hebben de Franse autoriteiten vermeld dat de Mercedes ML met kenteken [kenteken 1] en de BMW 520 met kenteken [kenteken 2] in Straatsburg zijn gezien, terwijl zij gestolen waren in Noorwegen. De omschrijving in het EAB vermeldt ook dat volgens informatie uit Noorwegen 52 dure auto’s onder dezelfde omstandigheden waren gestolen. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen staat vast dat de opgeëiste persoon in Noorwegen niet is veroordeeld voor de diefstal van de drie hiervoor gespecificeerde auto’s. De rechtbank kan evenwel niet vaststellen of de opgeëiste persoon voor één van de 52 in het EAB niet met kenteken gespecificeerde auto’s in Noorwegen is veroordeeld. De rechtbank is echter van oordeel dat overlevering op basis van deze feitomschrijving geen schending van het ne bis in idem-beginsel oplevert. De verdenking dat de opgeëiste persoon heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, die, kort gezegd, tot oogmerk had dure auto’s te stelen betreft een ander feit dan de individuele diefstallen van de auto’s gepleegd door leden van die criminele organisatie. Immers, deelneming aan een criminele organisatie betreft niet het verwijt van de individuele misdrijven die de organisatie zou plegen, maar het verwijt dat die misdrijven in georganiseerd verband werden gepleegd, bestaande uit een hiërarchie, rolverdeling, vooropgezet plan et cetera. Daar komt bij dat de Franse verdenking van deelname aan een criminele organisatie in ieder geval is gebaseerd op de diefstal van drie met kenteken gespecificeerde auto’s waarvoor de opgeëiste persoon in Noorwegen niet is veroordeeld. Uit het Noorse vonnis blijkt verder dat de opgeëiste persoon in Noorwegen niet is veroordeeld voor deelname aan een (criminele) organisatie die tot oogmerk heeft het stelen en/of uitvoeren van luxe auto’s. Gelet op het voorgaande is ook afgezien van de verschillen in juridische kwalificatie en beschermd rechtsbelang sprake van andere feiten. De ‘Noorse diefstallen’ en de activiteiten van de criminele organisatie waarvoor de overlevering is gevraagd vormen geen geheel van onlosmakelijk aan elkaar verbonden omstandigheden.
6.Artikel 13, tweede lid OLW
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Procureur de la République près le Tribunal de Grande Instance de Strasbourg (Frankrijk) ten behoeve van het in Frankrijk tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.