In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 november 2014 een beschikking gegeven betreffende de ontzetting van het ouderlijk gezag van de vader en de moeder over hun minderjarige kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 8 oktober 2014 een verzoek ingediend tot ontzetting van het ouderlijk gezag, waarbij het misbruik van gezag door de ouders werd aangevoerd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken en de behandeling vond plaats met gesloten deuren op 21 oktober 2014. De moeder was niet verschenen, terwijl de minderjarigen apart zijn gehoord, bijgestaan door hun advocaat. De vader was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, en ook de stiefmoeder was aanwezig met haar advocaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders, ondanks hun huwelijk en de geboorte van de minderjarigen, niet in staat zijn om op een verantwoorde manier voor hun kinderen te zorgen. De moeder heeft na de echtscheiding in Marokko een minimale rol gespeeld in het leven van de minderjarigen, terwijl de vader en de stiefmoeder in een conflict verwikkeld zijn geraakt, wat emotionele belasting voor de kinderen met zich meebracht. De rechtbank heeft ook gekeken naar de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing die eerder waren uitgesproken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de ouders in hun eigen belang hebben gehandeld en dat er sprake is van misbruik van gezag. De beslissing houdt in dat de ouders worden ontzet uit het ouderlijk gezag en dat Jeugdbescherming Regio Amsterdam wordt benoemd als voogd over de minderjarigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.