10.Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B en C, van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 2:
gewoontewitwassen;
ten aanzien van feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
ten aanzien van feit 4:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
20 (twintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
5 (vijf) maanden, van deze gevangenisstraf
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Gelast de
teruggave aan verdachtevan: de horloges (1 tot en met 4), de bankbescheiden (nummer 6), het bankbescheid van verdachte (nummer 7) en de portemonnee (nummer 8).
Gelast de
teruggave aan de rechthebbendevan: de creditcard (nummer 5) en de bankbescheiden, met uitzondering van het bankbescheid van verdachte (nummer 7).
Verklaart verbeurdde gelden onder de nummers 9 tot en met 16 van de beslaglijst.
Wijst de vordering van
Liander N.V, postbus 1101, 8200 BC Lelystad, toe tot
€ 6.670,34 (zesduizendzeshonderdzeventig euro en vierendertig cent). Dit betreft materiële schade.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan Liander N.V. voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van Liander N.V., € 6.670,34 (zesduizendzeshonderdzeventig euro en vierendertig cent) aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting door hechtenis van 68 dagen vervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.W. Inden, voorzitter,
mrs. E.F.A. van Buitenen en R.H. Mulderije, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.S. Janse van Mantgem, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 november 2014.
Bijlage I
Ten aanzien van feit 1 en feit 4
1.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011217409-6 van 29 augustus 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pag. A1 2 t/m 4).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaren, zakelijk weergegeven:
Op 25 augustus 2011 stelden wij een onderzoek in naar het bedrijfspand [adres 3] te Amsterdam. Wij kwamen op 25 augustus 2011 ter plaatse samen met SEON en Liander. Wij zagen diverse potten met hennepplanten. Tevens zagen wij dat er meerdere lampen waren opgehangen kennelijk bedoeld om de hennepplanten sneller te laten groeien. [persoon 8], werkzaam bij de dienst Liander, verklaarde na een kort onderzoek aan de meterkast het volgende: de meterkast is doorgelust. De originele zegels zijn doorgeknipt in het midden. Daarna heeft iemand aan de meterkast gerommeld. De medewerkers van het SEON verklaarde mij na een kort onderzoek van voornoemd pand het volgende: de plantage bestaat uit 195 planten in een pot.
2. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011217409-12 van 27 september 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (doorgenummerde pag. A1 6).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
Nadat ik het pand aan de [adres 3] te Amsterdam op 25 augustus 2011 had betreden, zag ik in de meterkast dat de bedrading van elektriciteit buiten de meter om werd geleid hetgeen gebruikelijk is bij hennepplantages waardoor kosteloos stroom wordt gebruikt.
3. Een verslag van 2 september 2011, laboratoriumnummer 1140N11 van dr. P. Hommerson, forensisch expert, in de zaak tegen de verdachte NN [adres 3] (doorgenummerde pag. A1 9).
Dit verslag houdt onder meer in als verklaring van voornoemde deskundige, zakelijk weergegeven:
1. zakje met 35,2 gr gedroogde plantendelen: is hennep
4. Een geschrift, zijnde een aangifte met nummer 2011-217409 van 30 augustus 2011, opgemaakt door de daartoe bevoegde [persoon 9], namens Liander N.V. (doorgenummerde pag. 11 t/m 13).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [persoon 9], zakelijk weergegeven:
De fraudespecialist constateerde op 25 augustus 2011 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie en trof het volgende aan. De zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Door de manipulatie werd de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Uit het door Liander N.V. ingestelde onderzoek is gebleken dat er een hennepplantage was ingericht in ieder geval in de periode maart 2011 tot en met 25 augustus 2011. Dit betekent dat er in deze periode vermoedelijk sprake is geweest van tenminste twee oogsten. Naar aanleiding van dit onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat dat er minimaal 43.428 kWh illegaal is afgenomen ten behoeve van de hennepplantage.
5. Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming met nummer 2011217409 van 28 september 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (doorgenummerde pag. A1 34 met foto’s van poststukken op pag. A1 37-45).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
Op 28 september 2011 werd binnengetreden in het pand, [adres 3] te Amsterdam. Deze doorzoeking betrof een aanvullende zoeking. Tijdens deze tactische doorzoeking werden ten behoeve van het onderzoek foto’s genomen van de aangetroffen goederen waaronder poststukken van onder andere [bedrijf 2] gevestigd aan de [adres 5] te Amsterdam en [bedrijf 1] gevestigd aan de [adres 6] te Amsterdam.
6. Een proces-verbaal van bevindingen [adres 3] met nummer 2011217409 van 19 september 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (doorgenummerde pag. A1 54).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
Op 19 september 2011 heb ik een bezoek gebracht aan de [persoon 10] van [beheermaatschappij A]. [beheermaatschappij A] is de beheermaatschappij en eigenaar van diverse panden waaronder het perceel [adres 3] in Amsterdam. [persoon 10] verklaarde mij het volgende: ‘Per maand wordt het huurbedrag, zijnde € 1630,13, van het pand betaald via de bank. Ik overhandig u hierbij kopieën van bankafschriften waaruit het volgende volgt:
2 augustus 2011 betaling van 1630,13 euro
[Uitzendbureau A], gevestigd aan de [adres 6] te Amsterdam. Tegenrekening betreft giro [rekeningnummer 1].’
7. Een proces-verbaal stroombetaling [adres 3] met nummer 2011217409 van 19 september 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] (doorgenummerde pag. A1 85).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
Uit de opgevraagde gegevens blijkt dat de stroom op het adres [adres 3] te Amsterdam is betaald met onder andere onderstaand rekeningnummer:
3-8-2011 [rekeningnummer 1] [Uitzendbureau A] [adres 6] Amsterdam
25-5-2011 [rekeningnummer 1] [Uitzendbureau A] [adres 6] Amsterdam
8. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011217409 van 29 september 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (doorgenummerde pag. A1 89A t/m 105).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
Gedurende de ontmanteling in perceel [adres 3] te Amsterdam op 25 augustus 2011 zag ik dat er twee camera’s waren geplaatst op de oprit van [adres 4]. De beelden zijn direct bekeken.
12 augustus 2011, 11:45:05: Volkswagen Caddy komt aanrijden en parkeert met de achterzijde van het voertuig voor [adres 3]. De bestuurder stapt uit. Op de zijkant van de Caddy staat het logo [naam 1]. De persoon opent met de sleutel de voordeur van de [adres 3] en gaat naar binnen. Het kenteken van het voertuig is [kenteken].
12 augustus, 14:05:21: Volkswagen Caddy, kenteken [kenteken] arriveert en parkeert bij [adres 3]. Wederom met logo [naam 1] aan de zijkant aangebracht. Zelfde persoon als eerder vandaag stapt uit en opent de voordeur met de sleutel.
13 augustus 2011, 12:06:13: Volkswagen Caddy, met logo [naam 1] op de zijkant, arriveert en parkeert bij de [adres 3]. Het is dezelfde man als gisteren. Hij pakt een donkerkleurige tas/vuilniszak uit de auto en neemt deze mee naar binnen.
15 augustus 2011, 12:16:32: Volkswagen Caddy met logo [naam 1] arriveert en parkeert bij de [adres 3]. Hij opent de achterdeur van de Caddy en draagt in zijn hand een vuilniszak. Het lijkt dezelfde persoon als de vorige keren met de Caddy. Hij opent de voordeur van de [adres 3] en gaat naar binnen. Om 13:08 komt dezelfde persoon weer naar buiten. Hij heeft een volle vuilniszak bij zich.
17 augustus 2011, 12:11:03: De Volkswagen Caddy met het logo [naam 1] op de zijkant arriveert en parkeert bij de [adres 3]. De persoon lijkt dezelfde bestuurder te zijn die eerder reeds meerdere keren bij het pand arriveerde met deze VW Caddy. Hij kijkt omhoog naar de eerste verdieping voordat hij de voordeur van dit pand binnen gaat.
19 augustus 2011, 12:37:42: De Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken] met het logo [naam 1] op de zijkant arriveert en parkeert bij de [adres 3]. De bestuurder haalt uit de Caddy een tweetal gevulde plastic zakken, vermoedelijk een vuilniszak en een gewone plastic zak, en draagt deze in de richting van het pand. Vervolgens haalt hij uit zijn zak een bos met sleutels en brengt deze in de richting van de deur. Vervolgens gaat hij met de tassen naar binnen.
9. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011217409 van 29 september 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (doorgenummerde pag. A1 105).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
De bestuurder van de Volkswagen Caddy die regelmatig verschijnt bij de [adres 3] en daar ook naar binnen gaat, vertoont op de videobeelden gelijkenis met de persoon die is afgebeeld op de pasfoto van [verdachte]. De lengte, haardracht, kleur en ontbreken van gezichtsbeharing zijn sterk gelijkend.
10. Een proces-verbaal ter inbeslagneming met nummer 20111217409 van 7 december 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] (doorgenummerde pag. A1 266-269).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
Tijdens de doorzoeking in de [adres 1, te plaats] op 6 december 2011 werd administratie inbeslaggenomen zoals vermeld op de beslaglijst:
In de slaapkamer een portemonnee met onder andere een ING bankpas van [Uitzendbureau A], tnv [persoon 5], rek.nummer: [rekeningnummer 1], afkomstig uit de blouse van verdachte.
11. Een proces-verbaal van verhoor van verdachte met nummer 2011217409 van 22 november 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 8] (doorgenummerde pag. A1 277, 278, 283).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik woon op de [adres 7] te Haarlem. Sinds vijf maanden ben ik elke dag in de [adres 1, te plaats]. Meestal maak alleen ik gebruik van de box aan de [adres 7].
Vanaf half april 2011 rijd ik 100% zelf in de Volkswagen Caddy, voorzien van kenteken [kenteken]. Ik ben sinds april 2011 de enige bestuurder.
Ik kwam wel eens op de [adres 3] te Amsterdam.
12. Een proces-verbaal van verhoor van verdachte met nummer 2011217409 van 8 december 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 11] (doorgenummerde pag. A1 302).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik ben bekend met het rekeningnummer [rekeningnummer 1]. De pas staat op naam van [Uitzendbureau A]. [persoon 5] heeft de rekening geopend. De pas heb ik in mijn bezit. Ik kan ermee pinnen. Als er geld op die rekening binnenkomt dan pak ik dat.
13. Een proces-verbaal van 18 oktober 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar Aml32726 en Aml35353 (doorgenummerde pag. A1 173 en 174).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaren, zakelijk weergegeven:
Op 13 oktober 2011 zijn observatiewerkzaamheden verricht. Uit technische acties blijkt dat het subject zich mogelijk bevindt in de [adres 6] te Amsterdam. De observaties worden op dit adres gestart. De Volkswagen Caddy, voorzien van kenteken [kenteken], staat geparkeerd in de [adres 6]. Aml32726 ziet [verdachte] lopen naar de Volkswagen Caddy en opent de voordeur met de sleutel. Hij steekt zijn arm naar binnen en haalt hem er weer uit. Vervolgens loopt [verdachte] naar NN1 en zij lopen samen naar binnen in de [adres 5]. Deze handelingen worden een paar keer herhaald en dan rijdt hij in de Volkswagen Caddy weg.
14. Een proces-verbaal observeren 3 november 2011 met nummer 2011217409 van 7 november 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8], [verbalisant 9], [verbalisant 6], [verbalisant 10] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pag. A1 184-185).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaren, zakelijk weergegeven:
[verbalisant 8] en [verbalisant 9] zien dat [verdachte] en NN1 uit het adres [adres 5] komen en in de Volkswagen Caddy, voorzien van kenteken [kenteken] stappen. Na een korte rit wordt de Volkswagen Caddy weer geparkeerd in de nabijheid van de [adres 5]. [verdachte] gaat naar binnen. Ook NN1 en NN2 gaan dit pand naar binnen. Even later gaat [verdachte] naar binnen bij de [adres 6] waarna hij met post in zijn handen weer naar binnen gaat bij de [adres 5]. Daarna stapt [verdachte] in de Caddy en rijdt weg. [verdachte] gaat naar binnen op het adres [adres 1, te plaats].
15. De verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik wel eens op de adressen [adres 6] en [adres 5] te Amsterdam kom. De panden zijn naast elkaar gelegen. Ik breng en haal af en toe de post.
16. Een geschrift, zijnde een kopie van een visitekaartje in samenhang bezien met het proces-verbaal van relaas (doorgenummerde pagina 6 en A1 289).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Tijdens de doorzoeking in de [adres 1, te plaats] is een visitekaartje inbeslaggenomen met daarop de tekst:
[bedrijf 1], Manager [verdachte]. [adres 6] te Amsterdam.
17. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011217409 van 19 oktober 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 16] (doorgenummerde pag. A1 88).
Ik zag in het bevragingssysteem van de politie het volgende staan.
Waarschuwingsadres
Naam [verdachte]
Adres [adres 6]
18. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011217409 van 7 december 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 11] en [verbalisant 12] (doorgenummerde pag. A1 290-291).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaren, zakelijk weergegeven:
Op 6 december 2011 hebben wij onderzoek gedaan naar het volgende voertuig: Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken]. In de laadruimte van het voertuig zagen wij plastic zakken liggen met materialen. Wij zagen dat er in één van de tassen een elektriciteitssnoer zat. In een anders tas zagen wij dat er verschillende bussen zaten met pur-schuim en kitmiddelen. In een stoffen tas zagen wij dat er delen van een stoppenkast zaten. Tevens zagen wij in een blauwe/groene stoffen zak een vierkanten afzuiginstallatie. Deze afzuigers kunnen mogelijk worden gebruikt in de hennepteelt. Ook zagen wij in de laadruimte enkele kartonnen doosjes liggen. Na deze geopend te hebben bleek het om zekeringen te gaan. Al deze middelen kunnen worden gebruikt bij het aan/omleggen van elektriciteit.
19. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL136D 2011217409-28 van 6 december 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 13] en [verbalisant 14] (doorgenummerde pag. A1 237).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaren, zakelijk weergegeven:
Op 6 december 2011 vond in een kelderbox van perceel [adres 7] te Haarlem een zoeking plaats. Wij hebben een inventarisatie gemaakt van de aangetroffen goederen:
Deze goederen werden door ons herkend als zijnde voorwerpen die gebruikt worden als gereedschap voor een hennepkwekerij.
20. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011217409 van 7 februari 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pag. A4 159).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
Onderstaande goederen zijn aangetroffen op het adres [adres 1, te plaats]:
Banktransacties
[verdachte] KB Haarlem 800.000 euro
[verdachte] KB Haarlem 31.000 euro
[verdachte] KB Haarlem 5.665,85
21. Een geschrift, zijnde een kopie van een bankafschrift van de Akbank van 23 november 2009 (doorgenummerde pag. A4 175).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Datum: 23-11-2011
Storting van € 5.663,85
Ondertekend door verdachte.
22. Een geschrift, zijnde een kopie van een bankafschrift van de Akbank van 23 november 2009 (doorgenummerde pag. A4 175).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Datum: 23-11-2011
Contante storting van € 31.000,-
Ondertekend door verdachte.
23. Een geschrift, zijnde een kopie van een bankafschrift van de Akbank van 6 juli 2010 (doorgenummerde pag. A4 174).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Datum: 06-07-2010
Contante storting van € 800.000,-
Ondertekend door verdachte.
24. Een geschrift, zijnde een kopie van een bankafschrift van de Akbank van 3 mei 2011 (doorgenummerde pag. A4 232).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Datum: 04-05-2011
Contante storting van € 21.883,78
Ondertekend door verdachte.
25. De verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb de geldbedragen zoals tenlastegelegd zelf in contanten gestort op mijn eigen Turkse privérekening in Turkije.
26. Een proces-verbaal van verhoor van verdachte met nummer 2011217409 van 6 december 2011 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 8] (doorgenummerde pag. A1 275).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik en mijn vrouw krijgen een bijstandsuitkering sinds het moment dat mijn bedrijf failliet is gegaan. Ik krijg netto per maand 1.005 euro. Daar gaat 65 euro en 66 euro vanaf. Ik heb geen schenkingen of giften ontvangen. Van de erfenis is niets over. Ik heb nooit geld gewonnen.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van het bewezen geachte feit sprake is van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verklaring van verdachte alle onderdelen van de bewezenverklaring betreft.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de hierna opgegeven bewijsmiddelen.