Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Chief Consultantbij het Ministerie van Justitie te Denemarken en strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid, feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Onschuldverweer
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
de verwachtingbestaat dat hij niet zijn verblijfsrecht in Nederland zal verliezen ten gevolge van de opgelegde straf of maatregel.
inschatting van de vermoedelijke strafmaatnaar Nederlandse maatstaven. De IND beoordeelt vervolgens of deze strafmaat tot beëindiging van het verblijfsrecht zou leiden. Indien dit het geval is, dan is niet voldaan aan de derde voorwaarde van lid 5 en wordt geen terugkeergarantie gevraagd.
naeen veroordeling in de uitvaardigende lidstaat wordt bekeken of de daadwerkelijke sanctieoplegging tot beëindiging van het verblijfsrecht in Nederland leidt. De officier van justitie formuleert dan aan de hand van de daadwerkelijke veroordeling opnieuw een vermoedelijke strafmaat naar Nederlandse maatstaven. De IND beoordeelt vervolgens weer of een en ander tot beëindiging leidt. Niet is uitgesloten dat deze tweede beoordeling afwijkt van de eerdere beoordeling.
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de OLW
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Chief Consultantbij het Ministerie van Justitie te Denemarken ten behoeve van het in Denemarken tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.