ECLI:NL:RBAMS:2014:7534

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2014
Publicatiedatum
13 november 2014
Zaaknummer
HA ZA 13-219
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvullend vonnis inzake faillissement L&H Customer Services B.V.

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 29 oktober 2014 een aanvullend vonnis gewezen in het faillissement van L&H Customer Services B.V., vertegenwoordigd door curator [naam 1]. Dit aanvullend vonnis volgt op een eerder vonnis van 3 september 2014, gepubliceerd onder ECLI:NL:RBAMS:2014:6153. De partijen in deze procedure zijn de curator, ING Bank N.V., en twee andere gedaagden, die gezamenlijk worden aangeduid als [gedaagden 2 en 3]. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om het eerdere vonnis aan te vullen of te verbeteren, wat door hen eenstemmig is verzocht. De rechtbank heeft dit verzoek ingewilligd en heeft de tekst van het eerdere vonnis aangepast. In het aanvullend vonnis is specifiek bepaald dat de afwijzing van vordering I moet worden gelezen in de context dat [gedaagden 2 en 3] geen rechthebbende onder de bankgarantie zijn. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters G.H. Marcus, N.C.H. Blankevoort en A.W.H. Vink.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, meervoudige kamer voor burgerlijke zaken
zaaknummer / rolnummer: C/13/536444 / HA ZA 13-219

Aanvullend vonnis van 29 oktober 2014

in de zaak van
[naam 1]in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van L&H Customer Services B.V., gevestigd te Nieuwegein,
kantoorhoudende te Utrecht,
eiser,
advocaat: mr. J.M. Luijkx te Utrecht,
tegen
1. de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat: mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
2. de commanditaire vennootschap
[naam gedaagde 2],
gevestigd te [plaats],
gedaagde,
advocaat: mr. Z. Vivolo te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam gedaagde 3]
gevestigd te [plaats],
gedaagde,
advocaat: mr. Z. Vivolo te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de Curator, ING, [naam gedaagde 2] en [naam gedaagde 3] tezamen: [gedaagden 2 en 3]) worden genoemd.
De rechtbank heeft op 3 september 2014 vonnis gewezen. Partijen hebben de rechtbank eenstemmig verzocht het vonnis van 3 september 2014 aan te vullen of te verbeteren als na genoemd. De rechtbank acht termen aanwezig het verzoek in te willigen.

De beslissing

1.1.
bepaalt dat waar in het vonnis van 3 september 2014 onder 5.4 is bepaald:
wijst vordering I af,
moet worden gelezen:
wijst vordering I af, voor zover gegrond op de stelling dat [gedaagden 2 en 3] geen rechthebbende onder de bankgarantie is.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Marcus, mr. N.C.H. Blankevoort en mr. A.W.H. Vink en in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2014. [1]

Voetnoten

1.type: BvB