Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
‘Aanwijzing auditief en audiovisueel registeren van verhoren aangevers, getuigen en verdachten’een facultatieve aanwijzing is en zij daar derhalve niet toe verplicht was. Daarnaast is verdachte niet in zijn belangen geschaad nu aangever en de getuigen bij de rechter-commissaris zijn gehoord in bijzijn van de verdediging.
‘Aanwijzing auditief en audiovisueel registreren van aangevers, getuigen en verdachten’beoogt bij te dragen aan de mogelijkheden om de gang van zaken bij de verhoren desgewenst in een latere fase van het proces te controleren. Met de verdediging constateert de rechtbank dat de verhoren van de aangever en de getuigen bij de politie niet hebben plaatsgevonden in overeenstemming met voornoemde Aanwijzing. Dat levert een onherstelbaar vormverzuim op. Nu echter door dit verzuim geen belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel is geschonden en verdachte hierdoor niet in zijn belangen is geschaad, zal de rechtbank volstaan met de enkele vaststelling dat er sprake is van een vormverzuim en hieraan geen rechtsgevolgen verbinden. Hierbij heeft de rechtbank mede in aanmerking genomen dat de verdediging in de gelegenheid is geweest om de personen, die eerder bij de politie hadden verklaard, bij de rechter-commissaris te ondervragen teneinde de gang van zaken bij de politieverhoren te controleren.
(‘as a whole’in de jurisprudentie van het EHRM) als “fair” is te betitelen. Gelet op de aard en ernst van hierboven geconstateerde onrechtmatigheden en/of onzorgvuldigheden, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat de procedure niettemin ‘als geheel’ als “fair” valt aan te merken.
4.Waardering van het bewijs ten aanzien van feit 1
(hierna: aangever)mishandeld in skybox 233 van de [locatie], ten gevolge waarvan hij het volgende letsel oploopt: een enkelfractuur met een open wond waardoor het bot van de binnenenkel zichtbaar was, gescheurde enkelbanden, licht schedelhersenletsel, meerdere bloeduitstortingen rondom beide ogen en aangezichtsfracturen, waaronder breuken in de binnenste wand en de bodem van de linker oogkas met verplaatsing van botdelen en een breuk van de neus met verplaatsing van botdelen. In de skybox zijn op het moment van de mishandeling verschillende personen aanwezig, waaronder verdachte en medeverdachte [persoon 10]
(hierna: [persoon 10]).Aangever verklaart diezelfde nacht in het ziekenhuis dat hij door vier personen is geschopt en geslagen, waaronder verdachte. In zijn daarop volgende verklaringen wordt ook [persoon 10] genoemd als dader.
(hierna: [persoon 11]), die voor zowel verdachte als [persoon 10] belastende verklaringen heeft afgelegd. Daarnaast is vanaf 9 juli 2012 de telefoon van aangever afgeluisterd. Uit deze afgeluisterde gesprekken blijkt dat aangever met meerdere mensen (waaronder getuige [persoon 11]) bespreekt wat er die avond in de skybox is gebeurd. Hierdoor wordt al vrij snel door de verdediging getwijfeld aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van zowel aangever als [persoon 11].
(de rechtbank begrijpt: [persoon 10])een klap te geven. Dit is in tegenspraak met de verklaring van [persoon 10], dat juist hij het geweld probeerde te stoppen. Als verdachte de wens zou hebben gehad het geweld te stoppen, dan had het bovendien meer voor de hand gelegen dit verbaal te uiten maar dat heeft hij niet gedaan, althans daar zijn geen aanwijzingen voor. Het door verdachte geschetste scenario wordt voorts tegengesproken door de verklaring van beveiliger [persoon 14], die direct na het incident verdachte in de skybox in het bijzijn van de twee andere mogelijke daders heeft aangetroffen. Er heerste op dat moment een opgefokte sfeer en er werd “[naam 1], [naam 1], [naam 1]” geroepen, aldus [persoon 14]. De beveiliger had de indruk dat [persoon 10] verdachte probeerde te kalmeren. Korte tijd later is verdachte weggegaan via het balkon van de skybox. Het door verdachte geschetste alternatieve scenario acht de rechtbank dan ook niet geloofwaardig.
5.Waardering van het bewijs ten aanzien van de [naam B]-zaak (feit 2)
(hierna: [persoon 2])en een groep ‘jongens’. Als de politie ter plaatse is horen verbalisanten een vriend van [persoon 2] zeggen: “het was [verdachte].”
6.Waardering van het bewijs ten aanzien van de [naam C]-zaak (feiten 3 en 4)
(hierna: [persoon 3])aangifte gedaan van zware mishandeling gepleegd door verdachte op 17 juli 2011 in [naam C]. [persoon 3], eigenaar van [naam C], heeft verklaard dat hij die avond samen met twee Italianen, [persoon 4]
(hierna: [persoon 4])en [persoon 23]
(hierna: [persoon 23]), in zijn club aanwezig was en dat hij in discussie raakte met een lange man van Noord-Afrikaanse afkomst, omdat hij er niet langs kon. Voorts heeft hij verklaard dat hij, nadat hij tegen die man zei dat hij de eigenaar was, direct een vuistslag heeft gekregen en daarna werd getrapt tegen zijn mond, ten gevolge waarvan een aantal tanden afbraken. Vervolgens trof [persoon 3] diezelfde man bij de uitgang, waar hij van een collega te horen kreeg dat die man [verdachte] was.
(hierna: [persoon 24]), die de eerste klap aan [persoon 3] heeft gegeven en zijn broer, [persoon 25]
(hierna: [persoon 25]), zou vervolgens ook hebben geslagen. [persoon 3] werd vervolgens door meerdere personen geslagen en geschopt. Verdachte zou daarop [persoon 25] en [persoon 24] hebben weggetrokken.
(hierna: [persoon 5]), de ex-vriendin van verdachte.
8.Waardering van het bewijs ten aanzien van de [naam D]-zaak (feit 7)
(hierna: [persoon 6])een kopstoot gegeven.
9.Waardering van het bewijs met ten aanzien van de [naam E]-zaak (feit 8)
(hierna: [persoon 7])van club [naam E] aan het [locatie] mishandeld door meerdere personen ten gevolge waarvan hij een gebroken neus en oogkas heeft opgelopen. Diezelfde nacht heeft [persoon 7] tegenover meerdere verbalisanten, die het letsel bij [persoon 7] waarnemen, verklaringen afgelegd. Hij heeft onder andere verklaard dat hij een groep mannen aan de deur had geweigerd en dat verdachte één van deze mannen was. Vervolgens zou hij door een kleine pokdalige man met een boksbeugel zijn geslagen, ten gevolge waarvan hij niks meer zag, waarna hij nog meer klappen kreeg, maar niet kon zien van wie.
10.Waardering van het bewijs ten aanzien van feit 9
11.Bewezenverklaring
12.De strafbaarheid van de feiten
13.De strafbaarheid van verdachte
14.Motivering van de straf
15.Ten aanzien van de benadeelde partij [persoon 1] (feit 1)
[persoon 1]voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd, met uitzondering van de kosten van rechtsbijstand.
16.Ten aanzien van de benadeelde partij [persoon 3] (feit 3)
[persoon 3]voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd, met uitzondering van de kosten van rechtsbijstand.
17.Ten aanzien van de benadeelde partij [persoon 6] (feit 7)
[persoon 6]voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd, met uitzondering van de kosten van rechtsbijstand.
18.Toepasselijke wettelijke voorschriften
19.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
€ 750,-(zevenhondervijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 15 dagen.