In deze zaak vordert eiser, eigenaar van een pand aan de Tweede Helmersstraat 91 te Amsterdam, schadevergoeding van gedaagde, de eigenaar van het naastgelegen pand, wegens lekkage die het gevolg zou zijn van gebreken aan de riolering in het pand van gedaagde. Eiser stelt dat hij in mei 2012 lekkage heeft geconstateerd in zijn kelder, die voortkwam uit de kapotte riolering van gedaagde. Ondanks herhaalde verzoeken om de lekkage te verhelpen, heeft gedaagde geen adequate maatregelen genomen, waardoor eiser materiële en financiële schade heeft geleden. Eiser vordert onder andere vergoeding voor inkomstenderving, schade aan zijn electrapomp, kosten voor funderingsherstel en dwangsommen. De rechtbank oordeelt dat gedaagde verwijtbaar nalatig is geweest in het verhelpen van de lekkage, maar wijst de vordering tot vergoeding van de kosten voor funderingsherstel af, omdat eiser niet tijdig toestemming heeft gevraagd voor de werkzaamheden aan de mandelige muur. De rechtbank kent eiser een schadevergoeding toe van € 3.700 voor vervangende woonruimte, maar wijst de overige vorderingen af. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat ieder de eigen kosten draagt.