Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 september 2014 in de zaken tussen
[eiser 1] te [woonplaats], eiser 1
[eiser 2], te [woonplaats], eiser 2
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 september 2014 uitspraak gedaan in de zaken van twee eisers die een urgentieverklaring voor woningtoewijzing hadden aangevraagd. De rechtbank oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam bevoegd was om te beslissen op deze aanvragen op basis van een privaatrechtelijk convenant, en niet op basis van publiekrechtelijke regelgeving. De eisers hadden bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van hun aanvragen, maar het college verklaarde deze bezwaren niet-ontvankelijk. De rechtbank volgde de eisers niet in hun betoog dat de beslissing op de urgentieverklaring als een publiekrechtelijk besluit moest worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de wetgever niet uitsluitend de publiekrechtelijke weg had willen openstellen voor de uitvoering van het gemeentelijke beleid inzake woonruimteverdeling. De rechtbank oordeelde dat de keuze voor de privaatrechtelijke weg niet onaanvaardbaar was, ook al had de overheid ervoor kunnen kiezen om een publiekrechtelijk stelsel te handhaven. De beroepen van de eisers werden ongegrond verklaard, en de rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.