ECLI:NL:RBAMS:2014:5719

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2014
Publicatiedatum
5 september 2014
Zaaknummer
61.2014
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 maart 2014 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Het verzoek was gericht tegen mr. G.W.J. Harten, bestuursrechter te Amsterdam, in een lopende procedure onder zaaknummer AMS 13-6092 ZVW. De verzoeker stelde dat hij geen schriftelijke kennisgeving had ontvangen over de wijziging van de rechter die de zitting zou leiden, en dat hij zich benadeeld voelde door de behandeling van zijn zaak.

De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld aan de hand van de wettelijke criteria voor wraking, die vereisen dat er concrete feiten of omstandigheden moeten zijn die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank oordeelde dat de motivering van het verzoek onbegrijpelijk was en dat er geen feiten of omstandigheden waren aangevoerd die een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid konden onderbouwen.

Daarom verklaarde de rechtbank het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk en besloot dat de mondelinge behandeling van het verzoek achterwege kon blijven. Bovendien oordeelde de rechtbank dat het wrakingsmiddel lichtvaardig was ingezet zonder enige kenbare grondslag, wat werd aangemerkt als misbruik van recht. De rechtbank bepaalde dat een volgend verzoek tot wraking van de rechter belast met de behandeling van de zaak van klager niet in behandeling zou worden genomen.

De beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, en tegen deze beslissing staat op grond van artikel 8:18 lid 5 Awb geen voorziening open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

wrakingskamer
Beschikking op het op 26 februari 2014 schriftelijk gedane en onder rekestnummer C/14/560637 HA RK 61.2014 ingeschreven verzoek van:
[Naam]
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
verzoeker,
welk verzoek strekt tot wraking van mr. G.W.J. Harten, bestuursrechter te Amsterdam, hierna: de rechter.

1.Verloop van de procedure

1.1
Verzoeker is partij in een bij de rechtbank aanhangige en onder zaaknummer AMS 13-6092 ZVW geregistreerde zaak.
1.2
Op 25 februari 2014 heeft in deze zaak een mondelinge behandeling plaatsgevonden ten overstaan van de rechter. De behandeling is gesloten en de uitspraak is bepaald op zes weken.

2.De beoordeling van het verzoek

2.1
Wraking van een rechter is slechts mogelijk op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan kan sprake zijn indien de rechter jegens een partij vooringenomen is of indien de vrees van een partij daarvoor objectief gerechtvaardigd is.
2.2
Bij de beoordeling daarvan moet voorop staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
2.3
Uit de wet (8:15 en 8:16 Awb) en het vermoeden van onpartijdigheid volgt dat een verzoeker concrete feiten en omstandigheden dient aan te voeren waaruit objectief afgeleid kan worden dat de rechter jegens een partij vooringenomen is, of dat de vrees van een partij dat er sprake is van een dergelijke vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd is. Alle feiten en omstandigheden moeten tegelijk - in het verzoek - worden voorgedragen.
2.4
Het verzoek houdt in:
“aan buro president
wraking rechter harten
zaaknummer ams 13/6092 zvw
geacht
mijn was duidelijk gemaakt dat rechter polak de zitting zouw leiden en als ging naar wens
maar op eens werd de zitting zaal veranders
naar enquete kamer en kreeg ik rechter harten
ik heb hier geen schriftelijk af schrift gekreegen
best
maar deze rechter plaats strafrechtelijk op merking inzake mijn gezondhied
je bent een beetje gek
dan moet jij die 1500 euro betaalen
maar ik u duidelijk maaken
ik lever bij de belasting dienst heerlen
bijna een schoendoos aan papier in de belasting inspectuer stelt mijn aanslag naar eer en geweffen vast
natuurlijk kan je zaaken anders schikken
dan krijg je meer
of natuurlijk kan je meer heffen
maar voor beeld
jij hebt een france verzekering ziekte kosten
lekker leuk dan MOGEN WE HEFFEN
maar we vergeeten tom mutsearts bedrijfs arts voor de strafrechter te plaaten
dat bedoel
college zorg verzekering
in het proces verbaal rechtbank den haag belasting sector
rechter lips staat belasting inspectuer bareata vind de zaak verwarend
duidelijk op zitting
college zorg verzekering heeft een totaal anders aanslag voor oogen
de de belasting inspectuer uit legt aan rechtbank
ruzie rechter walderveen
college zorg verzekering heeft een totaal ander proces verbaal
van de zitting rechter walderveen
jij krijgt dat niet
dan ik heb
ik wil nog maals wijzen op dat medisch expertie rapport
afdeeling debiteur van college zorg verzekering zegt er is betaal
door belasting dienst ik blijf hier bij
hier mijn wraking
hoogachtend
[Naam]
[adres]
2.4
De motivering van het onderhavige verzoek is onbegrijpelijk en het verzoek bevat om die reden geen feiten of omstandigheden waaruit vooringenomenheid van de rechter of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, zijn af te leiden. Bij gebreke van gronden is het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De mondelinge behandeling kan daarom achterwege blijven.
2.5
Omdat door verzoeker het middel tot wraking lichtvaardig, want zonder enige kenbare grondslag is ingezet, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van misbruik van recht. De rechtbank zal daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking van de rechter belast met de behandeling van de zaak van klager niet in behandeling wordt genomen.
3. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De rechtbank:
 verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking,
 bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking gericht tegen de rechter belast met de behandeling van de zaak van klager niet meer in behandeling zal worden genomen;
Aldus gegeven door mrs. N.C.H. Blankevoort voorzitter, A.W.J. Ros en A.W.H. Vink, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 maart 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 8:18 lid 5 Awb geen voorziening open.