ECLI:NL:RBAMS:2014:5719
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 maart 2014 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Het verzoek was gericht tegen mr. G.W.J. Harten, bestuursrechter te Amsterdam, in een lopende procedure onder zaaknummer AMS 13-6092 ZVW. De verzoeker stelde dat hij geen schriftelijke kennisgeving had ontvangen over de wijziging van de rechter die de zitting zou leiden, en dat hij zich benadeeld voelde door de behandeling van zijn zaak.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld aan de hand van de wettelijke criteria voor wraking, die vereisen dat er concrete feiten of omstandigheden moeten zijn die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank oordeelde dat de motivering van het verzoek onbegrijpelijk was en dat er geen feiten of omstandigheden waren aangevoerd die een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid konden onderbouwen.
Daarom verklaarde de rechtbank het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk en besloot dat de mondelinge behandeling van het verzoek achterwege kon blijven. Bovendien oordeelde de rechtbank dat het wrakingsmiddel lichtvaardig was ingezet zonder enige kenbare grondslag, wat werd aangemerkt als misbruik van recht. De rechtbank bepaalde dat een volgend verzoek tot wraking van de rechter belast met de behandeling van de zaak van klager niet in behandeling zou worden genomen.
De beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, en tegen deze beslissing staat op grond van artikel 8:18 lid 5 Awb geen voorziening open.