ECLI:NL:RBAMS:2014:5285

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2014
Publicatiedatum
22 augustus 2014
Zaaknummer
13-701955-14
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting bij Holland Casino Amsterdam tijdens het spel Multi Poker

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van oplichting van Holland Casino Amsterdam tijdens het spel Multi Poker. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, op 20 mei 2014 in Amsterdam, door middel van listige kunstgrepen, heeft geprobeerd zich wederrechtelijk te bevoordelen. De verdachten gebruikten valse identiteitsbewijzen om toegang te krijgen tot het casino, wetende dat zij een entreeverbod hadden. Tijdens het spel hebben zij onderling kaarten uitgewisseld, wat in strijd is met de spelregels. De rechtbank heeft overwogen dat de gedragingen van de verdachten naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als vals spel. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een causaal verband bestaat tussen het vals spelen en de uitkeringen die Holland Casino heeft gedaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte en zijn mededaders door hun handelen Holland Casino hebben bewogen tot de afgifte van geldbedragen in de vorm van uitbetalingen voor winnende kaartencombinaties. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 maand, met aftrek van voorarrest, en heeft de benadeelde partij Holland Casino niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/701955-14
Datum uitspraak: 14 augustus 2014
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
wonende op het adres [adres, te plaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

1.1.
Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 juli 2014.
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. S. Tammes, en van wat de gemachtigde raadsvrouw van verdachte, mr. W. Geurts, naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 20 mei 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, ([persoon 1], coupier, althans medewerker van) Holland Casino heeft/hebben bewogen tot de afgifte van
- EUR 140,-,
- EUR 300,-,
- EUR 500,-,
- EUR 100,-,
- EUR 1600,-,
- EUR 100,-,
- EUR 100,-,
- EUR 1260,- en
- EUR 620,-
althans één of meerdere geldbedrag(en) (in de vorm van uitbetalingen voor winnende kaartencombinaties bij het spel Multi poker), in elk geval van enig goed, doordat verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich de toegang hebben verschaft tot Holland Casino door middel van (ver)vals(t)e, althans niet op diens naam staande, identiteitsbewijs/identiteitsbewijzen (wetende dat hij/zij onder zijn/hun werkelijke identiteit een entreeverbod hadden) en
- vervolgens in Holland Casino hebben deelgenomen aan het (kans)spel Multi poker waarbij (telkens):
- nadat de kaarten in dit spel waren uitgedeeld door [persoon 1], medewerker van Holland Casino, deze [persoon 1] heeft/hebben afgeleid (door middel van het stellen van een vraag/vragen) en doordat
- medeverdachte [medeverdachte 1] en/of medeverdachte [medeverdachte 2], althans twee medeverdachten, die aan het spel deelnamen onderling onder de tafel en in strijd met de geldende spelregels kaart(en) hebben (uit)gewisseld en doordat
- medeverdachte [medeverdachte 3], althans één of meer medeverdachte(n), het zicht op de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] tijdens het (uit)wisselen van de kaart(en) heeft/hebben ontnomen door tussen (de boxen van) medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in te gaan staan,
- door welk (uit)wisselen van kaart(en) (een) winnende combinatie werd verkregen, waardoor (een medewerker van) Holland Casino (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Het standpunt van de verdediging
Ter terechtzitting heeft de raadsvrouw van verdachte -kort en zakelijk samengevat-aangevoerd dat op de beelden niet is te zien dat onder tafel kaarten worden uitgewisseld. Zo dat al is gebeurd, dan staat niet vast dat dit heeft geleid tot een winnende combinatie. Voorts is niet gebleken dat fiches zijn ingewisseld. Verder heeft de raadsvrouw bepleit, onder verwijzing van rechtspraak van de Hoge Raad, dat medeplegen niet te bewijzen valt, nu geen sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte was niet op de hoogte van de handelingen van de overige verdachten. Op de beelden is niet te zien dat verdachte de medewerkster van Holland Casino afleidt. Evenmin is gebleken dat verdachte eerder in Holland Casino is geweest. Verdachte beschikte in tegenstelling tot de andere verdachten niet over een vals identiteitsdocument. De raadsvrouw concludeert tot vrijspraak.
De rechtbank overweegt als volgt.
4.2.
Gedragingen naar uiterlijke verschijningsvorm ‘vals spel’
In de aangifte van 21 mei 2014 heeft de heer [persoon 2] namens Holland Casino in Amsterdam (hierna: het Holland Casino) aangifte gedaan van oplichting gepleegd op 20 mei 2014 bij Multi Poker.
Een verbalisant van de politie heeft de bewakingsbeelden uitgekeken en in het proces-verbaal dienaangaande (op p. 103 van het dossier) beschrijft hij dat op de beelden is te zien is dat op 20 mei 2014 te 18.41 uur verdachte [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: verdachte [medeverdachte 3], hierna: [medeverdachte 3]) samen met verdachte [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt: verdachte [medeverdachte 1], hierna: [medeverdachte 1]) het Holland Casino binnenkomt en incheckt met valse identiteitsbewijzen. Om 18.45 uur komt verdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]) samen met verdachte [verdachte] (hierna: verdachte) binnen. [medeverdachte 2] identificeert zich met een valse identiteitskaart. Verdachte, [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] lopen een paar minuten rond en verlaten vervolgens het Holland Casino. Vastgelegd is dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] dit kort na elkaar doen. Dezelfde avond om 20.36 uur betreedt verdachte het Holland Casino opnieuw. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] volgen om 20.38 uur en [medeverdachte 2] om 20.40 uur.
Om 21.00 uur nemen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] plaats aan een pokertafel waar Multi Poker wordt gespeeld. Verdachte neemt in eerste instantie plaats op box 2, maar gaat enkele minuten later op box 1 zitten. [medeverdachte 1] neemt plaats op box 6. [medeverdachte 2] neemt plaats op box 7. [medeverdachte 3] neemt niet deel aan het spel, maar staat achter de spelers.
De verbalisant beschrijft dat op de beelden het volgende is te zien. De croupier deelt om 21.02 uur de kaarten. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben daarna contact met elkaar en kijken in elkaars kaarten. Verdachte stelt vervolgens vragen aan de croupier. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] plaatsen daarop beiden een hand onder de pokertafel. Op dat moment stapt [medeverdachte 3] tussen box 6 en box 7. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] leggen vervolgens hun kaarten op de pokertafel. Nadat de winst aan [medeverdachte 1] is uitgekeerd, stapt [medeverdachte 3] weg. De verbalisant constateert deze handelswijze nog acht keer tussen 21.03 uur en 21.20 uur. Uit de aangifte blijkt dat in totaal € 5.120 wordt uitbetaald.
De croupier heeft verklaard dat ook zij op enig moment zag dat box 6 en box 7 in elkaars kaarten keken en dat beide handen onder tafel waren. Bovendien heeft zij verklaard dat de persoon op box 1 haar nagenoeg bij iedere hand een vraag heeft gesteld.
De rechtbank is van oordeel dat voornoemde gedragingen van de verdachten naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als te zijn gericht op ‘vals spel’.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
De verdachten hebben verklaard samen met vakantie te zijn in Amsterdam. Desondanks betreden zij het Holland Casino kort na elkaar en ieder afzonderlijk in plaats van gezamenlijk.
Vervolgens kijken de verdachten aan de pokertafel in elkaars kaarten. Dit herhaalt zich gedurende negen handen.
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] houden tegelijk hun linkerhand onder tafel. Op grond van het feit dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gedurende acht handen op hetzelfde moment in het spel tegelijk hun hand onder tafel houden acht de rechtbank de conclusie van aangever [persoon 2] en de verbalisant, dat verdachten op dat moment een kaart onder tafel houden, aannemelijk.
Het is spelers uitdrukkelijk niet toegestaan om een kaart onder tafel te houden. Immers, de aangever beschrijft dat het volgens de spelregels een speler niet is toegestaan om kaarten buiten of onder de speeltafel te houden. Kaarten dienen te allen tijde boven de tafel te blijven en wel zo dat andere spelers niet kunnen meekijken. Alleen de box-houder en de croupier mogen aan de kaarten komen.
Ondertussen trekt verdachte aan de andere kant van de tafel nagenoeg bij iedere hand de aandacht van de croupier en gaat een andere verdachte elk van die acht keer zo staan dat het zicht op de handen van de verdachten wordt belemmerd. De stelling van verdachte, dat hij enkel een aantal vragen aan de croupier heeft gesteld maar haar daarmee niet bedoelde af te leiden, verklaart niet waarom hij nagenoeg bij iedere hand steeds op hetzelfde moment in het spel een vraag of vragen stelde, op zodanige wijze dat de croupier argwaan kreeg.
De rechtbank acht het, gelet op het zich herhalende patroon van de gedragingen van de vier verdachten, waarvan een aantal gedragingen in strijd met de spelregels zijn, aannemelijk dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], terwijl zij hun handen onder tafel hielden, kaarten uitwisselden, en dat verdachte en [medeverdachte 3] hebben geprobeerd te zorgen dat dit niet zou worden ontdekt.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op ieders rol, met name de positionering van de verdachten rond de pokertafel en de herhaaldelijke gelijktijdigheid van de gedragingen, het niet anders kan zijn dan dat verdachten door onderlinge afstemming een vooropgezet plan tot vals spelen hadden.
De gedragingen van verdachte, te weten het plaatsnemen op box 1 aan de tafel waar Multi Poker wordt gespeeld, het afleiden van de croupier door het stellen van vragen zodat verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kaarten kunnen wisselen, kunnen dan ook naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als te zijn gericht op het door verdachte medeplegen van vals spel. Door aldus te handelen heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank een zodanig significante bijdrage geleverd dat sprake is van een bewuste, nauwe en volledige samenwerking tussen de verdachte en zijn mededaders die was gericht op het vals spelen.
De rechtbank overweegt ten slotte dat deze gedragingen tezamen genomen gekwalificeerd kunnen worden als oplichtingsmiddel, te weten listige kunstgrepen, met als doel om Holland Casino te bewegen een bepaalde gedraging te verrichten, te weten het uitkeren van winst.
4.3.
Bestanddeel ‘bewegen tot’
Het bestanddeel ‘bewegen tot’ in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht heeft betrekking op het causaal verband tussen het aanwenden van een oplichtingsmiddel, bestaande in de gedraging van de oplichter, en het resultaat, bestaande in de gedraging van de opgelichte. Er bestaat causaal verband tussen de bewezenverklaarde gedragingen – het vals spelen door de verdachten – en het ten laste gelegde gevolg – de winstuitkeringen door Holland Casino – als deze winstuitkeringen redelijkerwijs als gevolg van dit vals spelen aan de verdachten kunnen worden toegerekend.
De verdediging heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat er geen bewijs is van causaal verband tussen het vals spelen en de winstuitkeringen, aangezien niet kan worden vastgesteld of Holland Casino niet hoe dan ook verplicht was om tot winstuitkering over te gaan op basis van de kaartcombinaties van de verdachten voorafgaand aan de uitwisseling van kaarten door middel van het vals spelen.
Op grond van het dossier en informatie uit openbare bronnen overweegt de rechtbank hierover als volgt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdediging er terecht op gewezen dat het mogelijk is dat Holland Casino op grond van deze spelregels tot een even hoge winstuitkering zou hebben moeten overgaan, ongeacht de kaartcombinaties die de verdachten hebben gecreëerd door de uitwisseling van kaarten.
In de eerste plaats is hiervan sprake als de verdachten spelen, maar de croupier als hoogste kaartcombinatie lager heeft dan Aas en Koning. Op dat moment keert Holland Casino immers ongeacht de kaartcombinaties van meespelende spelers winst uit ter hoogte van de Ante-inzet.
In de tweede plaats is hiervan sprake als de verdachten en de croupier spelen, maar de croupier een lagere kaartcombinatie heeft dan de meespelende verdachten hadden voorafgaand aan de uitwisseling van kaarten. In dat geval had Holland Casino immers hoe dan ook winst moeten uitkeren ter hoogte van de Ante- en Bet-inzet, ongeacht de nadien eventueel gecreëerde hogere kaartcombinaties van de meespelende verdachten.
Het is op zijn minst genomen in theorie mogelijk dat alle ten laste gelegde winstuitkeringen op de door de verdediging geopperde wijze tot stand zijn gekomen. Het is echter ook zeer wel mogelijk dat deze winstuitkeringen juist geheel of gedeeltelijk zijn veroorzaakt door het vals spelen door de verdachten. Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een situatie waarin het ten laste gelegde gevolg op verschillende manieren kan zijn veroorzaakt en dat niet zonder meer kan worden vastgesteld dat de bewezenverklaarde gedragingen in de keten van de gebeurtenissen een noodzakelijke factor zijn geweest voor het ingetreden gevolg.
Als van bovengenoemde situatie sprake is, is voor het redelijkerwijs toerekenen van het gevolg aan de verdachten ten minste vereist dat wordt vastgesteld dat hun gedragingen een onmisbare schakel kunnen hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot dit gevolg hebben geleid en dat aannemelijk is dat dit gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door deze gedragingen is veroorzaakt. Of en wanneer sprake is van een zodanige aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid, zal afhangen van de concrete omstandigheden van het geval. Bij de beoordeling daarvan kan als hulpmiddel dienen of in de gegeven omstandigheden de gedragingen naar hun aard geschikt zijn om dit gevolg teweeg te brengen en naar ervaringsregels van dien aard zijn dat dit het vermoeden wettigt dat ze hebben geleid tot het intreden van dit gevolg. Daarbij kan ook worden betrokken in hoeverre aannemelijk is geworden dat ten verwere gestelde andere, niet aan de bewezenverklaarde gedragingen gerelateerde oorzaken hoogstwaarschijnlijk niet tot dat gevolg hebben geleid. De rechtbank verwijst in dit verband naar het arrest van de Hoge Raad van 27 maart 2012 in de zogenoemde Groninger HIV-zaak (ECLI:NL:HR:2012:BT6362).
De rechtbank stelt vast dat het een feit van algemene bekendheid is dat bij de keuze uit vijf kaarten, te weten de kaarten van elke speler afzonderlijk, de kans op een hogere kaartcombinatie dan de croupier kleiner is, dan bij de keuze uit tien kaarten, te weten de kaarten van de verdachten in box 6 en 7 samen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het vals spelen door de verdachten een onmisbare schakel heeft kunnen vormen in de gebeurtenissen die tot winstuitkeringen door Holland Casino hebben geleid.
Het dossier bevat evenwel geen berekening van de mate waarin de kans op een winstuitkering bij vals spel zoals eerder beschreven, wordt vergroot op grond waarvan de mate van waarschijnlijkheid van een causaal verband zou kunnen worden vastgesteld. De rechtbank is desondanks van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat dit gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door deze gedragingen is veroorzaakt. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen zijn in de gegeven omstandigheden de bewezenverklaarde gedragingen naar hun aard geschikt om het tenlastegelegde gevolg teweeg te brengen. Bovendien zijn deze gedragingen naar ervaringsregels van dien aard dat dit het vermoeden wettigt dat ze hebben geleid tot het intreden van het gevolg.
De rechtbank overweegt voorts dat de verdachten door op deze onreglementaire wijze aan een pokerspel deel te nemen de omstandigheden in het leven hebben geroepen waarbinnen Holland Casino op grond van de door haar opgestelde spelregels verplicht was tot winstuitkeringen over te gaan. Deze winstuitkeringen zijn bovendien een redelijkerwijs te verwachten en daarmee voorzienbaar gevolg van het op deze wijze vals spelen, aangezien het risico daarop in relevante mate wordt verhoogd. Holland Casino was daarvan vooraf niet op de hoogte, zodat zij niet kan worden geacht dit verhoogde risico te hebben aanvaard. De door de verdediging geopperde, alternatieve oorzaak van slechts reglementaire winstuitkeringen is op geen enkele wijze aannemelijk geworden of onderbouwd. Geen van de verdachten verklaart dat hij ondanks het vals spelen op reglementaire wijze ook zou hebben gewonnen. Evenmin valt een dergelijke gang van zaken uit het dossier, waaronder de camerabeelden van het pokerspel, af te leiden. Het blijft dan ook bij een hypothetische stelling van de raadsvrouw van verdachte. Bovendien ziet de rechtbank geen andere mogelijkheid dan dat het opzet van de verdachten juist op het verhogen van de winstuitkeringen was gericht. Een andere beweegreden is immers niet naar voren gebracht of aannemelijk te achten. Ten slotte acht de rechtbank het gelet op de hoogte, hoeveelheid en frequentie van de winstuitkeringen en de tijdspanne waarin deze zijn gedaan hoogst onwaarschijnlijk dat alle ten laste gelegde winstuitkeringen ongeacht het vals spelen zijn gedaan.
De rechtbank houdt er gelet op het bovenstaande wel uitdrukkelijk rekening mee dat winstuitkering op grond van de spelregels naar aanleiding van de kaartcombinaties voorafgaand aan de uitwisseling van kaarten een factor kan zijn geweest bij de totale winstuitkering aan de verdachten. Dit betekent dat de rechtbank niet de afzonderlijke ten laste gelegde geldbedragen bewezen zal verklaren, maar slechts het onbepaalde onderdeel ‘geldbedragen’. Aangezien subsidiair geen poging tot oplichting ten laste is gelegd, zal de rechtbank van de gespecificeerde winstuitkeringen vrijspreken.
Gelet op al het bovenstaande concludeert de rechtbank dat er tussen de ten laste gelegde winstuitkeringen door Holland Casino en het bewezenverklaarde vals spel door de verdachten een zodanig verband bestaat dat een onbepaald deel van deze winstuitkeringen redelijkerwijs aan het vals spel van de verdachten kan worden toegerekend. Bewezen kan dan ook worden dat de verdachten Holland Casino hebben bewogen tot afgifte van geldbedragen in de vorm van uitbetalingen voor winnende kaartencombinaties bij het spel Multi Poker.
4.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 20 mei 2014 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen Holland Casino heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen in de vorm van uitbetalingen voor winnende kaartencombinaties bij het spel Multi Poker, doordat verdachte en zijn mededaders toen aldaar met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk
- zich de toegang hebben verschaft tot Holland Casino door middel van valse identiteitsbewijzen, wetende dat zij onder hun werkelijke identiteit een entreeverbod hadden en
- vervolgens in Holland Casino hebben deelgenomen aan het spel Multi Poker waarbij:
- nadat de kaarten in dit spel waren uitgedeeld door [persoon 1], medewerker van Holland Casino, zij deze [persoon 1] hebben afgeleid door middel van het stellen van vragen en doordat
- medeverdachte [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] die aan het spel deelnamen onderling onder de tafel en in strijd met de geldende spelregels kaarten hebben uitgewisseld en doordat
- medeverdachte [medeverdachte 3] het zicht op medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] tijdens het uitwisselen van de kaarten heeft ontnomen door tussen de boxen van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in te gaan staan,
- door welk uitwisselen van kaarten een winnende combinatie werd verkregen,
waardoor Holland Casino werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 90 dagen, met aftrek van voorarrest, en dat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen tot een bedrag van € 4.620,-- met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat voor zover een straf dient te worden opgelegd, de eis van de officier van justitie niet in verhouding staat tot de eis die zij voor de andere verdachten heeft gevorderd. Immers, de medeverdachten worden allen bovendien beschuldigd van het bezit van een vals identiteitsdocument. Verdachte is als enige geschorst uit voorlopige hechtenis. Hij heeft geen documentatie en heeft in Engeland een vaste baan. Ten slotte verzoekt de raadsvrouw om het onder [medeverdachte 2] op de beslaglijst in beslag genomen geldbedrag aan verdachte te retourneren.
De rechtbank overweegt als volgt.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich tezamen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan oplichting van Holland Casino Amsterdam en genoemd casino daarmee financiële schade berokkend. De werkwijze is naar het oordeel van de rechtbank zodanig geraffineerd dat deze professioneel en georganiseerd aandoet.
De rechtbank neemt in aanmerking dat verdachte, zoals blijkt uit het hem betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie van 23 juni 2014, niet eerder met Nederlandse justitie in aanraking is geweest. Voorts houdt de rechtbank in strafmatigende zin er rekening mee dat de detentieomstandigheden voor een buitenlandse gedetineerde in Nederland over het algemeen zwaarder zijn dan voor autochtone gedetineerden, bijvoorbeeld omdat een buitenlandse gedetineerde minder eenvoudig contact kan onderhouden met en bezoek kan ontvangen van zijn naasten.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op deze omstandigheden en op hetgeen in vergelijkbare zaken voor fraude volgens de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht wordt opgelegd, aanleiding bestaat om bij de straftoemeting af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd in die zin dat zij de straf enigszins zal matigen.
In beslag genomen goederen
In de onderhavige zaak bevindt zich geen lijst met in beslag genomen goederen. De rechtbank neemt in deze zaak dan ook geen beslissing hierover. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat in de zaak tegen [medeverdachte 2] is overwogen dat het in beslag genomen geld en de in beslag genomen fiches dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
Ten aanzien van de benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de behandeling van de vordering van de benadeelde partij Holland Casino Amsterdam een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank heeft immers niet kunnen vaststellen voor welke geldbedragen de benadeelde partij precies is benadeeld. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk is. De benadeelde partij kan haar vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van oplichting.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
1 maand.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart de benadeelde partij Holland Casino niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.R.J. van Wel, voorzitter,
mrs. S.J. Riem en V.V. Essenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van R. Rog, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 augustus 2014.