Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
advocaat mr. H.J.A. Knijff te Amsterdam,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
Alle partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Aan de zijde van [gedaagde sub 2]: [gedaagde sub 2] met mr. Ellens en met[tolk], tolk Nederlands/Engels. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
Cooperation-contract(hierna de overeenkomst), gedateerd 23 augustus 2010, gesloten met Shamu. De overeenkomst is opgemaakt door Shamu. Namens Vitesse is de overeenkomst ondertekend door [gedaagde sub 2], die de overeenkomst ook namens zichzelf heeft ondertekend. In de aanhef van de overeenkomst is ten aanzien van Vitesse het volgende opgenomen:
The Dutch entity BV VITESSE (…) for this matter duly represented by its majority shareholder the Dutch entityOstan Group BV(…) for this matter duly represented by its sole shareholderMr [gedaagde sub 2](…)
1. VITESSE will pay [bestuurder van Shamu] a continuous fee for his assistance to [gedaagde sub 2] which resulted in the purchase of the shares of VITESSE by [gedaagde sub 2], as follows:a. [bestuurder van Shamu] will receive from VITESSE an amount of 12,5% of the proceeds from any sale/transfer of football-players from VITESSE, whether to a Dutch team or a foreign team, whether directly or indirectly (via a so called players-fund),b. whether VITESSE receives these proceeds herself or these are allocated to another entity, all this in the broadest sense of the word.andc. [bestuurder van Shamu] will receive from VITESSE an amount of 35% of the proceeds from any sale/transfer of football-players from VITESSE if these players (at the time of sale are or before were) in any way part of the youth-academy of VITESSE, whether these to a Dutch team or a foreign team, whether directly or indirectly (via a so called players-fund), whether VITESSE receives these proceeds herself or these are allocated to another entity, all this in the broadest sense of the word.
[bestuurder van Shamu] will be paid the accumulated amounts which arise from the for mentioned clauses every 3 years, starting December 2013. Thereto parties will get together in the months September/October/November of every third year to evaluate the accrued commission which [bestuurder van Shamu] is entitled to.
This contract runs for an indefinite period. In case [gedaagde sub 2] sells all or part of his shares of VITESSE and/or in case he loses his sole control over VITESSE, [gedaagde sub 2] is obliged to ensure that (a) future owner(s) and/or future persons or entities which will get control over VITESSE, will continually comply to all obligations towards [bestuurder van Shamu] which arise from this contract.
If [gedaagde sub 2] fails to comply with the obligations arising from clause 6 and/or VITESSE will fail to comply with any of its obligations towards [bestuurder van Shamu] arising from this contract, [gedaagde sub 2] and VITESSE are each separately liable for a fine to [bestuurder van Shamu] of Euro 10.000.000,- (ten-million Euro).
(…) we intend to settle (…) the three transfers of the formal Vitesse players A) [speler 1], B) [speler 2] and C) [speler 3]As laid down and agreed in our cooperation agreement, Shamu B.V. is entitled to the following commissions over transfers by Vitesse BV in the last three seasons.(…)1. Player A, transfer amount of EUR 3.000.000,--, 35% commission; EUR 1.050.000,--2. Player B, transfer amount of EUR 9.400.000,--, 35% commission; EUR 3.290.000,---3. Player C, transfer amount of EUR 16.000.000,--, 12,5% commission; EUR 2.000.000,--Total amount of commission;EUR 6.340.000,--For the execution of the payment due to us by B.V. Vitesse, I again suggest and urgently request that you take the initiative to plan a meeting with Mr. [nieuwe aandeelhouder Vitesse] together with his major shareholder Mr. R. [financier Vitesse].(…)
Regarding the matter above as agreed it will be positively solved as soon as possible.I hereby confirm all three transfers but to be sure in transfer amounts I have to check. (…) I’ll check all (…) figures once again with Mr. [nieuwe aandeelhouder Vitesse] and Mr. [financier Vitesse].I’ll come back to you soon.
3.Het geschil
3.3. [gedaagde sub 2] heeft – samengevat weergegeven – het verweer gevoerd dat Shamu geen vordering heeft op hem doch op Vitesse. In zijn positie als grootaandeelhouder van Vitesse meende [gedaagde sub 2] dat hij bevoegd was namens Vitesse contracten te tekenen. In de periode na 16 augustus 2010 heeft hij dit meerdere malen als feitelijk leidinggevende van Vitesse gedaan, ook omdat de toenmalige directeur[voormalig directeur Vitesse] (hierna [voormalig directeur Vitesse]) op vakantie was en haast geboden was. [gedaagde sub 2] heeft in die periode niet alleen de overeenkomst met Shamu getekend, doch ook enkele spelerscontracten. Die spelerscontracten zijn steeds door Vitesse gerespecteerd en om die reden dient Vitesse ook de overeenkomst met Shamu te respecteren. [gedaagde sub 2] zag er geen bezwaar in Vitesse door middel van de overeenkomst met Shamu te binden. De vergoedingen aan Shamu zouden immers pas verschuldigd zijn als er spelers werden verkocht, zodat de overeenkomst voor Vitesse niet direct een financiële verplichting creëerde. Pas later werd [gedaagde sub 2] duidelijk dat niet hij maar de directeur ([voormalig directeur Vitesse]) diende te tekenen. Overigens heeft Shamu in de periode na het sluiten van de overeenkomst een belangrijke rol gespeeld bij Vitesse, zowel op zakelijk als op sportief gebied, aldus [gedaagde sub 2].
Over de juridische grondslagen van de vordering van Shamu voert [gedaagde sub 2] aan dat hij de overeenkomst weliswaar mede heeft ondertekend, maar dat uit de artikelen 1 sub a, b en c van die overeenkomst enkel verplichtingen voortvloeien voor Vitesse, niet voor [gedaagde sub 2]. [gedaagde sub 2] kan dan ook niet rechtstreeks door Shamu worden aangesproken. Evenmin kan worden gezegd dat het handelen van [gedaagde sub 2] onrechtmatig is. Shamu heeft verzuimd om deze stelling gemotiveerd te onderbouwen. Mocht Shamu doelen op aandeelhoudersaansprakelijkheid aan de zijde van [gedaagde sub 2], dan is ook die stelling niet gemotiveerd onderbouwd, aldus [gedaagde sub 2].
Vitesse kan slechts rechtsgeldig worden vertegenwoordigd door een vertegenwoordigingsbevoegde die binnen de grenzen van zijn bevoegdheid handelt. Op grond van artikel 2:240 lid 1 BW en op grond van artikel 17 lid 1 van de toen geldende statuten van Vitesse was het bestuur ten tijde van het ondertekenen van de overeenkomst (23 augustus 2010) bevoegd Vitesse te vertegenwoordigen. Op dat moment werd het bestuur gevormd door [voormalig directeur Vitesse], enig bestuurder en algemeen directeur van Vitesse. Derhalve kon alleen [voormalig directeur Vitesse] Vitesse rechtsgeldig vertegenwoordigen, hetgeen ook zo was opgenomen in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Van Shamu mocht als professionele partij worden verwacht dat zij het handelsregister zou raadplegen. De gevolgen van het feit dat zij dit heeft nagelaten dient Shamu zelf te dragen. Overigens is onjuist dat [voormalig directeur Vitesse] in augustus 2010 afwezig was. Op 23 augustus 2010 heeft een drie uur durend gesprek plaatsgevonden tussen [voormalig directeur Vitesse] en [gedaagde sub 2]. Wat hiervan ook zij, [voormalig directeur Vitesse] heeft de overeenkomst niet getekend en heeft ook nooit geweten van het bestaan van de overeenkomst. Vitesse zou ook nooit en te nimmer hebben ingestemd met de voor haar zeer ongunstige voorwaarden zoals door Shamu opgenomen in de overeenkomst. De percentages waarop Shamu aanspraak meent te maken zijn extreem hoog en volstrekt ongebruikelijk in de bedrijfstak, zeker gezien het feit dat hieraan geen investering van Shamu ten grondslag lag. Ook de boete van € 10.000.000,- (zie artikel 7 van de overeenkomst) is volstrekt buitensporig. Verder is het hoogst ongebruikelijk dat de overeenkomst is afgesloten voor onbepaalde tijd en dat een soort van kettingbeding is overeengekomen.
Naast het feit dat [gedaagde sub 2] wettelijk en statutair niet vertegenwoordigingsbevoegd was, geldt dat Vitesse ook nimmer een volmacht aan [gedaagde sub 2] heeft verleend voor het sluiten van de overeenkomst. Evenmin heeft Vitesse de schijn gewekt dat [gedaagde sub 2] bevoegd was haar te vertegenwoordigen. Die schijn zou dan gewekt moeten zijn in de korte periode tussen 16 en 23 augustus 2010, doch dit is in het geheel niet aannemelijk geworden. Onjuist is dat Vitesse zich steeds gebonden achtte aan overeenkomsten die [gedaagde sub 2] namens haar had gesloten. Dat [gedaagde sub 2] voorzitter was van de Raad van Commissarissen is evenmin relevant; hij is dit immers pas geworden per 1 oktober 2010.
Pas op 14 december 2013 is de huidige algemeen directeur van Vitesse door Shamu geconfronteerd met de overeenkomst. De overeenkomst bevond zich niet in de administratie van Vitesse en er is ook nimmer uitvoering aan gegeven. Op basis van de overeenkomst zijn hoe dan ook nimmer betalingen verricht aan Shamu. De bedragen die Shamu thans claimt zijn nooit als schuld in de jaarrekeningen van Vitesse opgenomen. Verder bestrijdt Vitesse dat Shamu in de afgelopen periode van drie jaar werkzaamheden heeft verricht die een grote beloning als thans gevorderd rechtvaardigen. Van 1 oktober 2010 tot 5 mei 2011 is [bestuurder van Shamu] lid geweest van de Raad van Commissarissen van Vitesse, maar de leden van deze raad verrichten hun werkzaamheden onbezoldigd. Tot slot bestrijdt Vitesse dat Shamu op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de drie transfers die thans aan haar vordering ten grondslag liggen.
4.De beoordeling
816,00
- griffierecht € 1.519,00
- salaris advocaat
€ 816,00