ECLI:NL:RBAMS:2014:3621
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging langdurige subsidierelatie in het kader van de Jeugdwet
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 juni 2014 uitspraak gedaan over de beëindiging van een langdurige subsidierelatie tussen de Stichting Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (eiseres) en het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam (verweerder). De zaak is ontstaan naar aanleiding van de stelselherziening door de invoering van de Jeugdwet, die op 1 januari 2015 in werking zou treden. Eiseres betwistte de beëindiging van de subsidierelatie, die per 1 januari 2015 zou ingaan, en stelde dat de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet in acht was genomen. De rechtbank oordeelde dat de aanstaande stelselwijziging een veranderde omstandigheid is, maar dat de geboden termijn van 21 maanden voor de beëindiging van de subsidierelatie redelijk was. Eiseres had niet aannemelijk gemaakt dat zij niet in staat zou zijn om binnen deze termijn maatregelen te treffen om de gevolgen van de beëindiging te ondervangen. De rechtbank benadrukte dat de onzekerheid die eiseres ervoer inherent was aan de ingrijpende stelselwijziging en dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor haar bedrijfsvoering. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder om de subsidierelatie te beëindigen.