ECLI:NL:RBAMS:2014:2625

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 april 2014
Publicatiedatum
13 mei 2014
Zaaknummer
13/730002-13
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis van verdachte met Hongaarse nationaliteit

Op 4 april 2014 heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen over het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van een verdachte met de Hongaarse nationaliteit. De verdachte, geboren in Hongarije en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd in een Huis van Bewaring. De rechtbank heeft het dossier en de eerdere zittingen van 28 en 31 maart en 4 april 2014 in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende redenen waren om de voorlopige hechtenis te schorsen, onder bepaalde voorwaarden. De schorsing gaat in op het moment dat de erkenningsbeslissing van de tenuitvoerleggingsstaat Hongarije door het Internationaal Rechtshulp Centrum Haarlem is ontvangen en duurt tot de inhoudelijke behandeling van de strafzaak begint. De voorwaarden voor de schorsing zijn onder andere dat de verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekt, zich aan oproepingen van justitie of politie houdt, en zich gedurende de schorsing niet aan strafbare feiten schuldig maakt. Daarnaast moet de verdachte binnen vijf dagen Nederland verlaten en terugkeren naar Hongarije, waar toezicht op de schorsingsvoorwaarden zal worden gehouden. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdachte zich moet melden bij de politie in Hongarije en geen contact mag opnemen met bepaalde personen die in de tenlastelegging zijn genoemd. Deze beslissing is ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/730002-13
BESLISSING
De rechtbank heeft kennis genomen van het ter terechtzitting gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedatum],
met de Hongaarse nationaliteit,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
met als adres in het buitenland [adres, te plaats] (Hongarije),
gedetineerd in het Huis van Bewaring “[locatie]” te [plaats 1].
De rechtbank heeft acht geslagen op het dossier, waaronder de stukken die op de voorlopige hechtenis van verdachte betrekking hebben. Voorts heeft zij de behandeling van de strafzaak tegen verdachte op de terechtzittingen van 28 en 31 maart en 4 april 2014 in aanmerking genomen.
De rechtbank acht termen aanwezig de schorsing van de voorlopige hechtenis van voornoemde verdachte te bevelen, onder na te noemen voorwaarden.

BESLISSING:

Beveelt de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte
met ingang van het moment waarop de erkenningsbeslissing van de tenuitvoerleggingsstaat (Hongarije) door het Internationaal Rechtshulp Centrum Haarlem is ontvangenen
tot het moment waarop de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen verdachte begintonder de volgende voorwaarden:
1.
verdachte zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekken, als het bevel tot schorsing wordt opgeheven;
2.
indien verdachte wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, tot een andere straf dan vervangende vrijheidsstraf wordt veroordeeld, zal verdachte zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet onttrekken;
3.
verdachte zal aan iedere oproeping in deze zaak van de kant van justitie of politie gevolg geven;
4.
verdachte zal zich gedurende de schorsing niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
5.
verdachte zal verblijven op het vaste woonadres in het buitenland dat van haar bekend is bij de rechtbank en de officier van justitie en dat hierboven is vermeld;
6.
verdachte zal de rechtbank en de officier van justitie schriftelijk van iedere adreswijziging binnen Hongarije op de hoogte stellen en vervolgens op dat nieuwe adres verblijven;
7.
verdachte zal
binnen vijf dagenvolgend op de inwerkingtreding van de schorsing van de voorlopige hechtenis Nederland verlaten en terugkeren naar Hongarije, binnen welke lidstaat van de Europese Unie toezicht op de schorsingsvoorwaarden zal worden gehouden;
8.
verdachte zal Hongarije niet verlaten, anders dan om gevolg te geven aan een oproeping van justitie of politie in Nederland;
9.
verdachte zal zich
binnen zeven dagenvolgend op de inwerkingtreding van de schorsing van de voorlopige hechtenis voor de eerste keer melden bij het bureau van het politiekorps van de provincie Szabolcs-Zsatmár-Bereg, afdeling misdaden te [plaats 2] (Hongarije) op het adres [adres], [te plaats] (Hongarije);
10.
verdachte zal zich vervolgens tweemaal per week melden op voornoemd bureau van politie; de specifieke dagen en tijdstippen waarop zij zich moet melden dienen te worden afgestemd met de officier van justitie en de politie op voornoemd politiebureau;
11.
verdachte zal op geen enkele wijze (middellijk of onmiddellijk) contact opnemen met de in de tenlastelegging genoemde personen, te weten: [persoon 1], [persoon 2], [persoon 3], [persoon 4] en [persoon 5];
12.
verdachte zal op geen enkele wijze bemoeienis hebben met (het werk van) prostituees.
Deze beslissing is genomen op 4 april 2014 door:
mr. H.P. Kijlstra, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en S.J. Riem, rechters
in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, griffier
en ondertekend door de voorzitter en de griffier.
De rechtbank geeft aan de officier van justitie van het arrondissementsparket Amsterdam
opdracht dit bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis op grond van artikel 5:3:16 en volgende van het Wetboek van Strafvordering toe te zendenaan de lidstaat van de Europese Unie waar verdachte haar vaste woonplaats heeft en waarnaar zij heeft aangegeven terug te zullen keren, te weten Hongarije.
De rechtbank geeft de officier van justitie voorts
opdracht verdachte van een vertaald exemplaar van deze beslissing te voorzien.
Deze beslissing is genomen op 4 april 2014 door:
mr. H.P. Kijlstra, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en S.J. Riem, rechters
in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, griffier
en ondertekend door de voorzitter en de griffier.