Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 maart 2014 in de zaak tussen
[naam], te Amsterdam, eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de definitieve berekening van de kinderopvangtoeslag voor de jaren 2010 en 2011. Eiseres, die vanaf 1 januari 2006 kinderopvangtoeslag ontving, betwistte de terugvordering van teveel ontvangen toeslag. De Belastingdienst/Toeslagen had vastgesteld dat eiseres vanaf 2008 teveel kinderopvangtoeslag had ontvangen, omdat de wijziging van de opvangplaats van haar dochter niet was verwerkt. Eiseres stelde dat zij de wijziging tijdig had doorgegeven en vond het onredelijk dat zij de teveel ontvangen toeslag moest terugbetalen.
De rechtbank oordeelde dat de definitieve berekeningen van de kinderopvangtoeslag niet in geschil waren, maar dat het ging om de vraag of eiseres gehouden was de ten onrechte ontvangen toeslag terug te betalen. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van dwingend recht, wat inhield dat eiseres het bedrag van de terugvordering in zijn geheel verschuldigd was. De rechtbank verwierp het standpunt van eiseres dat zij niet verantwoordelijk was voor de fout van de Belastingdienst/Toeslagen en benadrukte dat eiseres ook de plicht had om te controleren of de verwerking van haar wijziging correct was verlopen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen. De uitspraak werd gedaan door mr. H.J. Tijselink, in aanwezigheid van griffier mr. M. Vogel-Frishert. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.