ECLI:NL:RBAMS:2013:CA1686
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van witwassen en Opiumwet door gebrek aan bewijs voor opzet
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 24 april 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van een aanzienlijke hoeveelheid hasj, alsook van witwassen van een geldbedrag van ongeveer 130.000 euro. De rechtbank heeft op 10 april 2013 een zitting gehouden, waar de officier van justitie, mr. I.M.F. Graumans, de vordering heeft gepresenteerd, en de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.A.W. Nillesen.
De tenlastelegging omvatte onder andere dat de verdachte op of omstreeks 7 mei 2010 in Amsterdam samen met anderen opzettelijk een hoeveelheid van ongeveer 78 kilo hasj heeft verkocht en dat hij betrokken was bij het witwassen van het geldbedrag. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor het vereiste opzet van de verdachte met betrekking tot de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een bekende had geholpen door verhuisdozen te vervoeren, maar dat er geen bewijs was dat hij op de hoogte was van de inhoud van deze dozen of dat hij opzettelijk betrokken was bij de verkoop of het vervoer van de verdovende middelen.
Wat betreft het witwassen oordeelde de rechtbank dat, hoewel het geldbedrag waarschijnlijk afkomstig was uit een misdrijf, er geen bewijs was dat de verdachte handelingen had verricht om de herkomst van het geld te verhullen. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van zowel de tenlastegelegde feiten van de Opiumwet als van het witwassen. De in beslag genomen goederen werden aan de verdachte geretourneerd en het bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven. Dit vonnis is ondertekend door de voorzitter en de rechters, met de griffier aanwezig op de openbare zitting.