ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ8225
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in verband met buitengerechtelijke afdoening
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 18 maart 2013 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, is de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit volgde op een buitengerechtelijke afdoening die tussen de verdachte en het Openbaar Ministerie was overeengekomen. De rechtbank heeft beraadslaagd na de terechtzittingen van 24 oktober 2011 en 18 maart 2013. De tenlastelegging omvatte onder andere valsheid in geschrifte en het vragen van beloningen door de verdachte, die als ambtenaar werkzaam was bij Bouw- en Woningtoezicht in Amsterdam. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de feiten. De beslissing om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren werd unaniem ondersteund door zowel de officier als de verdediging. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige strafkamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. W.F. Korthals Altes, en in aanwezigheid van de griffier mr. N. Tanoglu.