ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ6804

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
CV12-38139
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietigbaarheid van onredelijk bezwarend beding in algemene voorwaarden van sportschool

In deze zaak heeft eiser, een jurist, zijn jaarabonnement bij de sportschool Club Sportive per e-mail opgezegd. De algemene voorwaarden van de sportschool vereisen echter dat opzegging schriftelijk aan de balie geschiedt. Eiser stelt dat deze voorwaarde onredelijk bezwarend is en doet een beroep op de vernietigbaarheid van het beding op grond van artikel 6:237 sub m BW. De kantonrechter oordeelt dat het beding inderdaad vermoed onredelijk bezwarend is, omdat het een strengere vorm vereist voor opzegging dan de wet voorschrijft. Club Sportive heeft onvoldoende omstandigheden aangevoerd om dit vermoeden te weerleggen. De rechter concludeert dat de opzegging van eiser op 22 februari 2012 geldig is en dat Club Sportive ten onrechte abonnementsgelden voor november en december 2012 heeft geïncasseerd. Eiser wordt in het gelijk gesteld en Club Sportive wordt veroordeeld tot terugbetaling van de onterecht geïncasseerde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens wordt Club Sportive veroordeeld in de proceskosten van eiser.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
Rolnummer: 1400179 CV EXPL 12-38139
Vonnis van: 4 april 2013
F.no.: 561
Vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
[eiser]
wonende te [--]
eiser
nader te noemen [eiser]
procederend in persoon
t e g e n
de besloten vennootschap CLUB SPORTIVE MAHLER ZUIDAS B.V.
gevestigd te Hilversum
gedaagde
nader te noemen Club Sportive
procederend bij [naam]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 3 december 2012 inhoudende de vordering van [eiser] met producties;
- de conclusie van antwoord van Club Sportive met producties.
Ingevolge tussenvonnis van 10 januari 2013 zijn vervolgens nog ingediend:
- de conclusie van repliek van [eiser];
- de conclusie van dupliek van Club Sportive.
Daarna is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
1.Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
a.Op 11 oktober 2011 heeft [naam] een inschrijfformulier van Club Sportive ingevuld en ondertekend voor een lidmaatschap bij Club Sportive ten behoeve van [eiser] à € 55,60 per maand, waarvoor een automatische incasso wordt afgegeven. Het lidmaatschap gaat in per 1 november 2011. In het formulier is vermeld dat het lidmaatschap stilzwijgend wordt verlengd, tenzij [eiser] opzegt voor 1 oktober 2012. Voorts is in het formulier vermeld:
Middels ondertekening van het formulier accepteert u het aanbod van Clubsportive, zulks onder toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, die onlosmakelijk onderdeel uitmaken van deze overeenkomst. Deze voorwaarden staan op de achterzijde van dit formulier vermeld en door ondertekening verklaart u deze te kennen en te accepteren.
b.Artikel 1 van de algemene voorwaarden van Club Sportive luidt als volgt:
Opzegging dient schriftelijk te geschieden aan de balie. Opzegging dient te geschieden uiterlijk 1 maand voor het einde van de contractsperiode. Indien niet tijdig schriftelijk aan de balie wordt opgezegd, wordt het abonnement stilzwijgend voor dezelfde periode verlengd. Na (stilzwijgende) verlenging blijft de verplichting bestaan de verschuldigde contributies aan Club Sportive te voldoen, ongeacht er mogelijk geen gebruik wordt gemaakt van de faciliteiten.
c.Op 22 februari 2012 heeft [eiser] aan Club Sportive gemaild: “Ik wil graag met onmiddellijke ingang mijn abonnement opzeggen. Ik ontvang graag uw bevestiging.”
d.Bij e-mail van diezelfde datum heeft Club Sportive daarop als volgt geantwoord:
“Bedankt voor jou mail. Wat jammer dat je besloten hebt om het lidmaatschap te beëindigen. Jou lidmaatschap bij ons heeft een einddatum van 1.11.2012. Bij onze balie is een opzegformulier verkrijgbaar waarmee je het lidmaatschap kan beëindigen. Indien je het lidmaatschap wil beëindigen wil ik je vragen om bij jou volgende bezoek aan de club een formulier bij de balie op te halen. Mocht je nog vragen hebben dan hoor ik dat graag.”
e.Club Sportive heeft de contributie voor de maanden november en december 2012 geïncasseerd.
f.Nadat partijen hebben gecorrespondeerd over de vraag of en per wanneer [eiser] zijn lidmaatschap heeft beëindigd, heeft Club Sportive aan [eiser] bericht dat zij het lidmaatschap bij wijze van uitzondering zal beëindigen per 31 december 2012. Betaalde lidmaatschapsgelden zal zij niet terugstorten.
Het geschil
2.[eiser] vordert, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeling van Club Sportive tot betaling van € 111,20 aan hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 november 2012, met veroordeling van Club Sportive in de proceskosten binnen zeven dagen na dit vonnis, bij gebreke waarvan Club Sportive vanaf de achtste dag rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn.
3.[eiser] stelt daartoe dat hij zijn lidmaatschap op 22 februari 2012 heeft opgezegd. Na ontvangst van de reactie van Club Sportive (zie 1.d) verkeerde hij in de veronderstelling dat Club Sportive zijn opzegging had aangemerkt als opzegging tegen het einde van de overeengekomen contractsduur, en dat het lidmaatschap op 1 november 2012 zou eindigen. Pas bij het ontstaan van dit geschil is [eiser] op de hoogte geraakt van de algemene voorwaarden. Hij is van mening dat artikel 1 daaruit zodanig is geformuleerd dat hij bij bestudering daarvan niet had behoren te begrijpen dat een schriftelijke opzegging die niet aan de balie geschiedde, ongeldig zou zijn. Op zijn minst is sprake van gerede twijfel over de betekenis van het geding, zodat op grond van artikel 6:238 lid 2 BW de voor [eiser] gunstige uitleg behoort te prevaleren. Voor zover wel zelfstandige betekenis aan het beding moet worden toegekend, doet [eiser] een beroep op de vernietigbaarheid ervan, omdat het een beding er één is als bedoeld in artikel 6:237 sub m BW en het vermoed wordt onredelijk bezwarend te zijn.
4.Club Sportive voert het volgende tegen de vordering aan. Zij heeft, nadat [eiser] op
22 februari 2012 per mail te kennen had gegeven dat hij zijn abonnement wilde opzeggen, direct en op duidelijke wijze medegedeeld dat zij de opzegging per mail niet in behandeling zou nemen en dat een opzegging, zoals ook in de algemene voorwaarden staat, aan de balie diende te geschieden middels het daarvoor bestemde formulier. Als [eiser] in reactie op die mail had aangegeven dat hij niet in staat was het formulier op te halen, had Club Sportive nog een uitzondering kunnen maken en de opzegging alsnog kunnen verwerken. Nu hij niet op de mail heeft gereageerd en ook het bedoelde formulier niet heeft ingevuld, terwijl zijn kantoor nota bene in de buurt is, heeft Club Sportive terecht het lidmaatschap niet per 1 november 2012 beëindigd. Van [eiser], die jurist is bij Stibbe, mag bovendien verwacht worden dat hij op de hoogte is van de algemene voorwaarden. Deze zijn bij de inschrijving ook aan zijn echtgenote verstrekt.
De beoordeling
5.In geschil is of Club Sportive zich voor haar betoog dat de overeenkomst niet is geëindigd per 1 november 2012, kan beroepen op artikel 1 van haar algemene voorwaarden.
6.[eiser] heeft gesteld dat dat om diverse redenen niet zo is. Daarbij wordt vooropgesteld dat [eiser] zich in dat kader niet, althans onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd, heeft beroepen op de vernietigbaarheid van het beding op grond van artikel 6:233 sub b BW. Wel heeft [eiser] primair gesteld dat er twijfel bestaat over de juiste uitleg van het beding en dat daarom de voor hem gunstige uitleg moet prevaleren, zoals bepaald in artikel 6:238 lid 2 BW. Dit betoog faalt. De tekst van artikel 1 van de algemene voorwaarden is duidelijk en ondubbelzinnig. Daarin staat bovendien ook expliciet uitgelegd wat de gevolgen zijn van een opzegging die niet op de voorgeschreven wijze is gedaan. Er valt dan ook niet in te zien in welk opzicht twijfel zou kunnen bestaan over de betekenis van artikel 1 van de algemene voorwaarden.
7.[eiser] heeft voorts, subsidiair, een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van artikel 1 van de algemene voorwaarden omdat het onredelijk bezwarend is. Dit betoog slaagt. Nu het beding vereist dat opzegging schriftelijk en aan de balie plaatsvindt, stelt het voor de geldigheid van een door de wederpartij te verrichten verklaring een strengere vorm dan het vereiste van een onderhandse akte. Op grond van artikel 6:237 sub m BW wordt het geding dan vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Dit vermoeden kan – en moet – vervolgens door Club Sportive worden weerlegd. Club Sportive heeft echter geen omstandigheden aangevoerd die maken dat het vereiste van een schriftelijk opzegging aan de balie niet onredelijk bezwarend is. De door haar aangevoerde omstandigheden dat [eiser] als jurist werkzaam is bij een kantoor in de buurt van Club Sportive, zijn daarvoor in ieder geval onvoldoende. Gelet op het voorgaande slaagt het beroep van [eiser] op de vernietigbaarheid van artikel 1 van de algemene voorwaarden.
8.Club Sportive kan zich er derhalve niet op beroepen dat de opzegging van 22 februari 2012 niet op de voorgeschreven wijze is gedaan. Voorts staat, gezien de reactie van Club Sportive op de opzegging, vast dat deze opzegging Club Sportive heeft bereikt en dat het haar duidelijk was dat [eiser] zijn abonnement wilde opzeggen. Club Sportive had deze opzegging moeten begrijpen als een opzegging tegen de eerstmogelijke datum, te weten 1 november 2012.
9.Dit alles leidt tot de conclusie dat Club Sportive ten onrechte nog abonnementsgelden voor november en december 2012 heeft geïncasseerd. Deze dient zij aan [eiser] terug te betalen. De hoofdsom zal dan ook worden toegewezen. De daarover gevorderde rente is eveneens toewijsbaar, maar niet vanaf 29 november 2012. Weliswaar heeft [eiser] op die datum voor het eerst aanspraak gemaakt op terugbetaling van de hoofdsom, maar nu Club Sportive in de correspondentie geen redelijke termijn voor nakoming is geboden, kan niet gezegd worden dat Club Sportive reeds per die datum in verzuim is. De rente over de hoofdsom zal daarom worden toegewezen vanaf de dag der dagvaarding.
10.Club Sportive wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [eiser], bestaande uit griffierecht à € 73,00 en explootkosten à € 92,17. Aan salaris gemachtigde wordt geen bedrag toegekend, nu [eiser] in persoon procedeert.
BESLISSING
De kantonrechter:
I.veroordeelt Club Sportive tot betaling aan [eiser] van € 111,20 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 december 2012 tot aan de voldoening;
II.veroordeelt Club Sportive in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op:
-griffierecht: € 73,00
-kosten dagvaarding: € 92,17
--------------
Totaal: € 165,17
Inclusief eventueel verschuldigde BTW;
III.verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
IV.wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. F. van der Hoek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 april 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter