vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 478326 / HA ZA 10-4037
Vonnis van 20 februari 2013
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JETSUPPORT B.V.,
gevestigd te Haarlemmermeer,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer,
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EADS SECA S.A.S.,
gevestigd te Gonesse, Frankrijk,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. P.J. Verdam.
Partijen zullen hierna JetSupport en SECA genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van 18 april 2012,
- het tussenvonnis van 13 juni 2012, waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de op 14 september 2012 gehouden comparitie van partijen, met de daarin genoemde stukken, waaronder de conclusie van antwoord in reconventie van JetSupport,
- de akte rechtskeuze van 31 oktober 2012 van SECA,
- de antwoordakte rechtskeuze van 14 november 2012 van JetSupport.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
in conventie en in reconventie
2.1. JetSupport is een onderneming die zich bezig houdt met onderhoud en reparaties aan vliegtuigen. JetSupport voert haar werkzaamheden uit in een hangar op vliegveld Schiphol.
2.2. SECA is een in Frankrijk gevestigde onderneming gespecialiseerd in het verrichten van onderhoud en reparaties aan vliegtuigmotoren.
2.3. MW Airplane IV Corporation B.V. (hierna MW Airplane) is eigenaar van een vliegtuig van het type Dassault-Falcon 2000EX Easy, SN 040 (hierna: het vliegtuig). Solid-Air B.V. (hierna: Solid-Air) is jegens MW Airplane verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van het vliegtuig. Ten behoeve van het onderhoud heeft Solid-Air een zogeheten maintenance agreement met JetSupport gesloten, op grond waarvan JetSupport gehouden is in opdracht en voor rekening van Solid-Air aan het vliegtuig onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Artikel 28 van deze maintenance agreement (waarin Solid-Air is aangeduid als “SA”) luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“SA shall bear risk of loss of or damage howsoever caused to the aircraft, spare power plants, spare rotable components, spare (special) consumables, special tools and equipment stored or to be serviced by JetSupport in accordance with this article, whether or not whilst in the custody of JetSupport or during ferry or test flights, unless caused by gross negligence on the part of JetSupport.
JetSupport’s liability, including but not limited to SA’s claims of contributions and indemnification related to third party claims arising out of service under this agreement, […] shall be limited to the lesser of € 10.000.000 […]
2.4. Begin juli 2009 zijn problemen geconstateerd aan de stuurboordmotor (fabrikant Pratt & Whitney, serienummer CF0089) van het vliegtuig. Solid-Air heeft JetSupport verzocht de motor te onderzoeken. Vervolgens heeft JetSupport aan SECA opdracht gegeven tot het verrichten van een boroscoopinspectie. Bij die inspectie werd vastgesteld dat een van de bladen aan de rotor van de motor was beschadigd.
2.5. Op 9 juli 2009 heeft MW Airplane aan SECA verzocht om een leenmotor en het voor vervanging van de motor benodigde gereedschap ter beschikking te stellen. Daarnaast heeft MW Airplane verzocht om een “DFS certified engineer” voor ondersteuning bij het vervangen van de motor. Op 10 juli 2009 heeft SECA geschreven dat een “DFS certified engineer” niet onder haar verantwoordelijkheid viel. Vervolgens is door MW Airplane op 17 juli 2009 verzocht om een “engineer with PW308C capability” om te assisteren bij het verwijderen van de originele motor en het plaatsen van de leenmotor.
2.6. SECA heeft vervolgens een leenmotor, een hijswerktuig en twee zogeheten bokken in de hangar van JetSupport geleverd. De bokken (engine stands) zijn bedoeld om een gedemonteerde vliegtuigmotor te dragen en om het mogelijk te maken dat daaraan montage- en installatiewerkzaamheden worden verricht, bijvoorbeeld bij het verwisselen van een motor. Een motor kan aan één zijde aan een bok worden bevestigd door middel van twee bevestigingsplaten (brackets) met in het midden een plug (circumferential lug of centring pad) en daaromheen vier bouten. SECA heeft de betreffende bokken op haar beurt gehuurd van het Franse bedrijf Dassault Falcon Service S.A.S. (hierna: Dassault).
2.7. Verder heeft SECA de heer [A] (hierna: [A]) gezonden om als technicus te assisteren bij de werkzaamheden bij JetSupport. De motorverwisseling heeft zonder problemen plaatsgevonden. De beschadigde motor is vervolgens vervoerd naar de werkplaats van SECA in Frankrijk. Daar is de motor door SECA gerepareerd.
2.8. Na de reparatie heeft Solid-Air aan JetSupport verzocht de leenmotor te vervangen door de gerepareerde (originele) motor. Bij e-mail van 19 oktober 2009 heeft [B] (hierna: [B]), werkzaam bij JetSupport als hangar chef (engineer), SECA om het volgende verzocht:
• One SECA technician to aid in removal/installation
• 2 Engine stands
• Engine hoist
2.9. SECA heeft diezelfde dag, voor zover hier van belang, als volgt gereageerd:
“Well, we’ll prepare the engine change from our side and check for your requests.”
2.10. In aanvulling daarop heeft SECA bij e-mail van 26 oktober 2009 aan JetSupport geschreven:
“I’ve forgotten : could you also send us the purchase order for this intervention?”
2.11. JetSupport heeft vervolgens op 27 oktober 2009 een “shop work order” aan SECA verstuurd. Onder het kopje “Work To Be Done” staat het volgende geschreven:
“As discussed per e-mail:
Please provide on sight support for Thursday and Friday (29-oct and 30-oct) during engine change of aircraft (…).
Please supply two engine stands and engine sling for PW308C engine.”
2.12. Op 28 oktober 2009 heeft SECA de gerepareerde motor, de twee bokken en het hijsgereedschap (engine sling / hoist) aan JetSupport geleverd. De geleverde bokken had SECA gehuurd bij Dassault . Diezelfde dag nog heeft JetSupport de leenmotor van het vliegtuig verwijderd en de gerepareerde motor uit de transportbehuizing op een van de bokken gehesen.
2.13. Op 29 en 30 oktober 2009 is [A] aanwezig geweest bij JetSupport om een gedeelte van de uitrusting van de leenmotor over te zetten naar de gerepareerde motor alvorens de gerepareerde motor weer aan het vliegtuig kon worden bevestigd. Nadat [A] de uitrusting had overgezet is hij teruggekeerd naar Frankrijk.
2.14. Na het vertrek van [A] heeft JetSupport op 31 oktober 2009 de door [A] gereedgemaakte motor uit de bok gehesen en aan het vliegtuig bevestigd.
2.15. Op 2 november 2009 heeft JetSupport tijdens een testronde geconstateerd dat de gerepareerde motor olie lekte. Bij e-mail van 3 november 2009 heeft JetSupport SECA als volgt geïnformeerd:
“ Today we discovered that engine CF0089 is damaged on the intermediate case just underneath the lower mounting plate at the R/H side. Our P&W field representative looked at it this evening and declared the engine unserviceable! The damage penetrates through the casing into the oil reservoir. There is a possibility that the damage is caused by the engine stands.”
2.16. Op 4 november 2009 heeft [B] een rapport opgesteld over de schade. In het rapport stelt [B] dat de onderste bevestigingsplaat van de door SECA geleverde bok andere afmetingen heeft dan die op een tekening van de fabrikant van de motor Pratt & Whitney. De conclusie van zijn rapport luidt als volgt:
“ The used engine stand for the CF0089 engine normally takes all the weight through the circumferential lug on the bracket. The bracket itself is used as a support for the bolts to keep everything in place. Most likely when the bracket has larger dimensions than supposed to, it gets in contact with the intermediate case. This possibly explains why the engine is damaged just underneath the engine mount. It also explains why the load distribution on the bracket is uneven in the R/H lower corner since this part of the bracket was stuck on the engine case.”
2.17. Bij brief van 5 november 2009 heeft JetSupport SECA aansprakelijk gesteld voor de schade aan de motor.
2.18. JetSupport heeft de motor vervolgens opnieuw vervangen door een leenmotor. De beschadigde motor is wederom ter reparatie vervoerd naar de werkplaats van SECA in Frankrijk.
2.19. SECA heeft via haar verzekeraar een onderzoeksbureau ingeschakeld genaamd Airclaims France S.A. (hierna: Airclaims). Het rapport van Airclaims bevat, voor zover hier van belang, de volgende passages:
“ 6. ENGINE DAMAGE
We have noted several damage in the same area.
The damage to the pipe which bent is more likely the consequence of a severe interference between the stand mount and the engine, during the transfer of the engine from the stand to the aircraft when a crane lifted the engine.
The dent also appears to have the same cause.
Both damage confirmed that the handling of the engine was not fully controlled by Jet Support during engine transfer from the stand to the aircraft.
This may be explained by two reasons which were not confirmed by Jet Support:
- The use of a crane to lift the engine
- The improper setting of the sling further to modification of the center of gravity after engine equipment.
The damage named print is the consequence of the interference between the stand mount and the engine when the engine was installed on the engine stand. We have reinstalled the engine on this stand and confirmed that it may print the intermediate case.
The rubbing and the crack appears, in accordance with our analysis, to be the consequence of the improper load transfer between the stand mount and the sling, when the engine was removed equipped form the stand.
It appears that the sling was improperly centred and when the sling took over the engine load, the engine rotated and banked around the low engine mount during disconnection of the lower mount. In fact, it was possible to remove the screw since the centring pad supported the load, but when moving the engine, the load instead of being entirely taken over by the sling, also concentrated on the lower mount and the mount punctured and cracked the intermediate case.
7 CAUSE OF THE LOSS
We consider that the crack as well as the rubbing which led to the engine oil leak were caused by the engine mishandling when lifted off from the stand for installation on the aircraft.
We confirm that without engine mishandling, the oil leak would not have occurred.”
2.20. Bij brief van 6 maart 2010 (de rechtbank leest hier: 6 april 2010) heeft SECA iedere aansprakelijkheid van de hand gewezen.
2.21. JetSupport is zowel door MW Airplane als door Solid-Air aansprakelijk gesteld voor de schade aan de motor. Bij e-mail van 25 februari 2010 heeft MW Airplane, onder toezending van een concept dagvaarding aan zowel JetSupport als Solid-Air, JetSupport verzocht om een toezegging tot betaling. JetSupport is vervolgens in overleg getreden met MW Airplane. Bij brief van 4 maart 2010 heeft de advocaat van MW Airplane aan JetSupport, voor zover hier van belang, het volgende geschreven:
“Ten vervolge op ons telefoongesprek van gisterenavond het volgende:
1. Samengevat komt het er op neer dat JetSupport aansprakelijkheid erkent en bereid is de reparatie van de motor te betalen.[…]
2. Wij hebben begrepen dat de motor klaar staat bij EADS/SECA en dat zij voor de reparatie € 181.011,94 in rekening brengen. […]
3. Gisteren is er overleg geweest over de openstaande nota’s m.b.t. de PH-CHT. […] Ons voorstel is als volgt:
a. Onder voorbehoud van alle rechten, betaalt MW Airplane op mijn derdenrekening € 96.000,=. Dat bedrag is (afgerond) het verschil tussen de opesntaande facutren […] en door MW Airplane verlangde creditnota’s […].
b. JetSupport betaalt vandaag het verschil ad € 86.000,= eveneens op mijn derdenrekening […]
c. Het totale bedrag ad € 181.011,94 betaal ik vandaag vanaf mijn derdenrekening telefonisch door aan EADS/SECA.
Diezelfde dag nog heeft JetSupport een bedrag van € 82.437,53 overgemaakt naar de derdenrekening van de advocaat van MW Airplane.
2.22. Bij factuur van 5 maart 2010 gericht aan JetSupport heeft SECA een bedrag van € 176.176,84 in rekening gebracht voor reparatie van de motor.
2.23. JetSupport heeft het bedrijf TAG Aviation S.A. (hierna: TAG) ingeschakeld om de leenmotor van het vliegtuig te verwijderen en de door SECA gerepareerde motor te installeren. Bij facturen van 15 maart 2010 en 16 april 2010 heeft TAG een bedrag van CHF (Zwitserse frank) 21.095,25 in rekening gebracht voor haar werkzaamheden in de periode van 17 maart 2010 tot en met 26 maart 2010. JetSupport heeft deze facturen voldaan door betaling van een bedrag van € 14.822,49.
2.24. SECA heeft onder meer de volgende facturen aan JetSupport verstuurd:
- Factuur nr. 09120023 van 1 december 2009 ten bedrage van EUR 4.654,00
- Factuur nr. 09100051 van 2 oktober 2009 ten bedrage van EUR 3.955,33
- Factuur nr. 09120280 van 29 december 2009 ten bedrage van USD 13.635,60
- Factuur nr. 10030242 d.d. 31 maart 2010 ten bedrage van USD 26.008,80
- Creditfactuur nr. 10030242 van 6 april 2010 ten bedrage van USD 8.775,00
2.25. Op bovengenoemde facturen heeft JetSupport geen betalingen verricht.
3. Het geschil
in conventie
3.1. JetSupport vordert samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, SECA te veroordelen tot betaling van
a. EUR 509.625,12 aan schadevergoeding,
b. EUR 4.000,- aan buitengerechtelijke kosten,
c. de wettelijke rente over € 513.625,12 vanaf 8 april 2010,
d. de kosten van dit geding, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis,
met waarmerking van het vonnis als Europese executoriale titel.
3.2. JetSupport legt het volgende aan haar vordering ten grondslag.
SECA is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens JetSupport door een bok ter beschikking te stellen die ongeschikt was voor de montage van de betreffende vliegtuigmotor. Daarnaast is SECA tekortgeschoten doordat de technicus van SECA niet heeft gezien dat de bok niet voldeed aan de eisen en niet heeft gewaarschuwd voor de ongeschiktheid van de bokken. JetSupport heeft schade geleden als gevolg van deze tekortkoming. Die schade bestaat enerzijds uit de schadevergoeding die JetSupport aan MW Airplane heeft moeten betalen en anderzijds uit de substantiele stijging van de verzekeringspremie van JetSupport als gevolg van het incident. SECA moet deze schade vergoeden, aldus JetSupport.
3.3. SECA voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3.4. SECA vordert in reconventie na eiswijziging – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, JetSupport te veroordelen tot betaling van een bedrag van USD 30.869,40 en een bedrag van EUR 8.609,33 aan onbetaalde facturen te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de betreffende facturen, met veroordeling van JetSupport van de kosten in dit geding.
3.5. SECA legt aan haar vordering ten grondslag dat JetSupport facturen onbetaald heeft gelaten. JetSupport moet deze facturen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, alsnog voldoen, aldus SECA.
3.6. JetSupport voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Toepasselijk recht
4.1. Nu partijen bij akte na comparitie uitdrukkelijk een rechtskeuze hebben gedaan voor Nederlands recht, zal de rechtbank het onderhavige geschil naar Nederlands recht beoordelen.
in conventie
Tekortkoming
4.2. Eind oktober 2009 is een overeenkomst tussen JetSupport en SECA tot stand gekomen. Deze overeenkomst zag enerzijds op het verstrekken van de bokken en hijsgereedschap en anderzijds op het sturen van gekwalificeerd personeel om te ondersteunen bij het vervangen van de motor. Zoals de rechtbank ook in het vonnis in incident van 18 april 2012 heeft overwogen, betreft het derhalve een gemengde overeenkomst met elementen van huur (het ter beschikking stellen van de bokken en het hijsgereedschap) en elementen van opdracht (het sturen van gekwalificeerd personeel).
4.3. Ten aanzien van laatstgenoemde element van de overeenkomst, verwijt JetSupport SECA dat [A] niet heeft gezien dat de door SECA geleverde bok niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen en dat hij heeft nagelaten JetSupport te waarschuwen voor de mogelijke gevaren bij het gebruik van deze bok. Dit verwijt treft geen doel. Vooropgesteld zij dat het verwisselen van de motoren door JetSupport is verricht. Onbetwist is immers gesteld dat de motor al op de bok was gemonteerd op het moment dat [A] verscheen en dat de motor aan het vliegtuig is gemonteerd nadat [A] was vertrokken. Aanwezigheid of ondersteuning bij deze handelingen behoorde ook niet tot zijn opdracht. [A] heeft wel gedurende twee dagen werkzaamheden aan de motor verricht terwijl de motor aan de bok gemonteerd was. Echter, nu JetSupport zelf stelt dat de afwijking in de afmetingen van de bok dusdanig klein was dat deze voor het blote oog niet zichtbaar was, onbetwist is dat de motor al gemonteerd was toen [A] arriveerde en gelet op de plek van de bevestiging, moet aangenomen worden dat het ook voor [A] onmogelijk was om het gestelde verschil te zien. Daar komt bij dat de geleverde bokken volgens JetSupport optisch identiek zijn aan de eerder in juli 2009 geleverde bokken waarmee de eerste motorverwisseling, eveneens met ondersteuning van [A], zonder problemen is verlopen. SECA is dan ook niet tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen ten aanzien van de werkzaamheden van [A].
4.4. Ten aanzien van het huurelement van de overeenkomst luidt het verwijt dat SECA aan JetSupport een bok heeft geleverd die ongeschikt was voor het monteren van de gerepareerde motor. Dit verwijt moet mede worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen van titel 4 van Boek 7 BW over huur. Dat brengt mee dat in de eerste plaats de vraag moet worden beantwoord of sprake is van een gebrek in de zin van artikel 7:204 BW.
4.5. SECA heeft niet betwist dat de door haar geleverde bok afwijkt van de specificaties van fabrikant Pratt & Whitney. In de eerste plaats wijken de afmetingen van de onderste bevestigingsplaat op de bok enige millimeters af van de specificaties. Volgens JetSupport is de bevestigingsplaat 6,7 millimeter langer dan volgens de specificaties; volgens SECA gaat het om een afwijking van 3,5 millimeter. In de tweede plaats heeft de bevestigingsplaat van de door SECA geleverde bok rechte hoeken waar Pratt & Whitney afgeronde hoeken voorschrijft.
4.6. Eveneens is tussen partijen niet in geschil dat de bevestigingsplaat van de door SECA geleverde bok contact kan maken met het middelste gedeelte van de behuizing van de motor (intermediate case) en dat daarbij een afdruk (print) kan worden achtergelaten in de behuizing. Dit zou niet het geval zijn geweest indien de bok was uitgerust met een bevestigingsplaat conform de specificaties van Pratt & Whitney. Immers, zoals JetSupport ter zitting heeft geïllustreerd, sluit het profiel van een bevestigingsplaat conform de specificaties van Pratt & Whitney precies aan op het ophangpunt (bracket) van de motor. In dat geval is geen sprake van een overlap.
4.7. Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de door SECA geleverde bok behept is met een gebrek in de zin van artikel 7:204 BW. JetSupport mocht verwachten een bok geleverd te krijgen die bij normaal gebruik geen afdruk in de behuizing van de motor zou achterlaten. De stelling van SECA dat de afdruk (print) nog niet behoeft te leiden tot de scheur (crack) die de uiteindelijke schade heeft veroorzaakt (zie hierna onder 4.11 t/m 4.15), doet aan dit gebrek niet af. Zeker op het gebied van de luchtvaart mag aan dergelijk gereedschap hoge eisen worden gesteld.
Toerekenbaarheid
4.8. SECA stelt dat voor zover sprake is van een gebrek zij dit gebrek niet kende en ook niet behoefde te kennen. Immers, SECA heeft op haar beurt de betreffende bok gehuurd van Dassault. Het moederbedrijf van Dassault is de bouwer van het betreffende vliegtuig. SECA mocht er dan ook op vertrouwen dat de door dit bedrijf geleverde bokken niet gebrekkig zouden zijn, zodat het gebrek op grond van artikel 7:208 BW niet aan SECA kan worden toegerekend, aldus SECA.
4.9. Dit verweer faalt. Analoog aan de uitspraak van de Hoge Raad van 27 april 2001 (NJ 2002/213), is de rechtbank van oordeel dat voor de verhuur van industrieel vervaardigde zaken als de onderhavige bokken heeft te gelden dat een gebrek daaraan naar verkeersopvattingen in beginsel voor risico komt van de verhuurder, ook als deze het gebrek kende noch behoorde te kennen. Weliswaar is voor huur in artikel 7:208 BW het uitgangspunt neergelegd dat een verhuurder verplicht is tot schadevergoeding indien hij het gebrek kende of had behoren te kennen, maar het artikel laat onverlet dat een gebrek op grond van artikel 6:75 BW krachtens verkeersopvatting voor rekening komt van de verhuurder. De rechtbank ziet in artikel 7:208 BW - evenals in de parlementaire geschiedenis van die bepaling - geen aanleiding om ten aanzien van de verhuur van industrieel vervaardigde zaken tot een ander oordeel te komen dan de Hoge Raad in 2001 heeft uitgemaakt ten aanzien van de verkoop daarvan.
4.10. SECA heeft geen bijzondere omstandigheden gesteld op grond waarvan, in weerwil van het voorgaande, sprake zou zijn van overmacht. Het gebrek aan de bok is dan ook aan SECA toe te rekenen.
Causaal verband
4.11. JetSupport stelt dat de schade aan de motor een rechtstreeks gevolg is van het gebrek aan de door SECA geleverde bok. Volgens JetSupport is de schade ontstaan bij het monteren van de motor op de bok. Bij het indraaien van de laatste 5 á 6 millimeter van de vier bouten van de onderste bevestigingsplaat, is de onderrand van de bevestigingsplaat in de motorbehuizing gedrukt. De afdruk van de te lange bevestigingsplaat heeft, mede door het relatief zachte materiaal (magnesium) van de motorbehuizing, geleid tot de scheur, aldus JetSupport. Ter onderbouwing verwijst JetSupport naar het rapport van [B].
4.12. SECA betwist het causaal verband tussen het gebrek aan de bok en de scheur in de behuizing. SECA stelt dat het onmogelijk is dat de minimale afwijking van de bevestigingsplaat de scheur heeft veroorzaakt. Volgens SECA is de schade veroorzaakt door onkundig ophijsen van de gerepareerde motor door JetSupport. Bij het monteren van de motor op of bij het ophijsen van de motor uit de bok is sprake geweest van een onjuiste gewichtsverdeling, aldus SECA. SECA beroept zich hierbij op het rapport van Airclaims.
4.13. Tussen partijen is niet in geschil is dat de afdruk (print) op de beschadigde motorbehuizing het gevolg is van de afwijkende vorm en afmetingen van de onderste bevestigingsplaat van de bok. De schade aan de motor die de lekkage heeft veroorzaakt wordt echter niet gevormd door de afdruk (print) maar door de scheur (crack) in de behuizing.
4.14. Partijen zijn het erover eens dat deze scheur is ontstaan door het binnendringen van de bevestigingsplaat van de bok in de motorbehuizing. Immers, ook Airclaims stelt in haar rapport dat “the mount punctured and cracked the intermediate case”. Volgens Airclaims gebeurde dit echter bij het onkundig ophijsen van de motor, terwijl JetSupport stelt dat dit bij het op normale wijze monteren van de motor op de bok is gebeurd.
4.15. Zoals is overwogen onder 4.6 staat vast dat de onderste bevestigingsplaat bij correct gebruik van de bok door zijn afwijkende eigenschappen contact maakt met de behuizing van de gerepareerde motor en dat daarbij een afdruk (print) wordt achtergelaten. Een dergelijke afdruk is op de beschadigde motorbehuizing zichtbaar. Blijkens de in het geding gebrachte foto’s en het ter zitting getoonde gietstuk van het beschadigde deel van de motorbehuizing bevindt de scheur zich vlak boven de afdruk. JetSupport heeft voorts onbetwist gesteld dat de motorbehuizing van een relatief zacht materiaal is gemaakt. Mede in dit licht, heeft SECA haar stelling dat het scenario dat JetSupport schetst de facto onmogelijk is, onvoldoende onderbouwd.
4.16. JetSupport heeft ter zitting voorts gesteld dat de opgetreden schade onmogelijk had kunnen ontstaan met een bok conform de specificaties van Pratt & Whitney. JetSupport heeft dit standpunt geïllustreerd aan de hand van de ter zitting meegebrachte replica bevestigingsplaten en de originele motorbehuizing. De rechtbank begrijpt het standpunt van JetSupport aldus dat ook bij eventuele schommelingen of rotaties van de motor, als door SECA gesteld, de schade niet zou zijn opgetreden als de bevestigingsplaat niet te lang en rechthoekig was geweest. SECA heeft op haar beurt gesteld dat de schade niet alleen kan zijn veroorzaakt door de afwijkende bevestigingsplaat en dat er meer aan de hand moet zijn geweest. SECA heeft echter niet betoogd dat de scheur onder de door haar gestelde omstandigheden, namelijk het onkundig ophijsen van de motor, evengoed was ontstaan met een bok conform de specificaties van Pratt & Whitney. Naar het oordeel van de rechtbank heeft SECA daarmee onvoldoende gemotiveerd betwist dat de afwijkende vorm en afmeting van de bevestigingsplaat op zijn minst een oorzaak is van het ontstaan van de scheur.
4.17. Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de scheur in de behuizing van de vliegtuigmotor in causaal verband staat tot het gebrek aan de door SECA geleverde bok. De schade aan de motor kan derhalve SECA worden toegerekend, ook indien sprake is geweest van onkundig hijsen door JetSupport. In laatstgenoemd geval zou evenzeer sprake kunnen zijn van eigen schuld aan de zijde van JetSupport. De rechtbank zal om die reden eerst het beroep op eigen schuld bespreken, alvorens toe te komen aan de schade.
Eigen schuld
4.18. SECA voert aan dat ook indien causaal verband bestaat tussen het gebrek en de schade aan de motor, de gevorderde schade alsnog volledig voor rekening van JetSupport moet blijven op grond van eigen schuld aan de zijde van JetSupport (artikel 6:101 BW). Daaraan legt SECA ten grondslag dat de fout van JetSupport bij het ophijsen van de gerepareerde motor in meer aanzienlijke mate heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade dan de afwijkende eigenschappen van de door SECA geleverde bok.
4.19. Met SECA is de rechtbank van oordeel dat indien komt vast te staan dat JetSupport fouten heeft gemaakt bij het ophijsen van de motor en daardoor de scheur in de motorbehuizing is opgetreden, aanleiding bestaat op grond van artikel 6:101 BW de vergoedingsplicht van SECA te verminderen. Nu JetSupport nadrukkelijk betwist dat fouten zijn gemaakt bij het ophijsen van de gerepareerde motor, zal de rechtbank SECA opdragen bewijs te leveren van haar stellingen. Het is daarbij aan SECA of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of deskundigen of door een ander bewijsmiddel.
4.20. SECA heeft daarnaast aan haar beroep op eigen schuld ten grondslag gelegd dat JetSupport bij het monteren van de motor op de bok had moeten constateren dat de bok niet voldeed. Dit standpunt stuit af op hetgeen hiervoor onder 4.3 al ten aanzien van [A] is overwogen.
Schade
4.21. De rechtbank zal alvast ingaan op de vraag welke schade die JetSupport stelt te hebben geleden voor toewijzing vatbaar is. De door JetSupport gevorderde schade bestaat (afgezien van de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten) uit een stijging van de verzekeringspremie van JetSupport en een bedrag aan overige kosten.
Verzekeringspremie
4.22. JetSupport stelt dat het onderhavige incident ertoe heeft geleid dat haar verzekeraar de verschuldigde verzekeringspremie heeft verhoogd van € 38.444,69 per jaar in 2009 naar € 280.000 per jaar in 2010. JetSupport vordert deze premiestijging van € 241.555,31 als door SECA te vergoeden schade.
4.23. De rechtbank is van oordeel dat JetSupport haar vordering ten aanzien van dit onderdeel onvoldoende heeft onderbouwd. In de eerste plaats blijkt, naar SECA terecht heeft aangevoerd, uit de door JetSupport in het geding gebrachte polisbladen niet dat de verzekering voor 2010 een identieke verzekering met identieke polisvoorwaarden betreft als de verzekering voor 2009. JetSupport heeft ter zitting gesteld dat dit het geval is, maar heeft die stelling niet nader onderbouwd. Dit had gezien de betwisting door SECA wel op haar weg gelegen. In de tweede plaats is ter zitting gebleken dat de verzekering voor 2010 op naam van de houdstermaatschappij van JetSupport staat, zodat deze, anders dan de verzekering voor 2009, geldt voor alle ondernemingen binnen de holding. Beide omstandigheden maken dat de twee verzekeringen niet zonder meer met elkaar kunnen worden vergeleken. Ten slotte heeft JetSupport onvoldoende onderbouwd dat het onderhavige incident de enige oorzaak is voor de ruim zeven maal hogere verzekeringspremie. De schriftelijke verklaring van de heer [C], directeur van de Nederlandse Luchtvaartpool, is daartoe onvoldoende. Weliswaar schrijft [C] dat hij ervan overtuigd is dat het incident een substantiële invloed heeft gehad op de “Markets thinking”, maar uit zijn brief blijkt eveneens dat slechts één verzekeraar een offerte heeft uitgebracht en dat alle andere verzekeraars weigerden een offerte te verstrekken ten gevolge van de “claims history” van JetSupport. De aanzienlijke premiestijging roept te meer vragen op nu JetSupport voor de onderhavige schade geen beroep op haar verzekering heeft gedaan en ook geen uitkering heeft ontvangen. Nu JetSupport haar vordering in het licht van voornoemde omstandigheden onvoldoende heeft onderbouwd, kan de vraag of een dergelijke premiestijging zou zijn toe te rekenen aan SECA onbeantwoord blijven. De vordering zal dan ook voor dat deel afgewezen worden.
4.24. Het tweede onderdeel van de door JetSupport gestelde schade bestaat uit verschillende kostenposten, die JetSupport heeft opgenomen in een overzicht (productie 27), met daarachter een aantal bijlagen met facturen en betaalbewijzen.
4.25. JetSupport heeft een bedrag aan eigen kosten gevorderd onder de post “Technical workorders JetSupport”. Blijkens de bijgevoegde workorders betreft dit arbeids- en materiaalkosten van JetSupport in verband met het verwijderen van de leenmotor op 28 oktober 2009 en het vervangen van de beschadigde motor door een leenmotor in de periode van 10 tot 16 november 2009. De rechtbank overweegt dat de kosten in verband met het verwijderen van de leenmotor op 28 oktober 2009 zonder nadere toelichting niet als schade zijn te beschouwen, nu JetSupport deze kosten ook had gemaakt als de motorwisseling probleemloos was verlopen. Dat geldt niet voor de nadien gemaakte kosten in verband met het vervangen van de beschadigde motor door een leenmotor. Nu SECA ten aanzien van deze post geen verweer heeft gevoerd, gaat de rechtbank ervan uit dat ook deze interne kosten als geleden schade voor vergoeding in aanmerking komen. Deze post beloopt een bedrag van € 58.002,23.
4.26. JetSupport vordert onder de noemer “Invoices EADS SECA” vergoeding van twee facturen van SECA: een factuur ten bedrage van € 4.654,00 voor de bijdrage van SECA aan het vervangen van de motor op 29 en 30 oktober 2009 en een factuur ten bedrage van € 176.176,84 voor het herstel van de beschadigde motor (blijkens de factuur bestaande uit het vervangen van de motorbehuizing). Beide facturen zijn gericht aan JetSupport. JetSupport stelt dat deze facturen zijn betaald door MW Airplane en dat JetSupport deze vervolgens aan MW Airplane heeft vergoed ter afwenteling van een dreigende procedure.
4.27. Ten aanzien van de factuur van € 4.654,00 heeft SECA onweersproken gesteld dat deze factuur niet aan haar betaald is. In reconventie vordert SECA betaling van deze factuur. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat deze factuur niet ziet op kosten die het gevolg zijn van het ontstaan van schade aan de motor, maar betrekking heeft op de motorverwisseling waarbij de schade is ontstaan. Reeds hierom is het bedrag van deze factuur niet als gevolgschade toewijsbaar.
4.28. Ten aanzien van de factuur van € 176.176,84 heeft SECA in de eerste plaats betwist dat JetSupport deze kosten aan MW Airplane heeft voldaan. Ook heeft SECA vraagtekens gezet bij de door JetSupport gestelde verrekening door JetSupport van het gestelde bedrag met haar eigen facturen.
4.29. De rechtbank constateert dat SECA niet betwist dat zij de factuur van € 176.176,84 door (de advocaat van) MW Airplane betaald heeft gekregen. Nadat SECA bij conclusie van antwoord had betwist dat JetSupport dit bedrag aan MW Airplane heeft vergoed, heeft JetSupport nadere producties in het geding gebracht. Een van die producties is een brief van de advocaat van MW Airplane van 4 maart 2010 (zie onder 2.21). Daaruit blijkt dat MW Airplane aan JetSupport heeft voorgesteld dat de factuur van SECA voor het repareren van de motor via de derdenrekening van de advocaat van MW Airplane zou worden voldaan uit enerzijds een betaling door MW Airplane voor openstaande facturen van JetSupport en anderzijds een betaling door JetSupport. SECA heeft in reactie op deze aanvullende stukken niet betwist dat JetSupport een bedrag van € 82.437,53 heeft overgemaakt op de derdenrekening van de advocaat van MW Airplane. Wel heeft SECA gesteld dat niet duidelijk is op welke grond verrekening kon plaatsvinden, nu JetSupport slechts een contractuele relatie met Solid-Air had. Ter zitting heeft JetSupport daarover gesteld dat afgesproken was dat MW Airplane de facturen van JetSupport direct aan JetSupport zou richten in plaats van via Solid-Air. SECA heeft daar verder geen verweer tegen gevoerd en heeft de in de schikking betrokken facturen van JetSupport niet (langer) betwist. De rechtbank neemt daarom als vaststaand aan dat JetSupport het bedrag van € 176.176,84 aan MW Airplane heeft voldaan door enerzijds een directe betaling van € 82.437,53 en anderzijds een verrekening met eigen facturen.
4.30. In de tweede plaats heeft SECA gesteld dat JetSupport niet gehouden was tot vergoeding van deze facturen aan MW Airplane. Daartoe heeft SECA aangevoerd dat JetSupport in haar contractuele relatie met Solid-Air op grond van artikel 28 van de maintenance agreement niet aansprakelijk was voor schade aan het vliegtuig, behoudens opzet of grove schuld (gross negligence) van JetSupport. SECA kan niet worden verplicht tot vergoeding van schade die Jetsupport vrijwillig over zichzelf heeft afgeroepen, aldus SECA.
4.31. JetSupport betwist dat het bepaalde in artikel 28 van de maintenance agreement haar had kunnen vrijwaren voor aansprakelijkheid, nu de ondergrens van de exoneratieclausule niet is behaald. In de relatie tussen JetSupport enerzijds en Solid-Air en MW Airplane anderzijds kwam de schade voor rekening van JetSupport. Een procedure was volgens JetSupport dan ook kansloos geweest. JetSupport stelt dat zij schadebeperkend heeft gehandeld door niet te procederen, maar tot een schikking te komen.
4.32. De rechtbank vat het verweer van SECA op als een beroep op de schadebeperkingsplicht. Met SECA is de rechtbank van oordeel dat indien JetSupport met succes een beroep had kunnen doen op een exoneratieclausule in de maintenance agreement, de door haar als gevolg van een schikking betaalde bedragen niet als schade ten laste van SECA kunnen worden gebracht. Partijen zijn echter verdeeld over de vraag of een beroep op artikel 28 van de maintance agreement JetSupport had gevrijwaard voor het vergoeden van de schade die MW Airplane en SolidAir als gevolg van het incident hebben geleden.
4.33. Het standpunt van JetSupport dat de exoneratieclausule alleen van toepassing is bij schade van meer dan € 10.000.000 kan niet worden gevolgd. Blijkens de tekst van de derde paragraaf van artikel 28 is het bedrag van € 10.000.000 bedoeld als het maximum bedrag waartoe de aansprakelijkheid van JetSupport is beperkt. Deze paragraaf bepaalt echter niet in welke gevallen JetSupport aansprakelijk is. Voor het antwoord op die vraag moet naar de eerste paragraaf van het artikel worden gekeken.
4.34. Blijkens de eerste paragraaf is JetSupport jegens Solid-Air slechts aansprakelijk voor schade veroorzaakt door gross negligence van de zijde van JetSupport. In het standpunt van SECA ligt besloten dat JetSupport ten aanzien van de onderhavige schade geen gross negligence kon worden verweten. Nu SECA zich beroept op het rechtsgevolg van de door haar gestelde feiten is het aan SECA bewijs te leveren van die feiten. De rechtbank zal SECA naast de onder 4.19 genoemde bewijsopdracht opdragen te bewijzen dat JetSupport in haar relatie tot Solid-Air en MW Airplane kon beroepen op artikel 28 van de maintenance agreement.
4.35. SECA heeft geen verweer gevoerd tegen de kostenpost “Invoices TAG Aviation”. Weliswaar heeft SECA in het algemeen gesteld dat niet kan worden aangenomen dat alle door JetSupport in het geding gebrachte facturen rechtstreeks verband houden met het gebrek, maar de rechtbank acht dit een onvoldoende gemotiveerde betwisting van de in het overzicht omschreven kostenposten en de daarbij gevoegde bijlagen. Deze kostenpost betreft twee facturen (van 15 maart 2010 en van 16 april 2010) van TAG gericht aan JetSupport. Deze hebben blijkens de omschrijving op de factuur betrekking op het verwijderen (de rechtbank begrijpt: van de leenmotor) en installeren van de (de rechtbank begrijpt: gerepareerde) motor aan het vliegtuig van MW Airplane. JetSupport heeft tevens rekeningafschriften in het geding gebracht waaruit blijkt dat zij de betreffende facturen heeft voldaan, zoals zij ter zitting ook nog onbetwist heeft gesteld. Bij gebreke van een verweer ten aanzien van deze facturen, merkt de rechtbank ook deze kosten aan als aan SECA toe te rekenen schade van JetSupport. Deze post beloopt een bedrag van € 14.822,49.
4.36. Ten aanzien van de in dat overzicht vermelde posten “Various costs” en “Investigation costs JetSupport” heeft SECA evenmin verweer gevoerd. Uit het overzicht blijkt dat het hier kosten betreft voor vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Bij gebreke van een verweer tegen deze posten, oordeelt de rechtbank dat deze kosten als schade voor vergoeding in aanmerking komen. Deze posten belopen een bedrag van in totaal € 7.311,82.
Beperking aansprakelijkheid
4.37. Het beroep van SECA op een beperking van haar aansprakelijkheid tot een bedrag van € 987,- op grond van artikel 9 van haar algemene voorwaarden, zal niet slagen. De rechtbank heeft reeds in het vonnis in incident overwogen dat deze algemene voorwaarden niet van toepassing zijn op de contractuele relatie tussen SECA en JetSupport. SECA kan zich dan ook niet jegens JetSupport beroepen op een beperking van haar aansprakelijkheid in die voorwaarden.
4.38. Ter zitting heeft JetSupport afstand gedaan van haar verweer dat aan de verstuurde facturen geen opdracht ten grondslag lag. In beginsel is de verschuldigdheid van de facturen dan ook onbetwist. JetSupport beroept zich ten aanzien van deze facturen evenwel op opschorting en op verrekening met haar vordering in conventie. Nu het slagen van dit verweer afhankelijk is van de uitkomst van de bewijslevering in conventie, zal de rechtbank iedere verdere beslissing aanhouden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. draagt SECA op te bewijzen dat JetSupport (een) fout(en) heeft gemaakt bij het hijsen van de gerepareerde motor en waardoor de onderste bevestigingsplaat van de bok de scheur in de motorbehuizing heeft veroorzaakt (rov. 4.19),
5.2. draagt SECA op te bewijzen dat dat JetSupport in haar relatie tot Solid-Air en MW Airplane kon beroepen op artikel 28 van de maintenance agreement (rov. 4.34),
5.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 20 maart 2013 voor uitlating door SECA of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
5.4. bepaalt dat SECA, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.5. bepaalt dat SECA, indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden april tot en met juni 2013 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.6. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van de daartoe tot rechter-commissaris benoemde mr. C.M.E. de Koning in het gerechtsgebouw te Amsterdam aan de Parnassusweg 220,
5.7. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.8. houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
5.9. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, mr. A.E. de Vos en mr. T.T. Hylkema en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2013.?