1.14.De opzegging is door SET niet geaccepteerd. Zij heeft op haar beurt bij brief van 21 januari 2013 nakoming gevorderd en bij brief van 4 februari 2013 geconstateerd dat Triple wat haar betreft in verzuim was.
1. SET vordert dat de kantonrechter, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de overeenkomst tussen SET en Triple zal ontbinden en daarnaast Triple zal veroordelen tot betaling van:
a. € 13.148,- exclusief BTW aan hoofdsom;
b. € 906,48 aan buitengerechtelijke incassokosten,
vermeerderd met de kosten van de procedure.
2. SET legt aan haar vordering ten grondslag dat Triple toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, nu zij weigert deze na te komen. Zij betwist dat de opzegging van Triple rechtsgeldig heeft plaatsgevonden, maar vordert op grond van de toerekenbare tekortkoming van Triple zelf ontbinding van de overeenkomst onder vergoeding van de door haar geleden schade.
3. Triple voert verweer. Zij stelt zich allereerst op het standpunt dat tussen partijen nog geen overeenkomst tot stand was gekomen, maar dat nog onderhandeld werd over de kernvoorwaarden waaronder de overeenkomst tot stand zou kunnen komen. Nu SET niet in staat is gebleken aan de kernvoorwaarde van één duidelijke prijs voor een transparant totaalpakket te kunnen voldoen, konden de onderhandelingen door Triple nog worden afgebroken zonder schadeplichtig te zijn geworden. Subsidiair stelt zij zich op het standpunt dat de overeenkomst door haar rechtsgeldig is ontbonden. Meer subsidiair betwist zij toerekenbaar tekort te zijn geschoten en de hoogte van de door SET gestelde schade.
4. De kantonrechter verwerpt het verweer van Triple dat geen overeenkomst tot stand is gekomen tussen partijen en dat er nog sprake was van een precontractuele fase. Uit de hiervoor vastgestelde feiten blijkt dat SET op basis van een “site survey” Triple een advies heeft gegeven over voor haar relevante ICT dienstverlening. Dit heeft kennelijk geleid tot een aanbod, waarover partijen in juli 2012 in onderhandeling zijn getreden. Deze onderhandelingen hebben geleid tot aanpassingen aan het aanbod, dat steeds de vorm heeft gehad van het uiteindelijk getekende “Service Level Agreement”. Dit contract bevat gedetailleerde informatie over wederzijdse verplichtingen en kernprestaties als de te leveren diensten en de daarvoor te betalen prijzen. Uiteindelijk heeft [naam 4] van Triple op 5 oktober 2012 dit contract ondertekend. Daarmee is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen.
5. Nu partijen over en weer stellen dat de wederpartij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst, dient vervolgens vastgesteld te worden welke partij als eerste diende te presteren onder de overeenkomst. Partijen verschillen daarbij van mening over het antwoord op de vraag wie binnen de overeenkomst de verantwoordelijkheid droeg voor de gebleken incompatibiliteit van (de oude versie van) Fidelio met de server die SET daarvoor onder de overeenkomst zou leveren.
6. De kantonrechter stelt vast dat tussen partijen een overeenkomst van opdracht is gesloten. Op grond van de hiervoor aangehaalde feiten is de kantonrechter van oordeel dat inhoud van deze overeenkomst was dat SET opdracht had gekregen een totaaloplossing te bieden voor een vaste, transparante prijs. Daarbij heeft SET Triple voorgehouden (zie het advies aangehaald onder 1.5) dat “
Niet standaard applicaties worden in kaart gebracht en geanalyseerd of deze mogelijke problemen kunnen veroorzaken tijdens een migratie”. De kantonrechter stelt voorts vast dat voor het sluiten van de overeenkomst aan de orde is geweest dat sprake was van een oude versie van Fidelio en een wens van Triple om deze te “upgraden”, waarbij het de bedoeling was dat de nieuwe versie van Fidelio zou gaan draaien op het systeem dat SET zou leveren (zie de onder 1.4 en 1.9 aangehaalde e-mails van [naam 2]). In de onder 1.4 aangehaalde e-mail van [naam 2] is niet alleen gesproken over een upgrade van een oude naar een nieuwe versie van Fidelio, maar tevens een verzoek gedaan om
“een voorstel waarin álles opgenomen is, zodat er niets aan het toeval overgelaten kan worden en dus achteraf (na ondertekenen) niet de vraag krijgen om nog software, hardware en of andere dienstverlening aan te schaffen om het product en dienst van setICT goed te laten functioneren. Dit mag ook opgenomen worden in het voorstel”.
7. Op grond van deze inhoud van de door partijen gemaakte afspraken, is de kantonrechter van oordeel dat Triple er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat SET op 1 december 2012 “live” zou kunnen gaan met haar dienstverlening inclusief het bieden van een platform waarop Fidelio kon draaien. Dit wordt niet anders door de omstandigheid dat Fidelio binnen de overeenkomst is aangemerkt als “Third Party Software”, nu tussen partijen niet in geschil is dat SET zou zorgen voor een infrastructuur waarop Fidelio als nadrukkelijk genoemde “Third Party Software” wel kon draaien. Voor zover dat niet het geval was, had het op de weg van SET als professionele dienstverlener gelegen Triple op de gevolgen daarvan tijdig te wijzen. Dit geldt met name nu Triple meerdere keren met zoveel woorden erom heeft gevraagd haar te wijzen op alle risico’s en niet voor onverwachte kostenposten te willen komen staan. Nu ter comparitie door [naam 3] met zoveel woorden is verklaard dat SET pas in november 2012 duidelijk is geworden dat de oude versie van Fidelio niet compatibel was met het door haar te leveren systeem, is zij in ieder geval tekortgeschoten in haar verplichting uit hoofde van de overeenkomst om alle vereisten goed in kaart te brengen en te analyseren of er problemen konden ontstaan bij de migratie (zie opnieuw het onder 1.5 aangehaalde advies). Van SET had in ieder geval verwacht mogen worden dat zij Triple erop had gewezen dat Fidelio voor een bepaalde datum ge-upgrade moest zijn naar de nieuwe versie omdat anders de start van het project in gevaar zou komen. Nu gesteld noch gebleken is dat zij dit heeft gedaan, kan Triple niet worden tegengeworpen dat zij niet eerder opdracht voor de upgrade aan [naam 1] heeft gegeven.
8. Nadat pas in november 2012 uiteindelijk de incompatibiliteit is gebleken en toen niet tijdig meer kon worden overgeschakeld, heeft SET bovendien te kennen gegeven slechts tegen extra kosten mee te werken aan het alsnog en met vertraging leveren van het onder de overeenkomst beloofde systeem. De kantonrechter concludeert dan ook dat SET als eerste niet heeft geleverd wat Triple onder de overeenkomst van haar heeft mogen verwachten.
9. SET stelt wel terecht dat tot op heden niet is gebleken dat zij voor de ontbinding door Triple van 4 januari 2013 eerst formeel in gebreke is gesteld. Met SET is de kantonrechter van oordeel dat niet geoordeeld kan worden dat nakoming door haar na 1 december 2012 blijvend onmogelijk was. SET heeft immers ook nog diverse voorstellen gedaan om alsnog na te komen, zoals een nadere planning, die door Triple niet onvoorwaardelijk van de hand zijn gewezen. De kantonrechter is echter wel van oordeel dat deze brief is aan te merken als een ingebrekestelling. Het was SET daarbij, gelet op de gevoerde e-mailcorrespondentie, voldoende duidelijk dat Triple zich in ieder geval op het standpunt stelde dat de migratie zonder extra kosten zou moeten plaatsvinden. Uit de e-mailcorrespondentie blijkt ook dat Triple de extra kosten steeds van de hand heeft gewezen. SET heeft in reactie op deze ingebrekestelling niet aangeboden om alsnog na te komen, maar slechts op 21 januari 2013 bericht eveneens te willen ontbinden tegen een door Triple te betalen schadevergoeding. Op dat moment is SET in verzuim geraakt, zodat Triple zich in de onderhavige procedure succesvol kan verweren door ontbinding van de overeenkomst.
10. De vorderingen van SET, gebaseerd op de gestelde toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Triple, liggen daarmee voor afwijzing gereed. SET wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Triple.
I. wijst de vorderingen af;
II. veroordeelt SET in de proceskosten, aan de zijde van Triple tot op heden begroot op
griffierecht € 437,00
explootkosten € 97,64
salaris gemachtigde € 625,00
______
totaal € 1.159,64
inclusief eventueel verschuldigde btw;
III. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
IV. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. C.H. Rombouts, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 december 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter