Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[naam 1](wonende te [woonplaats 1], Turkije),
1.De procedure
- het vonnis van 9 juni 2010 en de daarin genoemde stukken, waarbij de vervroegde onteigening met betrekking tot na te noemen perceel is uitgesproken en een rechter-commissaris en drie deskundigen zijn benoemd;
- de brief van [naam 1] van 14 september 2010 met het afschrift van waardebepaling van de door [naam 1] benaderde deskundige, [naam 2];
- het proces-verbaal van onteigeningsdecente en notawisseling, gehouden op 17 september 2010 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van 20 september 2010 van [naam 1] met bijlagen;
- het ontwerpadvies van deskundigen van 13 oktober 2011 (en de daarin genoemde stukken), met bijlagen;
- de brief van 23 april 2012 van De Staat met bijlagen;
- het advies van deskundigen van 23 augustus 2012 (en de daarin genoemde stukken), met bijlagen;
- de brief van 16 oktober 2012 van [naam 1] met een afschrift van de factuur van [naam 2];
- het proces-verbaal van het op 10 december 2012 gehouden pleidooi en de daaraan gehechte pleitnota zijdens De Staat;
- de brief van 20 december 2012 van [naam 1], met de opgave van de kosten voor juridische en deskundige bijstand;
- de brief van 21 december 2012 van [naam 3] met de opgave van de kosten van de deskundigen;
- de brief van 8 januari 2013 van De Staat;
- de akte naar aanleiding van de kostenopgaven van 9 januari 2013 van De Staat.
2.De feiten
3.De beoordeling van de reacties op het advies
De Staat
€ 16.800,--
4.De beslissing
€ 31.220,13 incl. BTW.