Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 juli 2012;
- de akte houdende overlegging producties bij dagvaarding van 11 juli 2012;
- de conclusie van antwoord, met producties, van 3 oktober 2012;
- het tussenvonnis van 17 oktober 2012;
- het proces-verbaal van comparitie van 18 januari 2013;
- de brief van 21 februari 2013 van mr. Schuttelaar;
- het faxbericht van 4 maart 2013 van mr. Wanders.
2.De feiten
3.Het geschil
cash calls, met inherente risico’s voor crediteuren van Citypole, in samenhang met:
(i) de keuze van de Maarsen-groep om een aannemingsovereenkomst af te sluiten en om de activiteiten van Citypole voort te zetten hoewel zij wist, althans behoorde te weten dat door de gevolgde wijze van handelen binnen de Maarsen-groep de crediteuren van Citypole zouden worden benadeeld indien Citypole geen gebruik zou maken van de kredietfaciliteiten bij de banken c.q. zodra de financiering door de Maarsen-groep zou worden beëindigd;
Comsys). Ook hadden gedaagden om te voldoen aan hun zorgplicht zekerheid kunnen stellen voor de nakoming van de verplichtingen van Citypole jegens haar crediteuren. Los van dat alles hadden gedaagden de crediteuren van Citypole moeten waarschuwen voor de mogelijke gevolgen van het faillissement van de debiteur ad € 486.000,-. De Maarsen-groep heeft deze bijzondere zorgplicht geschonden en is daarmee uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk voor de schade die Plan 10 daardoor heeft geleden en nog zal lijden.
Beklamel).
4.De beoordeling
cash calls. Dit was het gevolg van de door de Maarsen-groep opgezette structuur, negatief eigen vermogen en een negatief resultaat in [jaartal 1] en [jaartal 2], het ontbreken van eigen kredietfaciliteiten bij de bank en de ‘dubbele pet’ van de Maarsen-groep van bestuurder, aandeelhouder, opdrachtgever en financier van Citypole. Op grond van deze zorgplicht rustte ten tijde van het sluiten van de aannemingsovereenkomst, althans ten tijde van de vaststellingsovereenkomst op ieder van gedaagden de hoofdelijke verplichting Plan 10 te waarschuwen voor de risico’s van stopzetting van de financiering door de Maarsen-groep. Door deze verplichting niet na te komen is sprake van onrechtmatig handelen, aldus Plan 10.