ECLI:NL:RBAMS:2013:5125
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding wegens gemiste meeropbrengst bij verkoop appartementen na splitsingsvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap en het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid. De eiseres had een verzoek ingediend om schadevergoeding wegens gemiste meeropbrengsten bij de verkoop van appartementen, nadat de splitsingsvergunning pas na het uitbreken van de economische en financiële crisis was verleend. De rechtbank oordeelde dat het besluit van 4 december 2007, waarbij de splitsingsvergunning was geweigerd, onrechtmatig was, maar dat de schade die eiseres had geleden niet het gevolg was van dit onrechtmatige besluit. De rechtbank stelde vast dat verweerder aannemelijk had gemaakt dat ook een rechtmatig besluit tot aanhouding van de aanvraag genomen had kunnen worden, wat zou hebben geleid tot dezelfde schade. De rechtbank concludeerde dat de schade van eiseres in aard en omvang niet anders was geweest dan de schade die zij nu stelde te hebben geleden, en verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank wees erop dat de eiseres niet had aangetoond dat de panden splitsingsklaar waren voordat de vergunning werd verleend, en dat de gestelde schade niet als gevolg van het onrechtmatige besluit kon worden toegerekend. De uitspraak benadrukt het belang van het causaal verband tussen het onrechtmatige besluit en de geleden schade, en dat de aard van de schade niet anders zou zijn geweest indien een rechtmatig besluit was genomen.