In deze zaak heeft de kantonrechter te Amsterdam op 25 juni 2013 uitspraak gedaan in een ontbindingsprocedure van een arbeidsovereenkomst tussen een verzoeker, eigenaar van een coffeeshop, en een verweerster, een medewerkster van de coffeeshop. Verzoeker heeft op 2 mei 2013 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat verweerster na haar laatste werkdag op 27 december 2012 zonder bericht is weggebleven. Verzoeker heeft haar meerdere keren geprobeerd te bereiken, maar zonder succes. Hij heeft vervolgens de loonbetalingen gestaakt.
Verweerster heeft echter gesteld dat zij op 13 december 2012 mishandeld is door haar ex-partner en zich ziek heeft gemeld. Zij heeft op 15 december 2012 aangifte gedaan en heeft verklaard dat zij na de mishandeling arbeidsongeschikt is gebleven. Verzoeker betwist deze claims en stelt dat verweerster na de mishandeling gewoon heeft doorgewerkt tot 27 december 2012. De zaak is behandeld op de zitting van 18 juni 2013, waar beide partijen met hun gemachtigden aanwezig waren.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de goede verstandhouding tussen partijen is verdwenen, wat een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. De rechter heeft vastgesteld dat verweerster na 13 december 2012 niet arbeidsongeschikt was en dat zij zonder afmelding niet meer op het werk is verschenen. De rechter heeft besloten de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 juli 2013, zonder toekenning van een vergoeding aan verweerster, en heeft de proceskosten gecompenseerd.