In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoekster, een communicatieadviseur bij de stichting Waternet, en haar werkgever, het bestuur van de stichting Waternet. Verzoekster was sinds 1 augustus 2009 in dienst en raakte op 4 november 2010 volledig arbeidsongeschikt door ernstige psychische klachten. Ondanks haar re-integratie-inspanningen, waarbij ze vanaf juni 2012 weer gedeeltelijk werkte, besloot de werkgever op 12 november 2012 haar dienstverband te beëindigen op basis van een verzekeringsgeneeskundig onderzoek. Verzoekster maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg om een voorlopige voorziening, zodat ze haar werkzaamheden kon hervatten.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de werkgever niet heeft gehandeld conform de vereisten van artikel 8.1.5 van de Sectorale arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel (SAW). De rechter oordeelde dat het ontslag uitsluitend was gebaseerd op het verzekeringsgeneeskundig onderzoek, zonder dat de werkgever had onderzocht of er binnen de organisatie mogelijkheden waren voor re-integratie. Dit was in strijd met de verplichtingen die de werkgever had op grond van de SAW. De voorzieningenrechter concludeerde dat de werkgever niet bevoegd was om verzoekster te ontslaan, omdat niet was voldaan aan de voorwaarden voor ontslag wegens arbeidsongeschiktheid.
De rechter verklaarde het beroep van verzoekster gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herstelde het primaire besluit. Tevens werd de werkgever veroordeeld in de proceskosten van verzoekster. De voorzieningenrechter schorste het primaire besluit, zodat verzoekster de kans kreeg om haar werkzaamheden te hervatten, en droeg de werkgever op om een zorgvuldig onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden voor re-integratie binnen de organisatie.