In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 22 januari 2013, is de verdachte beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van gebouwen in Weesp. De tenlastelegging omvat twee feiten: het aanbrengen van hakenkruizen en de tekst 'SS' op het politiebureau van Weesp en het aanbrengen van een hakenkruis en de tekst 'NSB' op een bedrijfsgebouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, gedreven door frustratie over het niet mogen zien van zijn kinderen, deze vernielingen heeft gepleegd. De rechtbank heeft de bewijzen, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen, zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte de dader was van de bewezen geachte feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen rechtvaardigingsgronden aanwezig waren. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 90 dagen geëist, waarvan 43 dagen voorwaardelijk, en de rechtbank heeft deze eis grotendeels overgenomen. De rechtbank heeft ook een taakstraf van 40 uren opgelegd. De beslissing is genomen met inachtneming van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn frustratie en problemen in zijn leven. De rechtbank heeft de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte gelast, met uitzondering van enkele voorwerpen die niet konden worden vastgesteld als gebruikt bij de gepleegde feiten.