ECLI:NL:RBAMS:2012:BY2091
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van rechters in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 maart 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de rechters in een strafzaak. Het verzoek tot wraking was ingediend door verzoekster, die zich in een procedure over een overtreding van de Leerplichtwet bevond. De wrakingskamer had eerder op 3 februari 2012 een verzoek tot aanhouding van de behandeling van het wrakingsverzoek afgewezen, wat verzoekster als reden aanvoerde voor haar wrakingsverzoek. De rechtbank oordeelde dat de weigering om de behandeling aan te houden een procedurele beslissing was en niet onbegrijpelijk. De rechtbank wees het wrakingsverzoek af, omdat verzoekster het middel tot wraking herhaaldelijk en zonder deugdelijke grondslag had ingezet. Dit leidde tot de toepassing van de anti-misbruikbepaling. De rechtbank benadrukte dat de rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van partijdigheid of de schijn daarvan en dat de beslissing van de wrakingskamer niet ter beoordeling stond van een opvolgende wrakingskamer. De rechtbank besloot dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zou worden genomen, gezien het misbruik van recht door verzoekster. De beslissing is definitief en er staat geen voorziening open tegen deze uitspraak.