ECLI:NL:RBAMS:2012:BY0184
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewijsbeslag en deurwaarderskortgeding inzake aansprakelijkstelling van bank voor fraude door financieel adviseur
In deze zaak hebben verzoeksters, BLAUWPARK B.V. en DECLUSE B.V., verlof gevraagd tot het leggen van bewijsbeslag op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit verzoek is gedaan in het kader van een voorgenomen aansprakelijkstelling van hun bank, ABN AMRO BANK N.V., voor schade die zij hebben geleden door fraude gepleegd door een (voormalig) financieel adviseur. De voorzieningenrechter heeft op 1 juni 2012 het verzoek tot bewijsbeslag verleend, maar met de nodige beperkingen. De achtergrond van de zaak is dat verzoeksters aanzienlijke geldbedragen hebben verloren door de frauduleuze handelingen van de adviseur, die geld van hun bankrekeningen heeft weggesluisd.
Bij dagvaarding van 26 juli 2012 hebben de eiseressen de afgifte van kopieën van de in beslag genomen bescheiden gevorderd. De voorzieningenrechter heeft deze vordering gedeeltelijk toegewezen op 14 september 2012, maar afgewezen voor zover de afgifte zou leiden tot schending van het recht van de gedaagde om zich in vrijheid en beslotenheid te verdedigen. Tegen de afgifte van bepaalde stukken was er een gewichtige reden, zoals bedoeld in artikel 843a lid 4 Rv, en er is een dwangsom opgelegd voor de afgifte van de stukken.
In het kader van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 14 september 2012 heeft de deurwaarder een deurwaarderskortgeding aanhangig gemaakt. De voorzieningenrechter heeft op 2 oktober 2012 mondeling uitspraak gedaan over de vragen die de deurwaarder had naar aanleiding van bezwaren van de gedaagde tegen de voorgenomen tenuitvoerlegging van het vonnis. De beschikking van de voorzieningenrechter is gepubliceerd onder de nummers LJN BY0184, LJN BY0185 en LJN BY0187. De voorzieningenrechter heeft de noodzaak van het gevraagde beslag voldoende onderbouwd geacht en het verlof verleend, met specifieke beperkingen voor de bescheiden die in beslag genomen mochten worden.