ECLI:NL:RBAMS:2012:BX1260
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurprijsverhoging en toepassing van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in huurprijzenrecht
In deze zaak vorderde Egelinck B.V., eigenaar van een woning in Amsterdam, een huurprijsverhoging voor de door [gedaagde] gehuurde woning. Egelinck stelde dat de huidige huurprijs te laag was om een redelijk rendement te behalen, en beroept zich op artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De gedaagde huurde de woning sinds 1 augustus 2006 en had eerder de huurcommissie verzocht om de huurprijs te verlagen. De huurcommissie had de huurprijs verlaagd, maar Egelinck was van mening dat deze beslissing niet recht deed aan de waarde van de woning en de kosten van onderhoud.
De kantonrechter oordeelde dat de procedure niet kon worden aangemerkt als een procedure zoals bedoeld in artikel 7:262 BW, omdat Egelinck een verhoging van de huurprijs vorderde zonder dat de huurcommissie daarover een uitspraak had gedaan. De kantonrechter benadrukte dat de wettelijke procedure voor huurprijsverhoging niet was gevolgd en dat Egelinck niet ontvankelijk was in haar vorderingen. De rechter merkte op dat de beperkingen die de Nederlandse overheid in de wet heeft opgenomen, gericht zijn op het waarborgen van betaalbare huisvesting en dat deze beperkingen niet disproportioneel zijn.
Uiteindelijk werd de huurprijs vastgesteld op € 485,18 per maand, zoals eerder door de huurcommissie was bepaald. Egelinck werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verhuurders om de juiste wettelijke procedures te volgen bij het aanvragen van huurprijsverhogingen en de rol van de huurcommissie in dit proces.