ECLI:NL:RBAMS:2012:BW4266
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot wijziging van conclusies in onderzoeksverslag AMK met betrekking tot beschuldigingen van seksueel misbruik
In deze zaak verzoekt [verzoeker], de vader van drie dochters, de rechtbank om een wijziging van de conclusies in een onderzoeksverslag van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). De aanleiding voor het verzoek is een melding van vermeend seksueel grensoverschrijdend gedrag door [verzoeker] ten opzichte van zijn kinderen, gedaan door de ex-vriendin van [verzoeker]. Het AMK heeft in zijn onderzoeksverslag geconcludeerd dat het vermoeden van seksueel misbruik niet bevestigd, maar ook niet uitgesloten kan worden. [verzoeker] is van mening dat deze formulering schadelijk is voor zijn reputatie en privacy, en verzoekt de rechtbank om de gewraakte zinnen te verwijderen of te herformuleren.
De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, inclusief de eerdere klachtenprocedure bij de klachtencommissie van BJZNH, die de klachten van [verzoeker] ongegrond verklaarde. De rechtbank oordeelt dat de gewraakte zinnen in het onderzoeksverslag de mogelijkheid openlaten dat er sprake is van seksueel misbruik, terwijl dit na uitvoerig onderzoek niet is komen vast te staan. De rechtbank stelt vast dat er geen nieuwe signalen zijn ontvangen die duiden op seksueel grensoverschrijdend gedrag van [verzoeker] en dat de gewraakte zinnen onterecht de suggestie wekken dat er nog steeds een vermoeden van misbruik bestaat.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het belang van [verzoeker] bij verwijdering van de gewraakte zinnen zwaarder weegt dan het belang van BJZNH bij handhaving ervan. De rechtbank beveelt BJZNH om binnen 48 uur na betekening van de beschikking de gewraakte zinnen te verwijderen, op straffe van een dwangsom. Tevens wordt BJZNH veroordeeld in de proceskosten van [verzoeker].