ECLI:NL:RBAMS:2011:BV3653

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
473056 - HA ZA 10-3366
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg en geschil over Settlement Agreement met betrekking tot televisieformats tussen Talpa en [A]

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Talpa Media Holding N.V. en [A] B.V. over de uitleg van een Settlement Agreement (SA) en de daaruit voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot televisieformats. De rechtbank heeft op 21 september 2011 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij Talpa vorderingen heeft ingesteld tegen [A] wegens vermeende schending van de SA. De kern van het geschil draait om de vraag of [A] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen onder de SA door het produceren van het televisieprogramma 'L’Amour est Aveugle' (LAA), dat volgens Talpa inbreuk maakt op het format 'Dating in the Dark' (DITD). De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in 2008 een Creative Cooperation Agreement (CCA) hebben gesloten, gevolgd door de SA en een Intellectual Property Agreement (IPA). Talpa stelt dat [A] de exploitatierechten op DITD heeft geschonden door LAA te produceren, terwijl [A] betwist dat er sprake is van een schending. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kenmerken van LAA wezenlijk overeenkomen met die van DITD, en dat [A] zich op grond van de SA dient te onthouden van exploitatie van het DITD-format. De rechtbank heeft de vorderingen van Talpa in conventie toegewezen en de vorderingen van [A] in reconventie afgewezen. Tevens is [A] veroordeeld in de proceskosten van Talpa.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 473056 / HA ZA 10-3366
Vonnis van 21 september 2011
in de zaak van
1. de naamloze vennootschap
TALPA MEDIA HOLDING N.V.,
gevestigd te Laren (Noord-Holland),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TALPA CONTENT B.V.,
gevestigd te Laren (Noord-Holland),
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TALPA DISTRIBUTION B.V.,
gevestigd te Laren (Noord-Holland),
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. A. Knigge te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. A.M.R. Khodabaks te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Talpa en [A] genoemd worden.
Voorts worden hierna de volgende afkortingen gebruikt (en toegelicht):
CCA Creative Cooperation Agreement Term Sheet
SA Settlement Agreement
IPA Intellectual Property Agreement
DITD Dating in the Dark
LIB Love is Blind
LAA L’Amour est Aveugle
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 januari 2011;
- het proces-verbaal van comparitie van 30 mei 2011 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte houdende overlegging productie zijdens Talpa;
- de akte uitlating producties van [A].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 16 april 2008 hebben partijen een zogeheten Creative Cooperation Agreement Term Sheet (CCA) gesloten, waarin de hoofdpunten zijn neergelegd van een door partijen beoogde samenwerking met betrekking tot (onder meer) joint ventures die kort gezegd op basis van exclusiviteit door Talpa ontwikkelde televisieformats zouden produceren en exploiteren in een aantal landen.
2.2. Partijen zijn er na ondertekening van de CCA niet in geslaagd tot overeenstemming te komen over de voorwaarden van hun samenwerking. Ter beëindiging en ontvlechting van hun relatie zoals deze door partijen bedoeld was in de CCA, hebben partijen op 3 december 2008 twee overeenkomsten gesloten, een zogenoemde Settlement Agreement (hierna: SA) en een Intellectual Property Agreement (hierna: IPA).
2.3. In de SA staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
2. CONTENT
Unless specifically provided otherwise in Clause 3 and without prejudice to the IP Agreement referred to in Clause 4 (de IPA, rb), the Parties acknowledge and agree that [A] is not entitled in whatever way to any current or future Content or any creative output of Talpa of any of its group companies or [B], whereby “Content” means formats (…).
3. CONTRACTS IN RELATION TO FORMATS (…)
3.1. The formats (…):
(…)
3.1.2. (i) that have been pitched by [A] to a broadcaster/licensee after 16 April 2008 and prior to 1 November 2008 and in respect of which [A] and Talpa agree on the terms and conditions of each agreement with the relevant broadcaster/licensee (…) which formats (…) are listed in Schedule 1B (…) shall be exploited by [A] and Talpa in accordance with (…).
2.4. Het in artikel 3 SA genoemde “Schedule 1B” bevat een lijst van formats voor televisieprogramma’s ten aanzien waarvan [A] in de relevante periode door buitenlandse dochters pitches heeft doen plaatsen bij buitenlandse omroepen. Hieruit blijkt dat [A] in de betreffende periode een pitch had geplaatst voor het format “Dating in the Dark” (hierna: DITD) bij de Franse omroep TF-1.
2.5. [A] Frankrijk en TF-1 zijn niet binnen de met Talpa overeengekomen (en nog verlengde) termijn tot een ook voor Talpa aanvaardbaar akkoord komen. Bij e-mail van 26 mei 2009 heeft Talpa vervolgens aan [A] France de beëindiging van de onderhandelingen voor wat betreft Frankrijk bevestigd, waarbij onder meer – voor zover hier van belang – werd meegedeeld:
“Talpa trusts [A] France shall inform the French broadcasters concerning the fact that all Talpa formats return to Talpa and [A] France will not longer act as representative of Talpa in France”
2.6. In november 2009 zijn [A] Frankrijk en TF-1 een licentieovereenkomst ten aanzien van het in 2002 door [A] gecreëerde format “Love is Blind” (hierna: LIB) aangegaan. Secret Prod, een Franse dochtermaatschappij van [A] France, heeft daarop in opdracht van [A] France het format “L’Amour est Aveugle” (hierna: LAA) geproduceerd ten behoeve van TF-1. TF-1 heeft vanaf 16 april 2010 zes afleveringen van LAA uitgezonden.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Talpa vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
verklaring voor recht
1. te verklaren voor recht dat [A] B.V. en/of [A] International jegens Talpa toerekenbaar te kort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen onder de SA door te bevorderen, althans door niet te beletten, dat [A] Frankrijk en Secret Prod ten behoeve van de Franse omroep TF-l het programma LAA hebben geproduceerd;
betwistingsverbod
2. [A] B.V. en [A] International ieder afzonderlijk, met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis (hierna: betekening) te bevelen niet (langer) te betwisten dat het Dating in the Dark-format auteursrechtelijk beschermd is en dat Talpa Content terzake auteursrechthebbende is, althans niet (langer) te betwisten dat gedaagden, waaronder [A] B.V.'s al dan niet buitenlandse dochtermaatschappijen in de zin van artikel 2.24a BW geen enkel recht kunnen doen gelden op het Dating in the Dark-format;
exploitatieverbod
3. [A] B.V. en [A] International ieder afzonderlijk, met onmiddellijke ingang na betekening, te bevelen iedere exploitatiehandeling* met betrekking tot een televisieprogramma dat een bewerking is van het DITD-format* te staken
en gestaakt te houden;
* In dit petitum dient onder:
• "exploitatiehandeling" in elk geval maar niet uitsluitend te worden verstaan:
- het plaatsen/doen van een voorstel om een televisieprogramma te produceren
("pitch"), al dan niet onder verlening van een optie,
- het onderhandelen over dan wel het sluiten van een overeenkomst met een derde
omtrent productie en/of verkoop en/of openbaarmaking op televisie en/of internet;
• "een televisieprogramma dat een bewerking is van het DITD-format" in elk geval maar niet uitsluitend te worden verstaan: een televisieprogramma dat een verveelvoudiging is van de Engelse versie van het televisieprogramma DITD zoals dat in 2009 door de Engelse omroep Living is uitgezonden dan wel de Amerikaanse versie van het televisieprogramma DITD zoals dat door de Amerikaanse omroep ABC in 2009 is uitgezonden.
ongedaanmakingsbevel
4. [A] B.V. en [A] International ieder afzonderlijk, met onmiddellijke ingang na betekening te bevelen:
(a) met betrekking tot elke reeds voor dit vonnis verrichte exploitatiehandeling* met betrekking tot een televisieprogramma dat een bewerking is van het DITD-format* alle maatregelen te nemen die in hun macht liggen te nemen teneinde deze exploitatiehandelingen ongedaan te maken;
(b) [A] B.V. en [A] International - des de een nakomend de ander is bevrijd – te bevelen om binnen twee weken na betekening aan de raadsman van Talpa schriftelijke opgave te doen van alle dergelijke exploitatiehandelingen* verricht door [A] B.V. en/of [A] International en/of de dochtermaatschappijen in de zin van artikel 2:24a BW van [A] B.V. met betrekking tot een televisieprogramma dat gebaseerd is op het DITD-format*;
* een en ander als bedoeld in petitum onder 3;
instructie bevel aan dochters
5. [A] B.V. te bevelen om:
(a) binnen één week na betekening al haar dochtermaatschappijen in de zin van artikel 2:24a BW, te instrueren de onder 2,3 en 4 petitum gevorderde bevelen na te komen als ware die tegen hen toegewezen, en om haar bevoegdheden en macht ten opzichte van haar dochtermaatschappijen op zodanige wijze aan te wenden dat de naleving van bedoelde instructie blijvend gewaarborgd is;
(b) binnen twee weken na betekening aan de raadsman van Talpa schriftelijk per dochtermaatschappij te laten weten:
(i) welke maatregelen [A] B.V. daartoe heeft getroffen; en
(ii) deugdelijk bewijs te verschaffen dat zij die maatregelen heeft getroffen;
rekening en verantwoording
6. [A] B.V. en [A] International - des de een nakomend de ander is bevrijd - te bevelen om binnen vier weken na betekening aan Talpa schriftelijk rekening en verantwoording af te leggen, gecertificeerd door een door Talpa aan te wijzen registeraccountant, op basis van een door die registeraccountant zelf ingesteld onderzoek in de boeken van [A] B.V. en [A] International en [A] Frankrijk en Secret Prod, omtrent:
• het budget van [A] Frankrijk en/of Secret Prod voor de productie van het
televisieprogramma LAA ten behoeve van TF-l;
• alle daaruit door [A] Frankrijk en/of Secret Prod en/of [A] B.V. en/of
[A] International genoten inkomsten;
onder bepaling dat bij de rekening en verantwoording kopieën dienen te worden gevoegd van alle documenten (al dan niet in digitale vorm) die betrekking hebben op:
(i) de tussen [A] International en [A] Frankrijk gesloten licentieovereenkomst omtrent het LIB-format;
(ii) de tussen [A] Frankrijk en/of Secret Prod enerzijds en TF-l anderzijds gesloten overeenkomst met betrekking tot de productie van het televisieprogramma LAA, zoals dat in de periode maart – mei 2010 door TF-l is uitgezonden;
schadevergoeding
7. [A] B.V. en [A] International - des de een betalend de ander is bevrijd - om binnen één week nadat rekening en verantwoording is afgelegd als bedoeld onder petitum 6, aan Talpa het bedrag te betalen waar Talpa ingevolge art. 3.1 SA recht op heeft, vermeerderd met de handelsrente daarover per 1 mei 2010;
dwangsommen
8. [A] B.V. en [A] International te veroordelen tot een dwangsom:
• van EUR 500.000,-- per exploitatiehandeling die zij of een van hen verricht hebben in strijd met het sub 3 petitum gevorderde exploitatieverbod;
• van EUR 25.000,-- per dag of per keer - naar keuze van Talpa - dat zij één of meer van,de bevelen onder petitum 2, 4, 5, en 6 geheel of gedeeltelijk niet nakomen;
proceskosten
8. [A] B.V. en [A] International te veroordelen in de kosten van dit geding,
waaronder de daadwerkelijk gemaakte advocaatkosten op de voet van art. 1019h Rv, des een betalend de ander is bevrijd.
3.2. [A] voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4. [A] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
voor recht te verklaren
1. dat noch [A] B.V. noch [A] International B.V. jegens Talpa toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van enige verplichting in de SA en/of enige verplichting voortvloeiende uit de SA met betrekking tot DITD en de exploitatie van LAA;
2. dat DITD niet kwalificeert als een zelfstandig, auteursrechtelijk beschermd werk, maar als een afgeleid werk van BL en daarmee van LIB;
3. dat de SA niet vaststelt dat DITD een zelfstandig, auteursrechtelijk beschermd werk is, noch dat de auteursrechten in DITD bij Talpa berusten;
4. dat DITD niet aan LAA of enig andere bewerking van LIB welke niet in alle opzichten identiek zijn aan DITD kan worden tegengeworpen;
5. dat [A] zich mag beroepen op LIB en zonder enige beperking gebruik mag maken van LIB en LIB mag exploiteren met inbegrip van alle bewerkingen van LIB welke niet identiek is aan het DITD format bestaande op de datum van de SA en/of de versie van DITD zoals neergelegd in productie 10 Talpa;
6. dat Talpa niet gerechtigd is zich te beroepen op enig andere bewerking van bestaande [A] formats jegens [A], afgezien van de specifieke bewerkingen van formats bestaande op de datum van de SA die deel uitmaken van de SA en slechts voor zover [A] een format zou exploiteren dat in alle opzichten identiek is aan de specifieke bewerkingen van formats die deel uitmaken van de SA,
en tevens
7. Talpa te veroordelen in de kosten van dit geding, met inbegrip van de kosten van juridische bijstand, zulks op grond van artikel 1019h Rv, zulks op straffe van een dwangsom van EUR 50.000,- voor elke schending en elke dag waarop Talpa geen (volledig) gehoor geeft aan het bovenstaande tot een maximaal bedrag van EUR 10.000.000,-.
3.5. Talpa voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
vordering 1
4.1. Talpa stelt en [A] betwist dat [A] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen onder de SA door LAA, dat vrijwel identiek is aan het door [A] op basis van een licentie geproduceerde Amerikaanse versie van DITD, te (doen) exploiteren in Frankrijk.
4.2. Bij de beoordeling van dit twistpunt komt het aan op uitleg van de SA. Als uitgangspunt geldt dat de vraag hoe in een schriftelijke afspraak de verhouding van partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de schriftelijke afspraak. Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze afspraak mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kunnen mede de gebruiken in de branche waarin partijen zich bewegen, van belang zijn.
4.3. [A] erkent dat de rechten op DITD voor Frankrijk ingevolge de SA aan Talpa toebehoren, aangezien de pitch terzake van DITD door [A] bij TF-1 niet heeft geresulteerd in een samenwerking als bedoeld in artikel 3.1.2 SA.
[A] voert evenwel het verweer dat op grond daarvan alleen de rechten op het specifieke Nederlandse format “Daten in het donker” (productie 10 bij dagvaarding), oftewel het DITD format bestaande op de datum van de SA, oftewel slechts bewerkingen die in alle opzichten identiek zijn aan dit DITD format, bij Talpa zijn gebleven. LAA is geen identieke bewerking van dit DITD format, zodat Talpa daarop ingevolge de SA geen aanspraak kan maken, aldus [A].
Dit verweer faalt. Artikel 2 SA zegt immers dat “[A] is not entitled in whatever way to any current or future Content or any creative output of Talpa”. Hieruit volgt, mede gelet op het feit dat niet betwist is dat formats geen vaststaande, maar dynamische grootheden zijn, dat ervan moet worden uitgegaan dat niet alleen de rechten op het DITD-format ten tijde van de SA, maar ook de rechten op toekomstige bewerkingen daarvan bij Talpa zijn gebleven. Gelet hierop heeft [A] voornoemde restrictieve uitleg onvoldoende onderbouwd. De rechtbank is met Talpa van oordeel dat artikel 2 SA niet alleen betrekking heeft op voornoemd format (productie 10), maar bovendien op de “format guide dating in the dark” (productie 11) alsmede op de “production & technical guide dating in the dark” (productie 12), hierna gezamenlijk genoemd: het DITD format. Als overigens niet betwist, staat daarmee vast dat de Amerikaanse versie van DITD valt onder de beschermingssfeer van artikel 2 SA.
4.4. [A] voert tevens het verweer dat LAA een bewerking is van LIB, terwijl de rechten op LIB ingevolge de IPA bij [A] liggen en de IPA prevaleert boven de SA op grond van artikel 2 SA. Talpa kan daarom volgens [A] geen beroep doen op de SA.
Ook dit verweer faalt. Volgens [A] is DITD een afgeleid werk van LIB, hetgeen door Talpa wordt betwist. Wat er ook van zij, partijen zijn het erover eens dat de beide formats gelijkenissen vertonen. Gelet op deze gelijkenissen kan niet zonder meer worden aangenomen dat partijen met artikel 2 SA hebben bedoeld dat de door [A] gestelde rechten op LIB zouden prevaleren boven de rechten van Talpa op DITD. Blijkens de stellingen van beide partijen zijn de rechten op LIB niet besproken bij de onderhandelingen over de SA, hetgeen gelet op de gelijkenis van de formats wel voor de hand had gelegen. [A] heeft in dit licht bezien onvoldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat partijen in SA zijn overeengekomen dat het [A] vrij stond formats te ontwikkelen op basis van LIB die in strijd zouden komen met de rechten van Talpa op DITD. De SA kan derhalve niet op die basis opzij worden gezet.
4.5. Daarmee staat vast dat [A] zich op grond van de SA dient te onthouden van exploitatie van (op) het DITD (gelijkende) format.
4.6. [A] voert vervolgens het verweer dat LAA een bewerking is van LIB en als zodanig teveel afstand heeft van DITD om de door Talpa gestelde schending van de SA aan te nemen. Talpa heeft op haar beurt dit verweer betwist.
4.7. De rechtbank stelt voorop dat een beoordeling van het partijdebat betreffende de vraag in hoeverre [A] het auteursrecht heeft op LIB achterwege kan blijven. Dit geldt ook voor het dispuut of DITD een auteursrechtelijk beschermd werk is dan wel een afgeleid werk van LIB, al dan niet via het door [A] nog aangehaalde format “Blinde Liefde”. Waar het immers om gaat is de vraag of LAA zodanig dicht bij het DITD format komt dat in feite aan de SA op dat punt geen recht wordt gedaan. Tussen partijen is niet in geschil dat [A] op grond van de afspraken tussen partijen die zijn vastgelegd in de IPA gerechtigd is tot het bewerken van LIB. Dat laat onverlet dat partijen in de SA hebben afgesproken, zoals hiervoor is overwogen, dat het DITD format van Talpa niet mag worden nagemaakt. In die zin hebben partijen het exploitatierecht van [A] op LIB dus begrensd. De kernvraag van het geschil is dus louter de vraag of LAA zich bevindt in het door de SA verboden gebied van het DITD format. Het verweer van [A] kan dus alleen slagen indien LAA niet zodanig identiek is aan het DITD format dat de exploitatie van LAA geen schending inhoudt van de verplichting in de SA zich hiervan te onthouden. Het verweer faalt indien zodanige wezenlijke kenmerken zijn overgenomen dat de totaalindruk dusdanig gelijkend is dat de SA wordt geschonden.
4.8. De rechtbank is van oordeel dat DITD over de volgende wezenlijke kenmerken beschikt:
- de lay out van het logo van het programma bij aanvang van het programma (de titel met rode blokletters boven en zwart/witte blokletters beneden);
- de wijze van voorstellen aan de televisiekijker (eerst alleen van onderen gefilmd, dan op de rug en pas bij binnenkomst het gezicht, met een korte voice-over introductie);
- de aankomst van de kandidaten (vrijgezelle mannen en vrouwen nemen hun intrek in een mooi ingericht huis, gescheiden van elkaar);
- het eerste contact dat plaats vindt in een volstrekt verduisterde kamer (de mannen en vrouwen zien elkaar daar uitsluitend in het donker, terwijl de televisiekijker via infrarood camera’s in die kamer wel kan zien wat er daar gebeurt);
- de evaluaties en de wijze van keuzes maken door de betrokkenen zelf (de mannen en vrouwen trekken zich na het eerste contact weer terug in hun eigen, gescheiden ruimtes en moeten ieder kiezen met wie zij het contact willen voortzetten, een en ander begeleid door voice over commentaar);
- de onthulling in de donkere kamer, gevolgd door de zogenoemde balkonscene (de plaats waar men afwacht of de ander de uitnodiging accepteert of niet en – zo ja – diegene ontmoet, waarna het betreffende stel vertrekt);
- de korte periode waarin zich dit allemaal afspeelt (vier dagen);
- de wijze waarop de camera’s worden opgesteld (intermezzo’s en interactie tijdens de blinde ontmoetingen, close ups en het filmen van onder naar boven).
4.9. De rechtbank stelt vast dat deze bepalende kenmerken van DITD overeenstemmen met wezenlijke kenmerken van LAA. De afstand van LAA tot LIB is daarentegen zeer groot, doordat een groot aantal voor dat format belangrijke kenmerken in LAA niet terugkomen, gelijk onder punt 69 van de dagvaarding nader is uitgewerkt. Hieruit volgt dat sprake is van schending van de SA.
Dat er ook afwijkingen en verschillen zijn waar te nemen tussen LAA en DITD, doet hieraan, anders dan betoogd door [A], niet af. Die verschillen zijn te onbeduidend. In de kern zijn de formatbewerkingen hetzelfde. Aldus faalt het verweer overeenkomstig het overwogene onder het slot van rechtsoverweging 4.7.
4.10. Nu overigens geen – althans niet voldoende gemotiveerd – verweer is gevoerd, vloeit uit het voorgaande voort dat de verklaring voor recht als weergegeven onder vordering 1 zal worden toegewezen.
vordering 2
4.11. De rechtbank ziet zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in op welke grondslag [A] dit betwistingsverbod zou kunnen worden opgelegd. Deze grondslag kan niet worden gevonden in de overeenkomst en ook overigens bestaat er geen rechtsregel die een dergelijk verbod kan dragen. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
vordering 3
4.12. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat [A] de exploitatierechten heeft op LIB. Ook staat tussen partijen vast dat sprake is van een ‘grijs gebied’ tussen LIB en DITD waar bewerkingen van deze formats elkaar kunnen raken zonder dat onomstotelijk vaststaat dat de SA wordt geschonden aangezien dit gebied niet helder omlijnd is. Vordering 3 is evenwel dusdanig ruim geformuleerd dat het zo kan zijn dat een bewerking van DITD in dit ‘grijze gebied’ komt. In dit licht bezien is deze vordering, met name gezien de tekst “niet uitsluitend”, te ruim geformuleerd. Deze vordering zal dus worden afgewezen.
vorderingen 4 en 5
4.13. De rechtbank begrijpt uit de namens Talpa ter zitting gegeven toelichting, dat vordering 4 ziet op onderhandelingen/pitches die nu zouden (kunnen) spelen. Nu niet nader is gesteld of gebleken dat hiervan momenteel daadwerkelijk sprake is, zal deze vordering worden afgewezen. In het kielzog daarvan volgt afwijzing van vordering 5.
vorderingen 6 en 7
4.14. De schadevergoedingsvordering 7 is gegrond op artikel 3.1. SA. Dat artikel is aan de orde en dient te worden nagekomen indien er een licentie is overeengekomen. De rechtbank stelt vast dat dit hier nu juist niet is gebeurd. Deze vordering ontbeert dus elke grondslag. Bijgevolg kan ook van rekening en verantwoording (vordering 6) geen sprake zijn. Beide vorderingen worden dan ook afgewezen.
de gevorderde dwangsom
4.15. Het voorgaande leidt ertoe dat de gevorderde dwangsom wordt afgewezen.
de gevorderde proceskosten
4.16. Kern van het partijdebat is de vraag of sprake is van wanprestatie. Uit het voorgaande volgt dat Talpa hierin overwegend in het gelijk is gesteld. Dus zal [A] worden veroordeeld in de proceskosten van Talpa.
Vervolgens wordt toegekomen aan de vraag of een volledige proceskostenvergoeding ex artikel 1019h Rv hier aan de orde is, zoals Talpa vordert. Dit is slechts het geval indien de door partijen in de SA gemaakte afspraken in essentie zijn te herleiden tot het voorkomen van inbreuk op auteursrechten. De rechtbank overweegt dat in de SA geen bepalingen staan vermeld die hierop wijzen. Hierin staat immers slechts vermeld (vertaald) dat [A] geen recht heeft op content (formats) en dat exploitatie zonder licentie verboden is. Nu Talpa er voor heeft gekozen niet nader te onderbouwen dat DITD een auteursrechtelijk beschermd werk is, kan de voor toepassing van artikel 1019h Rv noodzakelijke grondslag derhalve niet worden aangenomen. Dit maakt dat de rechtbank aansluiting zal zoeken bij het liquidatietarief. De kosten aan de zijde van Talpa worden aldus begroot op:
- dagvaarding 73,89
- griffierecht 263,00
- salaris advocaat 904,00 (2 punten × tarief EUR 452,00)
totaal EUR 1.240,89
in reconventie
vordering 1
4.17. Nu vordering 1 van Talpa in conventie is afgewezen, heeft [A] geen belang meer bij toewijzing van haar reconventionele vordering 1. Deze vordering zal dus worden afgewezen.
vorderingen 2 en 3
4.18. Zoals overwogen in conventie onder rechtsoverweging 4.7. en 4.16. dient het partijdebat in het licht van de SA te worden beoordeeld en volgt uit de SA dat partijen zijn overeengekomen dat Talpa DITD exclusief mag exploiteren, ongeacht de vraag of DITD een auteursrechtelijk beschermd werk is of niet. Dit brengt mee dat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien dat [A] overigens nog belang heeft bij de vorderingen 2 en 3. Deze vorderingen worden daarom afgewezen.
vorderingen 4 en 6
4.19. Gelet op het overwogene onder rechtsoverweging 4.3. in conventie zullen deze vorderingen worden afgewezen,
vordering 5
4.20. Zoals in conventie onder de rechtsoverwegingen 4.3. en 4.7. is overwogen, is [A] gerechtigd tot exploitatie van LIB, maar indien zij daarvan bewerkingen maakt die te dicht tegen het DITD format aanzitten. Het recht LIB te exploiteren is ingevolge de SA in zoverre beperkt. De gevorderde verklaring voor recht is gelet op de formulering “zonder enige beperking” te ruim geformuleerd en derhalve niet toewijsbaar.
de proceskosten
4.21. [A] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding in reconventie worden veroordeeld. Talpa vordert veroordeling op de voet van artikel 1019h Rv. De rechtbank overweegt dat de vorderingen in reconventie voor 50% zijn gegrond op de vraag of de SA al dan niet is nagekomen en voor 50% op een auteursrechtelijke grondslag. Aangezien het de reconventie betreft, zal de uitkomst hiervan worden gehalveerd.
De kosten aan de zijde van Talpa worden – gelet op de betwisting door [A] – in aansluiting bij de IE-indicatietarieven aldus begroot op:
EUR 2.500,00: volledige proceskosten volgens het IE-indicatietarief voor een
eenvoudige bodemzaak met pleidooi ad EUR 10.000 x 25%
EUR 226,00: proceskosten volgens liquidatietarief EUR 452,00 x 2 punten x 25%.
EUR 2.726,00: totaal.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. verklaart voor recht dat [A] B.V. en/of [A] International B.V. jegens Talpa toerekenbaar te kort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen onder de SA door te bevorderen, althans door niet te beletten, dat [A] Frankrijk en Secret Prod ten behoeve van de Franse omroep TF-l het programma LAA hebben geproduceerd;
5.2. wijst af het meer of anders gevorderde;
5.3. veroordeelt [A] in de proceskosten, aan de zijde van Talpa tot op heden begroot op EUR 1.240,89;
5.4. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.5. wijst het gevorderde af;
5.6. veroordeelt [A] in de proceskosten, aan de zijde van Talpa tot op heden begroot op EUR 2.726,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.W. van Straalen, mr. J.M. van Hall en mr. P.J. van Eekeren en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2011.?