ECLI:NL:RBAMS:2011:BU9722

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13-710106-10
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en gebruik van valse facturen door medewerkers van Ymere Ontwikkeling BV

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 december 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met twee medeverdachten betrokken was bij het oplichten van Ymere Ontwikkeling BV door middel van valse facturen. De verdachte, werkzaam op de financiële afdeling van Ymere, heeft in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 23 november 2009 gebruik gemaakt van vier valse facturen, waardoor in totaal een bedrag van € 537.853,92 onterecht aan hem en zijn medeverdachten is uitbetaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten opzettelijk en in vereniging hebben gehandeld, waarbij zij gebruik maakten van valse geschriften die bestemd waren om als echt te worden gebruikt. De rechtbank heeft de betrokkenheid van de verdachte aangetoond door het gebruik van zijn user-id in de administratie van Ymere, alsook door de stortingen op zijn bankrekening die volgden op de onverschuldigde betalingen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en heeft een proeftijd van twee jaar vastgesteld. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan Ymere Ontwikkeling BV van € 485.407,31, ter compensatie van de geleden materiële schade. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij het resterende deel van de vordering niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en de gevolgen van zijn handelen voor Ymere.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/710106-10 (PROMIS)
Datum uitspraak: 15 december 2011
op tegenspraak
VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [1980],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 maart 2011 en 1 december 2011.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.A. Boheur en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. G. Spong en door verdachte naar voren is gebracht.
1. Tenlastelegging
De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 23 november 2009 samen met anderen gebruik heeft gemaakt van een viertal valse facturen;
ten aanzien van het onder 2, primair, ten laste gelegde:
in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 23 november 2009 samen met anderen vier geldbedragen van Ymere/Ymere Ontwikkeling BV/Stichting Ymere heeft verduisterd;
ten aanzien van het onder 2, subsidiair, ten laste gelegde:
in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 23 november 2009 samen met anderen Ymere/Ymere Ontwikkeling BV/Stichting Ymere heeft opgelicht door haar te bewegen tot afgifte van vier geldbedragen.
2. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
3. Waardering van het bewijs
3.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is, zoals weergegeven in het door haar ter terechtzitting overgelegde requisitoir, van mening dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte het onder 1 en 2, subsidiair, ten laste gelegde heeft begaan. Zij baseert, kort samengevat, haar standpunt op de volgende omstandigheden.
De betrokkenheid van verdachte is meer dan overduidelijk te lezen in de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]). De verklaring van [medeverdachte 2] wordt op meerdere punten bevestigd. Verder wijzen het feit dat verdachte werkzaam is bij Ymere alsmede het feit dat verdachtes user-id voorkomt in de administratieve verwerkingen van de onverschuldigde betalingen, en wel juist daar waar de afwijkende boekhoudkundige handelingen hebben plaatsgevonden, alsmede de persoonlijke bestanden van verdachte in het ICT-netwerk bij Ymere, op betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde fraude. Nu de user-id van verdachte opduikt op zeer relevante plaatsen in combinatie met het overige bewijsmateriaal, is voldoende weerlegd dat iemand anders dan verdachte gebruik zou hebben gemaakt van zijn user-id, op die momenten als geregistreerd. Verder is in het dossier geen enkele reden te vinden waarom [medeverdachte 2] niet naar waarheid zou verklaren of waarom hij in strijd met de werkelijkheid belastend zou verklaren over verdachte.
3.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. In de door de raadsman ter terechtzitting overgelegde pleitnota heeft de verdediging, kort samengevat, het volgende aangevoerd.
Voor het voltooien van de frauduleuze betalingen moeten nogal wat stappen genomen worden waarbij mensen zijn misleid dan wel bij de fraude betrokken zijn geweest. Het is niet aannemelijk dat verdachte, die op operationeel niveau functioneerde, verantwoordelijk is voor het misleiden van al deze bij een betaling betrokken personen. Ook gelet op de functie en werkzaamheden van verdachte, het feit dat hij onder direct toezicht van een senior stond en gelet op de grote hoeveelheid personen die bij de frauduleuze betalingen misleid dan wel betrokken kunnen zijn geweest, is het uiterst onwaarschijnlijk dat hij voor de grootschalige fraude verantwoordelijk is. Deze conclusie wordt nog verstrekt door de manier waarop er binnen Ymere werd omgegaan met de inloggegevens van medewerkers. Deze werden namelijk onderling uitgewisseld en het is dan ook in elk geval niet met zekerheid vast te stellen dat de handelingen die zijn verricht met de user-id "[verdachte]" ook daadwerkelijk door verdachte zijn verricht. Deze constatering wordt versterkt door het feit dat verdachte veelvuldig afwezig was in de periode waarin de ten laste gelegde feiten zich hebben afgespeeld. Het is daarom maar de vraag of hij überhaupt aan het werk was op de dagen dat een deel van de verdachte handelingen heeft plaatsgevonden.
Voorts moet worden opgemerkt dat in het uitgebreide onderzoek van zowel KPMG als de politie geen aanwijzingen zijn gevonden die het daderschap van verdachte bevestigen. In de eerste plaats is ontlastend dat er in de privéadministratie van verdachte niets is aangetroffen dat duidt op zijn betrokkenheid bij de onderhavige fraude. Verder valt in de digitale administratie van Ymere en de digitale bestanden en het e-mailverkeer van verdachte geen enkel spoor te vinden van de betrokkenheid van verdachte bij de fraude. Ook kan verdachte niet in verband worden gebracht met de overboekingen of opnames van geldbedragen en verraadt zijn "way of life" geen status van iemand die goed in de slappe was zit.
Ten aanzien van de e-mailcorrespondentie tussen medeverdachten [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]) en [medeverdachte 2] is van belang dat [medeverdachte 1] ontkent dat hij dergelijke e-mails aan [medeverdachte 2] heeft verstuurd. Bovendien stelt hij dat [medeverdachte 2] over de inlogcode van zijn hotmailaccount beschikte. Daarbij komt dat er op de computer van [medeverdachte 2] geen originele inkomende e-mailberichten van [medeverdachte 1] zijn aangetroffen. Ook in het proces-verbaal d.d. 18 mei 2011 wordt met zoveel woorden geconcludeerd dat niet kan worden uitgesloten dat de e-mails afkomstig van "[bijnaam medeverdachte 1] topper" zijn nagemaakt. Het staat daarmee geenszins vast dat de betreffende e-mails daadwerkelijk door [medeverdachte 1] zijn verstuurd.
Er zijn volop aanwijzingen dat [medeverdachte 2] een onbetrouwbare, leugenachtige getuige is, zodat zijn verklaringen niet als wettig bewijsmiddel kunnen gelden. Deze verklaringen kunnen dan ook niet ten grondslag liggen aan het bewijs dat verdachte zijn handlanger binnen Ymere is geweest, niet in het minst omdat zijn verklaringen voor wat betreft het daderschap van verdachte geen steun vinden in verifieerbare gegevens. Het is geenszins ondenkbaar dat [medeverdachte 2] zijn echte, mogelijk hoger in de organisatie van Ymere geplaatste mededader uit de wind houdt en in het kader daarvan gepoogd heeft twee vliegen in één klap te slaan, door de persoon binnen Ymere in wiens schoenen hij de schuld kan schuiven en die een financiële taak moest hebben, te linken aan [medeverdachte 1] omdat hij wist dat de e-mails met [medeverdachte 1] boven water zouden komen.
3.3. Het oordeel van de rechtbank
De zaak tegen verdachte is gelijktijdig - maar niet gevoegd - ter terechtzitting van 4 maart 2011 en 1 december 2011 behandeld met de zaken van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Heden wordt ook tegen voornoemde medeverdachten vonnis gewezen. Hieronder zal de rechtbank nader ingaan op de feiten en omstandigheden zoals die volgens de rechtbank kunnen worden vastgesteld. Ten behoeve van de leesbaarheid zal de rechtbank daarin niet alleen de rol van verdachte bespreken, maar ook de rol van de twee medeverdachten.
Ten aanzien van het onder 1 en 2, subsidiair, ten laste gelegde:
Op grond van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen gaat de rechtbank uit van de volgende redengevende feiten en omstandigheden.i De inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - wordt slechts gebezigd tot het bewijs van het ten laste gelegde feit waarop het zoals blijkt uit de inhoud kennelijk betrekking heeft.
Betaling van € 53.550,-
Verdachte werkt bij Ymere op de financiële afdeling.ii Op de financiële afdeling wordt gebruik gemaakt van de administratiesystemen Navision en ManageMind.iii Verdachte en [medeverdachte 1] hebben een bankrekening nodig om gelden van Ymere over te maken en [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 2], die in [plaats] woont, of hij zijn bankrekening beschikbaar kan stellen. Afgesproken wordt dat [medeverdachte 2] aan verdachte en [medeverdachte 1] contant een deel van het geld geeft, zodra het geld op de rekening van [medeverdachte 2] staat.iv Tussen 7 oktober 2008 en 13 oktober 2008 vindt er vervolgens e-mailcontact plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]. In die e-mails gaat het over het volstaan van een nota. De neef van [medeverdachte 1] zal kijken of die goed is of verbeterd kan worden. Verder schrijft [medeverdachte 1] dat hij wel iets extra's kan gebruiken, omdat hij bijna blut is.v Hierop wordt op 14 november 2008 een bedrag van € 53.550,- overgeschreven van de bankrekening van Ymere Ontwikkeling BV (hierna: Ymere), gevestigd te Amsterdam, naar de rekening van [naam 1], handelend onder de naam [naam 1].vi Deze rekening heeft [medeverdachte 2] aan verdachte doorgegeven, zodat [naam 1] die voor [medeverdachte 2] een huis bouwde, met de bouw kon doorgaan.vii Deze betaling staat in de financiële administratie van Ymere vermeld op het bankafschrift met nummer 225, maar is bij het inboeken van voornoemd afschrift op de grootboekrekening bank niet ingeboekt. Hierdoor is per 14 november 2008 een tijdelijk verschil ontstaan van € 53.550,- tussen het saldo van de grootboekrekening bank en het saldo volgens het bankafschrift met nummer 225. Voornoemd bankafschrift is ingeboekt met user-id "[verdachte]", zijnde de user-id van verdachte. Bij de boeking van het bankafschrift met nummer 226 wordt vervolgens op 17 november 2008 op de grootboekrekening bank een bedrag van € 53.550,- extra ingeboekt. Daarmee is het verschil tussen het grootboek en het bankafschrift weg geboekt. Om het verschil te corrigeren is op het bankafschrift met nummer 226 een aantal ontvangen bedragen niet in het grootboek verwerkt. Ook het bankafschrift met nummer 226 is ingeboekt met user-id "[verdachte]".viii Als het geldbedrag is overgemaakt, neemt [medeverdachte 2] een aantal keer contante geldbedragen op die hij vervolgens aan verdachte en [medeverdachte 1] geeft.ix Op 24 november 2008 wordt door [medeverdachte 1] € 3.300,- in zes briefjes van vijfhonderd euro gestort op zijn bankrekening.x
Betaling van € 116.600,-
Op 3 december 2008 stuurt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] een e-mail waarin hij schrijft dat er een betaling gaat gebeuren van € 116.000,-. [medeverdachte 2] stuurt een e-mail terug en schrijft dat hij graag de factuur ziet verschijnen. Op 6 december 2008 stuurt [medeverdachte 1] de factuur en schrijft daarbij dat [medeverdachte 2] moet opletten dat hij de naam Bouwmeesters BV gebruikt en dat het bedrag inclusief 19,5% moet komen op € 116.000,- .xi Vervolgens wordt op 19 december 2008 een bedrag van € 116.600,- van de rekening van Ymere overgeboekt naar de rekening van Free Makelaars BV.xii Dit bedrijf is van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 2] had de beschikking over de bankrekeningen van Free Makelaars BV.xiii Als omschrijving bij de betaling staat "Bouwmeesters BV" vermeld. Dit bedrijf blijkt in het crediteurenstambestand van Ymere als crediteur te zijn opgevoerd.xiv Bouwmeesters BV heeft echter voor Ymere nooit enige werkzaamheden verricht dan wel uitgevoerd en Ymere heeft dan ook nooit enige betalingsverplichting gehad aan Bouwmeesters BV. Dit geldt overigens ook voor VOF [naam 1].xv Op 19 december 2008 is het bedrag van € 116.600,- op de grootboekrekening crediteuren geboekt op de crediteurenkaart van [naam 2] BV met als tegenrekening de grootboekrekening bank. Op de crediteurenkaart van [naam 2] BV is het bedrag van € 116.600,- vereffend met een oude factuur van [naam 2] BV die de code "NB" (niet betalen) heeft. Door de betaling van € 116.600 af te letteren met een niet voor betaling geaccordeerde oude factuur van [naam 2] BV, is deze betaling administratief verwerkt.xvi Het geld dat door Ymere is gestort, wordt door [medeverdachte 2] gebruikt om eigen rekeningen te betalen. Ook neemt hij wederom een aantal keer geldbedragen op die hij aan verdachte en [medeverdachte 1] geeft.xvii Op 5 februari 2009 wordt er een bedrag van € 1.000,- aan contanten op de rekening van [medeverdachte 1] gestort en op 3 maart 2009 een bedrag van € 700,-.xviii Op de rekening van [verdachte] wordt op 29 december 2008 een bedrag van € 6.150,- aan contanten gestort en op 13 januari 2009 een bedrag van € 2.500,-.xix
Betaling van € 216.960,85
Op 1 februari 2009 stuurt [medeverdachte 1] wederom een e-mail naar [medeverdachte 2] en schrijft dat hij nog meer voor [medeverdachte 2] kan betekenen en dat deze twee facturen op ongeveer € 180.000,-/€ 200.000,- uitkomen. De facturen worden door [medeverdachte 1] op 2 februari 2009 aan [medeverdachte 2] ge-e-maild. Op 7 februari 2009 mailt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] dat hij informatie over de factuur zou sturen, maar dat zijn neef twee dagen weg is en op zondagavond terug komt.xx Op 20 maart 2009 vindt op de rekening van Free Makelaars BV een betaling plaats van een bedrag van € 216.960,85. Dat bedrag is afkomstig van Ymere.xxi De betaling bestaat uit twee facturen van Bouwmeesters BV, te weten een factuur van € 113.363,20 en een factuur van € 103.597,53.xxii
De factuur d.d. 4 december 2008 van € 103.597,53 is afkomstig van Bouwmeesters BV en is gericht aan Ymere Ontwikkeling BV. Op de factuur staat geschreven dat in verband met voortgang van de werkzaamheden diverse meerwerkzaamheden worden gedeclareerd.xxiii Deze factuur blijkt echter vals te zijn en is door [medeverdachte 2] gemaakt. [medeverdachte 2] heeft voor het maken van de factuur van [medeverdachte 1] de naam 'Bouwmeesters BV' gekregen alsmede het door [medeverdachte 2] te ontvangen bedrag verkregen. Deze informatie heeft hij vervolgens in de factuur verwerkt.xxiv De lay-out, de codering, het factuurnummer en de projectaanduiding komen overeen met de facturen van Regiobouw Haarlemmermeer BV, een bekende zakenpartner van Ymere. Verder bevat de factuur een tweetal opmerkelijke fouten. Onder het logo staat 'Bouwmeesteres BV' in plaats van 'Bouwmeesters BV'. Voorts komt de plaatsaanduiding in de datering niet overeen met de vestigingsplaats.xxv
Ook de factuur d.d. 6 januari 2009 van € 113.363,20 voor het verrichten van extra werkzaamheden die van Bouwmeesters BV afkomstig is en gericht is aan Ymere, is vals.xxvi Deze factuur is vergeleken met de factuur van [naam 3] BV, een andere bekende zakenpartner van Ymere. Ook hieruit blijkt dat er een groot aantal overeenkomsten is, te weten in de lay-out, de adressering, de projectaanduiding, het projectnummer, het opdrachtnummer, het factuurnummer, het klantnummer en het BTW-nummer. Tevens is een tweetal opmerkelijke fouten. Op deze factuur staat wederom onder het logo 'Bouwmeesteres BV' geschreven en daarnaast ontbreekt een cijfer bij het totaal factuurbedrag.xxvii
Beide facturen zijn ingevoerd in ManageMind en de creditering van de facturen zijn op 3 maart 2009 geregistreerd met user-id "[verdachte]". De betaling van € 103.597,53 is op 13 maart 2009 voor een tweede keer geregistreerd met user-id "[verdachte]". De betaling van € 216.960,85 is in de financiële administratie verwerkt zijnde een betaling op drie facturen uit 2007 van aannemersbedrijf [naam 2] BV. Deze facturen van [naam 2] BV stonden in de administratie met de mededeling dat deze niet betaald dienden te worden, omdat deze facturen door Ymere werden betwist. Het resterend verschil is via kruisposten naar een ontwikkelproject geboekt.xxviii Van het geld dat [medeverdachte 2] van Ymere heeft ontvangen, neemt hij grote bedragen in contanten op, waarmee hij verdachte en [medeverdachte 1] betaalt. Verder worden er bedragen overgemaakt naar zijn eigen rekening, naar de rekening van [naam 1] en naar de belastingdienst. Het resterende bedrag is gebruikt voor het doen van aankopen en het betalen van rekeningen.xxix Op de bankrekening waartoe [medeverdachte 1] gemachtigd is, wordt op 27 april 2009 in totaal € 6.000,- gestort.xxx Ook wordt door [medeverdachte 1] op 15 juni 2009 een Mitsubishi Grandis voor een bedrag van € 13.399,- aangeschaft.xxxi Op 26 mei 2009 wordt op de rekening van [verdachte] een bedrag van € 6.600,- gestort, op 10 juni 2009 een bedrag van € 3.000,- en op 17 juni 2009 een bedrag van € 850,-.xxxii
Betaling van € 150.743,07
Op 8 oktober 2009 vindt wederom een betaling plaats op de rekening van Free Makelaars BV. Ditmaal bedraagt de overschrijving € 150.743,07.xxxiii Ook aan deze overschrijving liggen twee facturen van Bouwmeesters BV ten grondslag, te weten een factuur van € 83.533,07 en een factuur van € 67.210,-.xxxiv Deze facturen zijn door [medeverdachte 2] opgemaakt en zijn als bijlagen bij de e-mail gevoegd die [medeverdachte 2] op 23 september 2009 aan [medeverdachte 1] heeft gestuurd. In de e-mail heeft [medeverdachte 2] geschreven dat [medeverdachte 1] voor de betaling zorg moet dragen.xxxv
De factuur d.d. 19 augustus 2009 van € 83.533,07 en de factuur d.d. 26 augustus 2009 van € 67.210,- zijn beide afkomstig van Bouwmeesters BV en gericht aan Ymere Ontwikkeling BV. De facturen betreffen declaraties van diverse meerwerkzaamheden.xxxvi Wederom zijn deze facturen valsxxxvii en wederom komen de lay-out en de projectaanduiding overeen met de factuur van Regiobouw Haarlemmermeer BV. Tevens zijn dezelfde fouten geconstateerd als bij de hierboven genoemde factuur d.d. 4 december 2008. Wat daarnaast nog opvalt is dat op de facturen het bankrekeningnummer van [naam 1] staat vermeld, terwijl de bedragen zijn overgemaakt naar het rekeningnummer van Free Makelaars BV.xxxviii Verder staat op zowel deze facturen als op de factuur d.d. 4 december 2008 de handtekening van [getuige 1].xxxix Deze handtekening op de facturen is echter niet door [getuige 1] gezet.xl Als de handtekeningen met elkaar worden vergeleken, blijkt dat ze exact overeenkomen. Het is dan ook aannemelijk dat de teksten en handtekeningen kopieën zijn en dat ze op de facturen zijn gekopieerd, geprint of gestempeld. Dat kan zijn gedaan met behulp van een kopieermachine of door de teksten en handtekeningen te scannen.xli
Beide facturen hebben binnen twee uur het gehele flow traject van ManageMind doorlopen. De betaling van € 83.533,07 is geregistreerd, doorgestuurd en goedgekeurd met user-id "[verdachte]". Dit geldt ook voor de betaling van € 67.210,-. Ook zijn de facturen met user-id "[verdachte]" ingescand.xlii De betalingen van € 83.533,07 en € 67.210,- zijn eveneens verwerkt als betaling op twee facturen van [naam 2] BV die op "NB" (niet betalen) stonden in Navision.xliii Wederom heeft [medeverdachte 2] met het geld van Ymere bedragen overgemaakt naar andere rekeningen die op zijn naam of op naam van Free Makelaars BV staan. Ook heeft [medeverdachte 2] een aantal geldbedragen opgenomen en die aan verdachte en [medeverdachte 1] gegeven.xliv Op 14 oktober 2009 wordt op de rekening van [medeverdachte 1] een bedrag van € 2.500,- gestort en op 2 en 18november 2009 een totaalbedrag van € 5.000,-.xlv Een totaalbedrag van € 4.950 wordt op 4 december 2009 op de rekening van verdachte gestort.xlvi
In de computer van verdachte bij Ymere worden twee Excel-bestanden gevonden. Deze bestanden bevatten een overzicht van de facturen en bankboekingen van de crediteur [naam 2] BV. Het overzicht in het bestand map2.xls bevat de gegevens uit Navision van alle facturen die zijn gebruikt om de betalingen van Bouwmeesters BV te vereffenen.xlvii
Nadere overwegingen
Ten aanzien van het onder 2, primair, ten laste gelegde.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat nu niet kan worden vastgesteld dat er sprake was van een toevertrouwen dan wel een rechtsverhouding waaruit noodzakelijkerwijs voortvloeide dat verdachte de geldbedragen onder zich had, niet bewezen kan worden verklaard dat verdachte de geldbedragen anders dan door misdrijf onder zich had als bedoeld in artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte wordt dan ook van het onder 2, primair, ten laste gelegde vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 1 en 2, subsidiair, ten laste gelegde:
De betrokkenheid van verdachte bij de onverschuldigde betalingen van € 53.550,-, € 116.600,-, € 216.960,85 en € 150.743,07 door Ymere blijkt uit de volgende omstandigheden.
De onverschuldigde betalingen zijn afkomstig van Ymere, het bedrijf waar verdachte werkzaam was op de financiële afdeling. Verdachte maakte bij zijn werkzaamheden gebruik van user-id "[verdachte]" en deze user-id is gebruikt bij de verwerking van drie van de vier onverschuldigde betalingen, te weten bij de betalingen van € 53.550,-, € 216.960,85 en € 150.743,07. Voorts zijn in het computeraccount van verdachte bij Ymere bestanden aangetroffen met facturen van [naam 2] BV. Deze facturen zijn gebruikt om de facturen van Bouwmeesters af te letteren dan wel te vereffenen. Verder heeft [medeverdachte 2] verdachte van een foto herkend zijnde de neef van [medeverdachte 1].xlviii
Verdachte was de neef die, volgens de verklaring van [medeverdachte 2], samen met [medeverdachte 1] op zoek was naar een bankrekening waarop de gelden van Ymere gestort konden worden. Ook in het e-mailcontact tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] dat betrekking had op de onverschuldigde betalingen door Ymere, wordt gesproken over de neef van [medeverdachte 1]. Daaruit blijkt dat die neef een grote rol had bij de onverschuldigde betalingen. In één e-mail schrijft [medeverdachte 1] zelfs dat hij aan [medeverdachte 2] pas informatie over de factuur kan sturen als zijn neef terug is. Tot slot vinden er, na de onverschuldigde betalingen op de rekening van [medeverdachte 2], telkens op de bankrekening van verdachte stortingen plaats van substantiële geldbedragen. [medeverdachte 2] heeft hierover verklaard dat hij van het geld dat Ymere op zijn rekening had geboekt, geld heeft opgenomen en dat aan verdachte en [medeverdachte 1] heeft gegeven.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De verklaringen van [medeverdachte 2]
[medeverdachte 2] heeft, in tegenstelling tot verdachte, vanaf het begin openheid van zaken gegeven en zijn rol daarbij niet geminimaliseerd. Hij heeft steeds op hoofdlijnen consistent verklaard en zijn verklaringen worden voor wat betreft de onderdelen die de rechtbank voor het bewijs heeft gebruikt, ondersteund door andere bewijsmiddelen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van [medeverdachte 2] geloofwaardig zijn en dat zijn verklaringen voor het bewijs kunnen worden gebruikt.
De user-id "[verdachte]"
Bij drie van de vier onverschuldigde betalingen, te weten de betalingen van € 53.550,- € 216.960,85 en € 150.743,07, is gebruikt gemaakt van de user-id "[verdachte]". Nu deze user-id overeenkomt met de naam van verdachte en hij niet heeft betwist dat dit zijn user-id was, gaat de rechtbank er vanuit dat verdachte gebruik maakte van deze user-id. Het bedrag van € 53.550 is op de bankafschriften met de nummers 225 en 226 verwerkt. Tevens is de user-id van verdachte gebruikt bij de creditering van de facturen van € 103.597,53 en € 113.363. De betaling van € 103.597,53 is zelfs voor een tweede keer geregistreerd met user-id "[verdachte]". Voorts is bij het inscannen van, de registratie van, het doorsturen van en de goedkeuring van de facturen van € 83.533,07 en € 67.210,- de user-id "[verdachte]" betrokken geweest. Hoewel de inlogcodes van de user-id van verdachte bekend zijn gemaakt en er uitwisseling van inlogcodes op de financiële afdeling heeft plaatsgevonden, heeft verdachte geen aannemelijke verklaring gegeven waarom juist zijn user-id door anderen is gebruikt ten behoeve van de hiervoor genoemde onverschuldigde betalingen. Daarbij weegt de rechtbank mee dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij op 1 april 2009 ziek is geworden en dat hij pas daarna zijn user-id met wachtwoord aan zijn leidinggevende heeft gegeven. De onverschuldigde betalingen van € 53.550,- en € 216.960,85 hebben echter al vóór 1 april 2009 plaatsgevonden en op die momenten was de user-id met wachtwoord van verdachte nog niet bij anderen bekend. De onverschuldigde betaling van € 150.743,07 heeft op 8 oktober 2009 plaatsgevonden. Uit de brief van de bedrijfsarts van Achmea Vitale Amsterdam d.d. 24 september 2009 die de raadsman bij zijn pleitnota heeft gevoegd, blijkt dat het verdachte lukt functioneel meer op te pakken en ook de werkhervatting geleidelijk uit te breiden. Geadviseerd wordt de werkzaamheden uit te breiden tot acht uur per dag.xlix Verdachte heeft dit ook bij de rechter-commissaris verklaard in juni 2009 weer aan het werk te zijn gegaan.l Gelet op deze verklaring en de brief van de bedrijfsarts de was verdachte dus al in de periode na juni 2009 aan het werk en dus in de gelegenheid voornoemde betaling in het administratiesysteem te verwerken. Verder wordt nog meegewogen dat de bedragen van € 216.960,85 en € 150.743,07 in het administratiesysteem zijn weg geboekt op facturen van [naam 2] BV en dat deze facturen van [naam 2] BV op de computer van verdachte zijn aangetroffen. Al deze omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, tezamen met de omstandigheid dat de user-id van verdachte bij drie van de vier onverschuldigde betalingen op cruciale momenten betrokken is geweest en de omstandigheid dat [medeverdachte 2] heeft verklaard dat verdachte bij de ten laste gelegde fraude betrokken was, brengen met zich dat de rechtbank van oordeel is dat verdachte de onverschuldigde betalingen van € 53.550,-, € 216.960,85 en € 150.743,07 in het administratiesysteem heeft verwerkt om te bewerkstelligen dat Ymere zou overgaan tot betaling van deze geldbedragen op de rekening van [naam 1] dan wel Free Makelaars BV.
Zoals hiervoor staat beschreven zijn de onverschuldigde betalingen van € 216.690,85 en € 150.743,07 afgeletterd met niet betaalde oude facturen van [naam 2] BV. Nu de onverschuldigde betaling van € 116.600,- net als bij voornoemde betalingen is overgeboekt op de rekening van Free Makelaars BV en is afgeletterd met een niet betaalde factuur van [naam 2] BV, is de rechtbank van oordeel dat, hoewel bij deze onverschuldigde betaling de user-id "[verdachte]" niet is gebruikt, verdachte eveneens betrokken is geweest bij deze onverschuldigde betaling.
Nu het verweer van de raadsman inhoudende dat [medeverdachte 2] iemand binnen Ymere uit de wind wil houden en daarom de user-id van verdachte is gebruikt om op die manier de schuld in de schoenen van verdachte te schuiven, niet op feitelijkheden is gestoeld en in het dossier geen enkele aanknopingspunten te vinden zijn die dit verweer ondersteunen, wordt dit verweer verworpen.
De stortingen op de bankrekening van verdachte
Verdachte heeft verklaard dat hij het geld dat op zijn bankrekening is gestort, vóór zijn scheiding van zijn bankrekening heeft gehaald en na zijn scheiding steeds in grote bedragen op zijn rekening heeft gestort. [medeverdachte 2] heeft echter verklaard dat hij van het geld dat Ymere op zijn rekening had geboekt, geld heeft opgenomen en aan verdachte en [medeverdachte 1] heeft gegeven. Gelet op deze verklaring van [medeverdachte 2], de omstandigheid dat de stortingen op de rekening van verdachte steeds na de onverschuldigde betalingen van Ymere hebben plaatsgevonden alsmede de omstandigheid dat verdachte zijn verklaring niet nader heeft onderbouwd, acht de rechtbank de verklaring van verdachte niet geloofwaardig. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de stortingen die op de bankrekening van verdachte hebben plaatsgevonden, afkomstig zijn van Ymere.
De e-mailberichten
Het hierboven genoemde e-mailcontact heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 2] en het e-mailaccount van [medeverdachte 1], te weten '[emailadres medeverdachte 1]'.li [medeverdachte 2] heeft hierover verklaard dat hij dit e-mailcontact had met de hem bekende [medeverdachte 1] en dat de e-mails betrekking hadden op de onverschuldigde betalingen. Op 7 oktober 2008 wordt door [medeverdachte 2] een e-mail gestuurd waarin hij om de geboortedatum van [medeverdachte 1] vraagt. lii Nu [medeverdachte 1] hiervoor geen aannemelijke verklaring heeft gegeven en de rechtbank geen beweeggrond kan bedenken waarom [medeverdachte 2] een dergelijke e-mail naar zichzelf zou sturen, is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de verklaring van [medeverdachte 2] en de inhoud van de e-mails, het niet anders kan zijn dan dat [medeverdachte 1] gebruik maakte van het e-mailadres '[emailadres medeverdachte 1]' en met dat account contact had met [medeverdachte 2] over de onverschuldigde betalingen door Ymere.
Medeplegen
Medeplegen vereist een nauwe en bewuste samenwerking. Dit houdt in dat de medeplegers willens en wetens samenwerken tot het verrichten van de delictueuze gedraging. Het is niet nodig dat alle medeplegers de uitvoeringshandelingen mede verrichten.
Verdachte was werkzaam bij Ymere en heeft via [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] benaderd om een rekening beschikbaar te stellen voor het ontvangen van betalingen van Ymere. [medeverdachte 2] is daarmee akkoord gegaan en vervolgens heeft er tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] e-mailcontact plaatsgevonden over het opmaken van valse facturen en de betalingen door Ymere. Door deze valse facturen is Ymere overgegaan tot het verrichten van de betalingen op de rekening van [naam 1] dan wel Free Makelaars BV. [medeverdachte 2] had beschikking over de rekening van laatstgenoemd bedrijf. In deze e-mails is door [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] de informatie gegeven die op de valse facturen moest komen te staan zoals de naam van het bedrijf Bouwmeesters BV alsmede de bedragen. Met deze informatie heeft [medeverdachte 2] de valse facturen opgemaakt en vervolgens heeft [medeverdachte 2] die valse facturen teruggestuurd naar [medeverdachte 1]. Hierop zijn de valse facturen door verdachte in het administratiesysteem van Ymere geplaatst, waarbij Bouwmeesters BV als crediteur van Ymere in het crediteurenstambestand is aangemaakt. Hieruit leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 1] de valse facturen aan verdachte heeft gegeven. Vervolgens kon de uitbetaling plaatsvinden. Nadat Ymere de geldbedragen op de bankrekening van [naam 1] dan wel Free Makelaars BV had overgeboekt, heeft verdachte deze onverschuldigde betalingen administratief verwerkt door ze weg te boeken op andere facturen of kruisposten en door ze af te letteren op niet betaalde facturen van [naam 2] BV. Na de storting van de geldbedragen door Ymere heeft [medeverdachte 2] een deel daarvan opgenomen en dat geld contant aan verdachte en [medeverdachte 1] gegeven, waaruit blijkt dat ze alle drie in de buit hebben gedeeld. Gelet op al deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor zich een belangrijke en onmisbare schakel vormden in het proces om Ymere te bewegen tot het doen van de onverschuldigde betalingen van € 53.550,-, € 116.600,-, € 216.960,85 en € 150.743,07. Verdachte en zijn mededaders hebben dan ook dusdanig nauw en bewust samengewerkt dat er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van medeplegen.
Opzet
Uit voornoemde handelingen blijkt tevens dat verdachte en zijn mededaders de opzet hadden op de onder 1 en 2, subsidiair, ten laste gelegde feiten en dat hij en zijn mededaders wisten dat de facturen die door hen werden gebruikt, valselijk waren opgemaakt.
Het voorgaande leidt tot een bewezen verklaring van de onder 1 en 2, subsidiair, ten laste gelegde feiten.
4. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
in de periode vanaf 1 oktober 2008 tot en met 23 november 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse facturen, te weten:
- een factuur d.d. 4 december 2008 ad 103.597,53 euro afkomstig van Bouwmeesters BV en gericht aan Ymere Ontwikkeling BV en
- een factuur d.d. 6 januari 2009 ad 113.363,2 euro afkomstig van Bouwmeesters BV en gericht aan Ymere en
- een factuur d.d. 19 augustus 2009 ad 83.533,07 euro afkomstig van Bouwmeesters BV en gericht aan Ymere Ontwikkeling BV en
- een factuur d.d. 26 augustus 2009 ad 67.210,00 euro afkomstig van Bouwmeesters BV en gericht aan Ymere Ontwikkeling BV,
zijnde geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig te feit te dienen, bestaande die valsheid hierin dat
- in strijd met de waarheid op die facturen stond vermeld dat Ymere/Ymere Ontwikkeling BV de gefactureerde bedragen verschuldigd was aan Bouwmeesters BV en
- op die facturen stond vermeld dat Bouwmeesters BV werkzaamheden ten behoeve van die Ymere/Ymere Ontwikkeling BV had verricht en/of uitgevoerd, terwijl in werkelijkheid Bouwmeester BV geen werkzaamheden en/of diensten ten behoeve van Ymere/Ymere Ontwikkeling BV had verricht en/of uitgevoerd en/of geleverd en
- op die facturen een autorisatiehandtekening van [getuige 1] was ingescand en/of geplaatst, terwijl die [getuige 1] geen akkoord had gegeven voor de betalingen van de bedragen vermeld op die facturen,
en bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en zijn mededaders die valse facturen in de crediteurenadministratie van Ymere Ontwikkeling BV hebben opgenomen en/of verwerkt en/of laten opnemen en/of verwerken, zodat de geldbedragen vermeld op die facturen betaalbaar zouden worden gesteld ten behoeve van Free Makelaars BV en zodat de geldbedragen vermeld op die facturen ten goede zouden komen aan verdachte en zijn mededaders,
terwijl hij en zijn mededaders wisten dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als ware zij echt;
ten aanzien van het onder 2, subsidiair, ten laste gelegde:
in de periode vanaf 1 oktober 2008 tot en met 23 november 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen Ymere Ontwikkeling BV heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, te weten:
A een geldbedrag van 53.550,00 euro en/of
B een geldbedrag van 116.600,00 euro en/of
C een geldbedrag van 216.960,85 euro en/of
D een geldbedrag van 150.743,07 euro
hebbende verdachte en zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en bedrieglijk
ad A (53.550,00 euro)
- dat geldbedrag van 53.550,00 euro van de rekening van Ymere Ontwikkeling BV overgeboekt of over laten boeken naar het rekeningnummer [rek.nr. 1] ten name van [naam 1] (h/o [naam 1]), zulks terwijl Ymere Ontwikkeling BV geen geld verschuldigd was aan [naam 1] (h/o [naam 1]) en terwijl [naam 1] (h/o [naam 1]) geen recht had op dat geldbedrag en
- de betaling van dat geldbedrag van 53.550,00 euro met user-id '[verdachte]' administratief verwerkt in de administratie van Ymere Ontwikkeling BV en
ad B (116.600,00 euro)
- Bouwmeesters BV als crediteur toegevoegd of laten toevoegen in het crediteurenstambestand van Ymere Ontwikkeling BV, zulks terwijl in werkelijkheid Bouwmeester BV geen crediteur van Ymere Ontwikkeling BV was en
- dat geldbedrag van 116.600,00 euro van de rekening van Ymere Ontwikkeling BV overgeboekt of over laten boeken naar het rekeningnummer [rek.nr. 2] ten name van Free Makelaars BV, zulks terwijl Ymere Ontwikkeling BV geen geld verschuldigd was aan Free Makelaars BV en terwijl Free Makelaars BV geen recht had op dat geldbedrag en
- de betaling van dat geldbedrag van 116.600,00 euro administratief verwerkt of laten verwerken in de administratie van Ymere Ontwikkeling BV en
- de betaling van dat geldbedrag in de financiële administratie van Ymere Ontwikkeling BV verwerkt of laten verwerken door het bedrag te (laten) vereffenen en/of af te (laten) letteren met een (niet voor betaling geaccordeerde) oude factuur van [naam 2] BV en
ad C (216.960,85 euro)
- Bouwmeesters BV als crediteur toegevoegd of laten toevoegen in het crediteurenstambestand van Ymere Ontwikkeling BV, zulks terwijl in werkelijkheid Bouwmeester BV geen crediteur van Ymere Ontwikkeling BV was en
- een valse factuur d.d. 04 december 2008 ad 103.597,53 euro en een valse factuur d.d. 06 januari 2009 ad 113.363,2 euro opgemaakt en/of laten opmaken en op die facturen het rekeningnummer [rek.nr. 2] ten name van Free Makelaars BV vermeld en/of doen vermelden en die facturen voorzien van een autorisatiehandtekening van [getuige 1] en
- die facturen in de crediteurenadministratie van Ymere Ontwikkeling BV opgenomen en/of verwerkt en/of laten opnemen en/of laten verwerken en
- de betaling van dat geldbedrag van 216.960,85 euro administratief verwerkt of laten verwerken in de administratie van Ymere Ontwikkeling BV en
- de betaling van dat bedrag in de financiële administratie van Ymere Ontwikkeling BV verwerkt of laten verwerken door het bedrag te (laten) vereffenen en/of af te (laten) letteren met (niet voor betaling geaccordeerde) oude facturen van [naam 2] BV en
ad D (150.743,07 euro)
- Bouwmeesters BV als crediteur toegevoegd of laten toevoegen in het crediteurenstambestand van Ymere Ontwikkeling BV, zulks terwijl in werkelijkheid Bouwmeester BV geen crediteur van Ymere Ontwikkeling BV was en
- een valse factuur d.d. 19 augustus 2009 ad 83.533,07 euro en een valse factuur d.d. 26 augustus 2009 ad 67.210,00 euro opgemaakt en/of laten opmaken en die facturen voorzien van een autorisatiehandtekening van [getuige 1] en
- die facturen in de crediteurenadministratie van die Ymere Ontwikkeling BV opgenomen en/of verwerkt en/of laten opnemen en/of laten verwerken en
- de betaling van dat geldbedrag van 150.743,07 euro administratief verwerkt of laten verwerken in de administratie van Ymere Ontwikkeling BV en
- de betaling van dat bedrag in de financiële administratie van Ymere Ontwikkeling BV verwerkt of laten verwerken door het bedrag te (laten) vereffenen en/of af te (laten) letteren met(niet voor betaling geaccordeerde) oude facturen van [naam 2] BV,
waardoor de Ymere Ontwikkeling BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
De verdediging heeft primair betoogd dat er sprake is van een eendaadse samenloop van de feiten 1 en 2 en subsidiair dat er sprake is van een voortgezette handeling. De officier van justitie heeft dit betwist.
De rechtbank overweegt het volgende.
Eéndaadse samenloop
Het beschermd belang van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht is in de eerste plaats het vertrouwen dat burgers in het maatschappelijk verkeer in de juistheid van bepaalde geschriften moeten kunnen stellen. Daarnaast speelt het nadeel dat is geleden dan wel had kunnen ontstaan een rol. Het belang dat bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht wordt beschermd, is in de eerste plaats het vermogen en in de tweede plaats het vertrouwen in het handelsverkeer. Nu het beschermd belang in beide artikelen van elkaar verschilt, is er geen sprake van ééndaadse samenloop als bedoeld in artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht.
Voortgezette handeling
De valse facturen van 4 december 2008 en 6 januari 2009 zijn gebruikt ten behoeve van de onverschuldigde betaling van € 216.960,85 die op 20 maart 2009 heeft plaatsgevonden. Voor de onverschuldigde betaling op 8 oktober 2009 van € 150.743,07 zijn de valse facturen d.d. 19 en 26 augustus 2009 gebruikt. Door het verschil in tijd tussen de facturen onderling alsmede tussen het gebruik maken van de valse facturen en de onverschuldigde betalingen, is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 en 2, subsidiair, bewezen geachte geen uiting is van één ongeoorloofd wilsbesluit en dientengevolge niet zodanig met elkaar in verband staan dat zij moeten worden beschouwd als een voortgezette handeling. (HR 4 december 1990, NJ 1991/345).
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
7.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder 1 en 2, subsidiair bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaren en tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
7.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht bij de strafmaat rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte first offender is. Voorts dient strafminderend te werken dat verdachte op staande voet is ontslagen en dus zijn baan en inkomen kwijt is. Daarnaast zal met een strafblad het voor verdachte vrijwel onmogelijk zijn in de nabije toekomst een vergelijkbare baan te vinden.
7.3. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder laten meewegen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het gebruik maken van valse geschriften alsmede aan oplichting. Verdachte heeft puur uit winstbejag zijn werkgever Ymere opgelicht door gebruik te maken van valse facturen en Ymere daardoor te bewegen tot uitbetaling van in totaal € 537.853,92. Door zijn handelen heeft verdachte niet alleen Ymere aanzienlijke financiële schade toegebracht, maar ook het vertrouwen dat bedrijven in het handelsverkeer in de juistheid van bepaalde geschriften moeten kunnen stellen, geschaad.
Verdachte heeft via zijn neef [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] gevraagd diens bankrekening beschikbaar te stellen om daarop de gelden van Ymere te ontvangen. Aan [medeverdachte 2] werden de bedragen doorgegeven die op de valse facturen geplaatst moesten worden. Deze bedragen moesten overeenkwamen met bedragen op facturen waartegen de valse facturen afgeletterd konden worden. Deze aflettering werd door verdachte gedaan, nadat hij ervoor had gezorgd dat de valse facturen in het administratiesysteem van Ymere werden verwerkt, waardoor Ymere werd bewogen tot uitbetaling. Daarbij lijkt het erop dat verdachte er welbewust voor heeft gezorgd dat van hem geen e-mails dan wel telefoongegevens traceerbaar waren. Uiteindelijk werd het geld tussen verdachte, [verdachte] en [medeverdachte 2] verdeeld. Gelet op de geraffineerdheid waarmee Ymere is opgelicht alsmede de omstandigheid dat het geld, dat verdachte Ymere afhandig heeft gemaakt, gelijk te stellen valt aan publiek geld en de omstandigheid dat verdachte, in tegenstelling tot [medeverdachte 2], geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn daden heeft genomen, ziet de rechtbank aanleiding om ten nadele van verdachte af te wijken van hetgeen de officier van justitie heeft gevorderd.
In strafmatigende zin weegt de rechtbank wel mee dat uit het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 18 februari 2011 blijkt dat verdachte niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld en dat sinds de bewezen verklaarde feiten enige tijd is verstreken.
Vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij Ymere Ontwikkeling BV (verder: Ymere) heeft een vordering tot vergoeding van de geleden schade materiële schade ingediend voor een bedrag van € 729.074,28.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de een deel van de vordering, te weten een bedrag van € 451.978,08, wordt toegewezen. De raadsman heeft betoogd dat nu de vordering reeds bij de burgerlijke rechter is aangebracht, de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is er geen sprake van rechtstreekse schade, met name voor de advocaatkosten die zijn gemaakt ten behoeve van de civiele procedure.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat een deel van de vordering niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen geachte feiten 1 en 2, subsidiair, rechtstreekse schade heeft geleden.
De rechtbank schat de door de benadeelde partij geleden materiële schade in totaal op € 485.407,31. Dit bedrag bestaat uit de onverschuldigde betalingen ad € 451.978,08, de kosten voor rechtsbijstand ad € 13.429,23 en de declaratie van KPMG Forensic ad € 20.000,-. De vordering zal tot dat bedrag worden toegewezen en de rechtbank veroordeelt verdachte aan Ymere het toegewezen bedrag te betalen, behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens anderen is betaald. Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van deze uitspraak nog zal maken. Het resterende deel van de vordering van de benadeelde partij levert een onevenredige belasting van het strafgeding op dan wel is niet rechtstreeks toegebracht door de bewezen geachte feiten. De benadeelde partij is dan ook in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De onverschuldigde betalingen van € 53.550,-, € 116.600,-, € 216.960,85 en € 150.743,07 zijn in het administratieve systeem van Ymere verwerkt en uitbetaald. Over deze bedragen heeft Ymere 19% BTW betaald, hetgeen zij van de Belastingdienst kan terug ontvangen. Hoewel het een feit van algemene bekendheid is dat de Belastingdienst bij gefraudeerde bedragen de BTW niet terug betaalt, is in de onderhavige zaak onduidelijk of die terugbetaling daadwerkelijk niet heeft plaatsgevonden. Dientengevolge leveren die BTW-kosten een onevenredige belasting van het strafgeding op en wordt de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard. De BTW-kosten worden dan ook van het totaalbedrag aan onverschuldigde betalingen afgetrokken, waardoor de rechtbank het bedrag van € 451.978,08 toewijst.
Ymere heeft in totaal € 20.921,32 aan kosten voor rechtsbijstand gevorderd en deze kosten gesplitst in de kosten die betrekking hebben op het ontslag van verdachte en de kosten die betrekking hebben op de schade. De rechtbank is van oordeel dat de kosten die Ymere heeft gemaakt ten behoeve van het ontslag van verdachte, geen schade is die rechtstreeks door de bewezen geachte feiten is toegebracht en Ymere is dan ook niet-ontvankelijk in haar vordering voor wat betreft die kosten. Verder heeft Ymere een bedrag van € 909,16 gevorderd voor het invullen van het voegingsformulier. Nu deze vordering onvoldoende is onderbouwd en de rechtbank niet begrijpt dat voor het invullen van het voegingsformulier ruim drie en een half uur wordt gedeclareerd, leveren deze kosten een onevenredige belasting op voor het strafgeding, waardoor Ymere ook in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.
KPMG Forensic heeft een uitgebreid onderzoek gedaan en een gedetailleerd rapport opgemaakt en daarvoor een bedrag van € 169.390,28 in rekening gebracht. Hoewel de rechtbank begrijpt dat KPMG voor een dergelijk rapport kosten declareert, acht zij gezien het totale bedrag waarvoor Ymere is benadeeld, een bedrag van € 20.000,- toewijsbaar. Ymere wordt voor het overige van dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard, aangezien dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen geachte.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart het onder 2, primair, ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2, subsidiair, ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde:
Medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van het valse geschrift als ware het echt, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 2, subsidiair, bewezen verklaarde:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen (9) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot drie (3) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Wijst de vordering van de benadeelde partij Ymere Ontwikkeling BV, gevestigd op het adres Jollemanhof 8, 1019 GW Amsterdam toe tot een bedrag van € 485.407,31 (vierhonderd en vijfentachtig duizend en vierhonderd en zeven euro en eenendertig cent).
Veroordeelt verdachte aan Ymere Ontwikkeling B.V. voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen, behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij Ymere Ontwikkeling B.V. voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. J. Knol en A.E.J.M. Gielen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.D. Coumou, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 december 2011.
i De weergegeven bewijsmiddelen bevinden zich, tenzij anders vermeld, in het dossier van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland, Bureau Financieel Economische Recherche. De in de voetnoten als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en voldoen aan de daaraan bij de wet gestelde eisen. Verwezen wordt naar de desbetreffende pagina's in het dossier.
ii Een proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 mei 2009 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, pagina 7.
iii Een geschrift, te weten een brief d.d. 11 maart 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina's 2 0015 en 2 0016. Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina 2 0053.
iv Pagina 6 0006 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010). Pagina's 6 0011 en 6 0013 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 19 oktober 2010).
v Een geschrift, te weten een overzicht van het e-mailverkeer tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] m.b.t. de gepleegde fraude bij Ymere, doorgenummerde pagina 3 0197. Pagina 3 0204 (proces-verbaal betreffende onderzoek PC). Een geschrift, te weten een e-mailconversatie met als onderwerp "Re: e-mail met bijlage (attachment): [medeverdachte 1]", doorgenummerde pagina's 3 0221 tot en met 3 0223.
vi Een geschrift, te weten een brief d.d. 17 februari 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina 2 0003. Een geschrift, te weten een brief d.d. 11 maart 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina 2 0014. Een geschrift, te weten een overzicht van mutaties van ING Bank Electronic Banking voor Windows d.d. 23 december 2009, doorgenummerde pagina 2 0011. Pagina 6 0093 (verklaring van [naam 1]).
vii Pagina's 6 0006 en 6 0007 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010). Pagina's 6 0012 en 6 0013 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010).
viii Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina's 2 0063 en 2 0064.
ix Pagina 6 0006 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010). Pagina's 6 0025 en 6 0026 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 19 oktober 2010) Pagina 6 0042 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 20 oktober 2010). Een geschrift, te weten een overzicht van contante opnames van de bankrekeningen [rek.nr. 2] en [rek.nr. 3] van [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 6 0044.
x Een geschrift, te weten een overzicht van een storting d.d. 24 november 2008 op rekeningnummer [rek.nr. 7], gestort door [medeverdachte 1], doorgenummerde pagina 9 0158. Een geschrift, te weten een schema contante opnames gefraudeerd geld door [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 9 0180.
xi Een geschrift, te weten een overzicht van het e-mailverkeer tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] m.b.t. de gepleegde fraude bij Ymere, doorgenummerde pagina 3 0198. Pagina's 3 0204 en 3 0205 (proces-verbaal betreffende onderzoek PC). Een geschrift, te weten een e-mailconversatie met als onderwerp "Re: niet volledig betaald!!", doorgenummerde pagina's 3 0225 en 3 0226.
xii Een geschrift, te weten een brief d.d. 17 februari 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina 2 0003. Een geschrift, te weten een overzicht van mutaties van ING Bank Electronic Banking voor Windows d.d. 26 januari 2010, doorgenummerde pagina 2 0010. Pagina 3 0001 (proces-verbaal "bijzonderheden bankrekening [rek.nr. 2]").
xiii 6 0008 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010).
xiv Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina 2 0066.
xv Een geschrift, te weten een brief d.d. 17 februari 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina 2 0003.
xvi Een geschrift, te weten een overzicht van mutaties van ING Bank Electronic Banking voor Windows d.d. 26 januari 2010, doorgenummerde pagina 2 0010. Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina 2 0066.
xvii Pagina 3 0002 (proces-verbaal "bijzonderheden bankrekening [rek.nr. 2]"). Pagina's 6 0026 en 6 0027 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 19 oktober 2010). Pagina 6 0042 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 20 oktober 2010). Een geschrift, te weten een overzicht van contante opnames van de bankrekeningen [rek.nr. 2] en [rek.nr. 3] van [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 6 0044.
xviii Een geschrift, te weten een brief d.d. 7 maart 2008 van ABN Amro Bank N.V. gericht aan [medeverdachte 1] en [persoon 3] betreffende rekeningnummer [rek.nr. 4], doorgenummerde pagina 9 0159. Een geschrift, te weten een bon transactie geldautomaat ABN Amro d.d. 5 februari 2009 betreffende een storting op rekening xxxxxx[rek.nr. 4], doorgenummerde pagina 9 0161. Een geschrift, te weten een bon transactie geldautomaat ABN Amro d.d. 3 maart 2009 betreffende een storting xxxxxx[rek.nr. 4], doorgenummerde pagina 9 0161. Een geschrift, te weten een schema contante opnames gefraudeerd geld door [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 9 0180.
xix Een geschrift, te weten een overzicht van ontvangsten op [rek.nr. 5] Fortis [verdachte], doorgenummerde pagina 9 0178. Een geschrift, te weten een schema contante opnames gefraudeerd geld door [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 9 0180.
xx Een geschrift, te weten een overzicht van het e-mailverkeer tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] m.b.t. de gepleegde fraude bij Ymere, doorgenummerde pagina 3 0199. Een geschrift, te weten een e-mailconversatie met als onderwerp "Re: Terug!", doorgenummerde pagina 3 0227. Een geschrift, te weten een e-mailconversatie met als onderwerp "Re: Fac!!", doorgenummerde pagina 3 0230.
xxi Een geschrift, te weten een brief d.d. 17 februari 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina 2 0003. Een geschrift, te weten een overzicht van mutaties van ING Bank Electronic Banking voor Windows d.d. 26 januari 2010, doorgenummerde pagina 2 0010. Pagina 3 0001 (proces-verbaal "bijzonderheden bankrekening [rek.nr. 2]").
xxii Een geschrift, te weten een factuur d.d. 4 december 2008 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0008. Een geschrift, te weten een factuur d.d. 6 januari 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere, doorgenummerde pagina 2 0026. Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina 2 0067.
xxiii Een geschrift, te weten een factuur d.d. 4 december 2008 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0008.
xxiv Pagina 6 0013 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010). Pagina 6 0049 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 21 oktober 2010)
xxv Pagina's 3 0152 tot en met 3 0160 (proces-verbaal "bevindingen valse factuur Bouwmeesters/Regiobouw").
xxvi Een geschrift, te weten een factuur d.d. 6 januari 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere, doorgenummerde pagina 2 0026. Pagina 6 00013 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010)
xxvii Een geschrift, te weten een factuur d.d. 6 januari 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere, doorgenummerde pagina 2 0026. Pagina 3 0068- 3 0077 (Proces-verbaal van bevindingen facturen Bouwmeesters BV).
xxviii Een geschrift, te weten een brief d.d. 11 maart 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina 2 0017. Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina's 2 0067 en 2 0068.
xxix Pagina 3 0002 (proces-verbaal "bijzonderheden bankrekening [rek.nr. 2]"). Pagina's 6 0026 en 6 0027 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 19 oktober 2010)
xxx Een geschrift, te weten een Volmacht van Rabobank met dossiernummer 1001463689 betreffende rekeningnummer [rek.nr. 6], doorgenummerde pagina 9 0147. Een geschrift, te weten een overzicht van de Rabobank van betaalrekening met nummer [rek.nr. 6] d.d. 7 mei 2009, doorgenummerde pagina 9 0148. Een geschrift, te weten een schema contante opnames gefraudeerd geld door [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 9 0180.
xxxi Een geschrift, te weten een Autofactuur d.d. 15 juni 2009 van V.O.F. Auto Service Haarlem gericht aan [medeverdachte 1], betreffende de aankoop van een Mitsubishi Grandis, doorgenummerde pagina 4 0937. Pagina 3 0326 (proces-verbaal van bevindingen). Een geschrift, te weten een schema contante opnames gefraudeerd geld door [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 9 0180.
xxxii Een geschrift, te weten een overzicht van ontvangsten op [rek.nr. 5] Fortis [verdachte], doorgenummerde pagina's 9 0178 en 9 0179. Een geschrift, te weten een schema contante opnames gefraudeerd geld door [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 9 0180.
xxxiii Een geschrift, te weten een brief d.d. 17 februari 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina 2 0003. Een geschrift, te weten een overzicht van mutaties van ING Bank Electronic Banking voor Windows d.d. 26 januari 2010, doorgenummerde pagina 2 0010. Pagina 3 0001 (proces-verbaal "bijzonderheden bankrekening [rek.nr. 2]").
xxxiv Een geschrift, te weten een factuur d.d. 19 augustus 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0006. Een geschrift, te weten een factuur d.d. 26 augustus 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0007. Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina 2 0071.
xxxv Pagina's 3 0202 en 3 0203 (proces-verbaal betreffende onderzoek PC). Een geschrift, te weten een e-mailconversatie met als onderwerp facturen", met als bijlagen twee facturen van Bouwmeesters BV, doorgenummerde pagina's 3 0207 tot en met 3 0209. Pagina 6 0049 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 21 oktober 2010).
xxxvi Een geschrift, te weten een factuur d.d. 19 augustus 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0006. Een geschrift, te weten een factuur d.d. 26 augustus 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0007.
xxxvii Pagina 6 0013 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010).
xxxviii Pagina's 3 0144 tot en met 3 0151 (proces-verbaal "bevindingen valse factuur 26 augustus 2009). Pagina's 3 0161 tot en met 3 0168 (proces-verbaal van bevindingen).
xxxix Een geschrift, te weten een factuur d.d. 4 december 2008 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0008.Een geschrift, te weten een factuur d.d. 19 augustus 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0006. Een geschrift, te weten een factuur d.d. 26 augustus 2009 van Bouwmeesters BV gericht aan Ymere Ontwikkeling BV, doorgenummerde pagina 2 0007.
xl Een proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] d.d. 24 mei 2009 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, pagina 2.
xli Een proces-verbaal met nummer 2010047564 van 29 november 2011 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar S-089, pagina 3 van 14, inhoudende de verklaring van de verbalisant.
xlii Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina 2 0071.
xliii Een geschrift, te weten een brief d.d. 11 maart 2010 van [persoon 1] gericht aan het Interregionaal Fraudeteam, doorgenummerde pagina 2 0018. Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina 2 0072.
xliv Pagina's 3 0002 en 3 0003 (proces-verbaal "bijzonderheden bankrekening [rek.nr. 2]) Pagina 6 0042 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 20 oktober 2010). Een geschrift, te weten een overzicht van contante opnames van de bankrekeningen [rek.nr. 2] en [rek.nr. 3] van [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 6 0044.
xlv Een geschrift, te weten een brief d.d. 7 maart 2008 van ABN Amro Bank N.V. gericht aan [medeverdachte 1] en [persoon 3] betreffende rekeningnummer [rek.nr. 4], doorgenummerde pagina 9 0159. Een geschrift, te weten een bon transactie geldautomaat ABN Amro d.d. 14 oktober 2009 betreffende een storting op rekening xxxxxx[rek.nr. 4], doorgenummerde pagina 9 0162. Een geschrift, te weten een bon transactie geldautomaat ABN Amro d.d. 2 november 2009 betreffende een storting op rekening xxxxxx[rek.nr. 4], doorgenummerde pagina 9 0162. Een geschrift, te weten een bon transactie geldautomaat ABN Amro d.d. 18 november 2009 betreffende een storting op rekening xxxxxx[rek.nr. 4], doorgenummerde pagina 9 0162. Een geschrift, te weten een schema contante opnames gefraudeerd geld door [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 9 0180.
xlvi Een geschrift, te weten een overzicht van ontvangsten op [rek.nr. 5] Fortis [verdachte], doorgenummerde pagina 9 0179. Een geschrift, te weten een schema contante opnames gefraudeerd geld door [medeverdachte 2], doorgenummerde pagina 9 0180.
xlvii Een geschrift, te weten het rapport "Stichting Ymere. Onderzoek Project Meer/Minder" van KPMG Advisory N.V. d.d. 23 juni 2010, opgemaakt door [persoon 2], partner, doorgenummerde pagina's 2 0084 en 2 0085.
xlviii Pagina 6 0011 (verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 18 oktober 2010).
xlix Een geschrift, te weten een brief d.d. 24 september 2009 van Achmea Vitale Amsterdam gericht aan Ymere betreffende verdachte, als bijlage gevoegd bij de pleitnota van de raadsman.
l Een proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 mei 2009 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, pagina 7.
li Pagina's 3 0201 tot en met 3 0206 (proces-verbaal betreffende onderzoek pc).
lii Een geschrift, te weten een overzicht van het e-mailverkeer tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] m.b.t. de gepleegde fraude bij Ymere, doorgenummerde pagina 3 0197. Een geschrift, te weten een e-mailconversatie met als onderwerp "Re: e-mail met bijlage (attachment): [medeverdachte 1]", doorgenummerde pagina 3 0222.