ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ7777

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
470242/ FA RK 10-7887 FH RW
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijk huisverbod en ontvankelijkheid beroep

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 maart 2011 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een man in zijn beroep tegen een tijdelijk huisverbod dat hem was opgelegd. De man had op 4 september 2010 een huisverbod gekregen, dat op 14 september 2010 was verlengd. Tegen deze besluiten had hij op 16 september 2010 beroep ingesteld, maar de besluiten werden op 20 september 2010 door de burgemeester ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat de man niet-ontvankelijk was in zijn beroep, omdat de bestreden besluiten niet meer bestonden. De rechtbank stelde vast dat er geen procesbelang meer was, aangezien de man niet langer kon streven naar vernietiging van besluiten die niet meer van kracht waren. De rechtbank benadrukte dat voor ontvankelijkheid van een beroep voldoende procesbelang vereist is, wat in dit geval ontbrak. De uitspraak werd gedaan door rechter F. Hoogendijk en griffier mr. R. Wiersma. De zaak betreft civiel recht en specifiek het personen- en familierecht, met als kern het tijdelijk huisverbod en de juridische gevolgen daarvan voor de man.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Civiel
zaaknummer / rekestnummer: 470242/ FA RK 10-7887 FH RW
Uitspraak van 30 maart 2011 betreffende tijdelijk huisverbod
(artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht)
in de zaak tussen
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser (hierna: de man),
advocaat mr. M.W. Bouwman te Amsterdam,
en
De burgemeester van de gemeente Amsterdam,
zetelende te Amsterdam,
verweerder,
gemachtigde mr. E. Pans.
in welke zaak belanghebbenden zijn:
[echtgenote], de echtgenote van de man, en de minderjarige kinderen [kind 1], [kind 2] en [kind 3], geboren respectievelijk [geboortedatum] 2005, [geboortedatum] 2002 en [geboortedatum] 2001, verblijvende op een geheim adres.
1. Het procesverloop
Bij besluit van 4 september 2010 heeft verweerder aan de man een tijdelijk huisverbod opgelegd.
Verweerder heeft het huisverbod bij besluit van 14 september 2010 verlengd tot
2 oktober 2010.
Tegen deze besluiten (hierna ook: de bestreden besluiten) heeft man op 16 september 2010 beroep ingesteld en tevens verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen.
Verweerder heeft beide bestreden besluiten bij besluit van 20 september 2010 ingetrokken.
Hierop heeft de man de verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen ingetrokken.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2011. Verweerder heeft zich
daar doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Voorts was daar aanwezig de man, bijgestaan door zijn advocaat.
2. De overwegingen
2.1 De feiten
Bij de beoordeling van het verzoek gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
De man woonde met bovengenoemde belanghebbenden in de woning aan de [adres] te [woonplaats]. Daar is op 4 september 2009 de politie ter plaatse gekomen naar aanleiding van een melding van huiselijk geweld.
Bij bestreden besluit van 4 september 2010 heeft de hulpofficier namens verweerder besloten om aan de man een tijdelijk huisverbod op te leggen. Dit besluit, gedateerd 4 september 2010, houdt in dat de man de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] vanaf
4 september 2010 te 17.26 uur tot 14 september 2010 te 17.26 uur niet mag betreden, noch daarin aanwezig mag zijn of zich daarbij mag ophouden, alsmede een verbod gedurende die periode contact op te nemen met de vrouw en de kinderen. Verweerder heeft dit besluit gebaseerd op artikel 2 van de Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod, Stb 2008, 421, hierna: Wth).
Op 13 september 2010 is door de Blijfgroep coördinatiepunt Tijdelijk Huisverbod een advies uitgebracht tot verlenging van het huisverbod.
Bij besluit van 14 september 2010 heeft verweerder verlenging van het huisverbod van
4 september 2010 gelast, namelijk over de periode van 14 september 2010 te 17.26 uur tot en met 2 oktober 2010 te 17.26 uur. Verweerder heeft dit besluit gebaseerd op artikel 9 Wth.
De man heeft tegen de besluiten van 4 en 14 september 2010 beroep ingesteld met het verzoek de besluiten te vernietigen en tevens verzocht om bij wijze van voorlopige voorziening deze besluiten te schorsen.
Op 18 september 2010 is door de Blijfgroep coördinatiepunt Tijdelijk Huisverbod een advies uitgebracht tot intrekking van het huisverbod, omdat de vrouw en de kinderen niet langer in de woning verbleven en waren vertrokken naar een opvangadres elders in het land.
Bij besluit van 20 september 2010 heeft verweerder op basis van dit advies intrekking gelast van het huisverbod dat werd opgelegd bij besluit van 4 september 2010 en werd verlengd bij besluit van 14 september 2010.
2.2 De beoordeling
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep
Volgens vaste rechtspraak bestaat slechts voldoende procesbelang indien het resultaat, dat de indiener van een beroepschrift met het instellen van beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het resultaat voor deze indiener feitelijke betekenis kan hebben. De man heeft in dit verband aangevoerd dat hij bij zijn standpunt blijft dat het huisverbod ten onrechte is opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat de man geen procesbelang meer heeft bij vernietiging van de bestreden besluiten, aangezien deze zijn ingetrokken en derhalve niet meer bestaan. Het belang bij beroep tegen beide bestreden besluiten is daaraan komen te ontvallen.
De man is dan ook niet-ontvankelijk in zijn beroep.
3. De beslissing
De rechtbank:
- verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze uitspraak is gedaan door F. Hoogendijk, rechter, en op 30 maart 2011 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. R. Wiersma, griffier..
De griffier: De rechter:
1 Afschrift verzonden op: